05

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 05

10 jaar na de Poldercrash

Tekst Saminna van den Bulk
Foto sergeant Jan Dijkstra, adjudant Richard Frigge

‘Vast een verspreking, joh’

Een bietenveld aan de rand van de A9. Glooiend in de lentezon. Af en toe suist er een vliegtuig over, op weg naar Schiphol. Het contrast met 10 jaar geleden kan bijna niet groter. Toen crashte hier de Boeing van Turkish Airlines, met de Polderbaan in het zicht. Ben Versluis, destijds adjudant van de KMar en Officier van Dienst Politie op Schiphol, blikt terug. Wat hij zich het meest herinnert? De stilte. 

Terug naar 25 februari 2009. De dag dat vlucht 1951 van Turkish Airlines vertrekt van vliegveld Atatürk naar Schiphol. Maar daar komt het toestel met 135 inzittenden nooit aan. De Boeing 737-800 stort neer op een geploegde akker. 9 mensen komen om het leven, bij het ongeluk dat sindsdien ‘Poldercrash’ wordt genoemd. 

"Een vliegtuig, op een plek waar dat niet hoort. In een vorm die niet klopt: in drieën gebroken."

Uit onderzoek blijkt dat het toestel kampt met mankementen, zoals een defecte hoogtemeter. Ook de instructies vanuit de luchtverkeersleiding van Schiphol zijn niet volledig. Maar, zo blijkt uit onderzoek: het neerstorten van het toestel is vooral te wijten aan het inadequaat handelen van de piloten. 

Vast een verspreking

"Vroege dienst. Ik begon om 06.00 uur", vertelt Versluis over de dag van de crash. "Ik liep na de briefing met een collega van de backoffice naar de frontoffice op Schiphol Centrum. Ik hoorde door de portofoon een VOS6-melding (VOS: Vliegtuig Ongeval Schiphol)."

De boodschap: VOS6, kop Polderbaan, vliegtuig in drieën, geen brand. "Ik lachte nog en zei: vast een verspreking, joh. Dit was me hier nog nooit overkomen. Tot de melding nog een keer binnenkwam. Toen wist ik dat het mis was."

Calamiteitenexpert

Ben Versluis (65) heeft veel ervaring met calamiteiten. Hij begint zijn carrière bij Defensie en maakt na 8 jaar zijn overstap naar de politie. Daar werkt hij onder meer bij de Luchtvaart Politie. In 2006 wordt hij gedetacheerd bij de KMar op Schiphol, vanuit het Korps Landelijke Politiediensten. Tegenwoordig begeleidt hij politiemensen in hun opleiding om op missie te gaan.

Zoeken naar het toestel

Versluis en zijn collega’s verplaatsen zich onder begeleiding van Airport Security naar de crash site. “Maar op de kop van de Polderbaan is niets te zien. Veel verderop, op de Kromme Spieringsweg, zien we het pas. Een vliegtuig, op een plek waar dat niet hoort. In een vorm die niet klopt: in drieën gebroken.” 

Het is niet eens het gecrashte toestel dat hem het meest bijgebleven. Ja, hij zag meerdere slachtoffers en brokstukken van het toestel. “Wat ik me vooral herinner is de stilte. Alsof er geen geluid is. Geen gegil, geen geschreeuw. Helemaal niks, behalve het voorbijrazende verkeer op de snelweg. Na een paar minuten hoor je in de verte het aanzwellen van sirenes.”

Een taskforce werd opgezet om orde te brengen in de chaos.

Niet meehuilen

Omdat het ongeluk buiten het vliegveld plaatsvindt, is de Veiligheidsregio Kennemerland in charge. Een multidisciplinaire taskforce werd razendsnel opgezet: van brandweer, politie, Rijkswaterstaat, persvoorlichting tot KMar. De taskforce heeft regelmatig overleg in het Commandoplaats Incident.

Chaos tegengaan

“Orde en regelmaat is het belangrijkste”, vertelt Versluis. De taak van de marechaussee op zo’n moment: ondersteunen. “Alles om de hulpdiensten goed hun werk te kunnen laten doen. Dit kan van alles zijn. Bijvoorbeeld de crash site afzetten met schermen op de vluchtstrook van de snelweg A9, zodat automobilisten op het Rottepolderplein niet afgeleid raken. Of zorgen dat onbevoegden niet op de plaats delict komen.”

Versluis regelt veel logistieke zaken, zoals rijplaten. “Het veld was net omgeploegd en heel drassig. Je loopt het terrein met schoenmaat 40 op, maar kwam er met maat 48 af. Geen ambulance die in de buurt van het vliegtuig kon komen.” Hij regelt ook verlichting voor de crash site: “Ik voorzag dat het werk tot in het donker door zou gaan.” 

Passie voor puinhopen

“Niemand heeft er iets aan als ik met de handen in mijn zakken ga meehuilen”, zegt hij. “Als de medewerkers van de KMar aankomen, moet er iets gebeuren. Er moet gehandeld worden.” 

Versluis vertelt het verhaal koel. “Ik ben nogal nuchter, dat scheelt”, glimlacht hij. “Je hebt in die positie de mogelijkheid iets gestructureerds te maken van de chaos. Iets op te lossen.” 

“Als de medewerkers van de KMar aankomen, moet er iets gebeuren. Er moet gehandeld worden.”

Weinig last van horrorbeelden

Achteraf heeft hij weinig last gehad van de horrorbeelden: “Ik ben bij de Bijlmerramp geweest. Heb mensen gezien die zijn aangereden door een trein. Ik heb meer gezien dan deze crash, het is mijn werk. Ik kan wel terugspoelen en de beelden in mijn hoofd weer zien, maar het roept geen angst op.”

Hij glimlacht en zegt: “Schiphol was een mooie plek om te werken. Er is altijd wat. Als er iets gebeurt, vind ik het juist mooi dat ik iets kan bijdragen. Ik kan dat soort gebeurtenissen goed verwerken. Ik ben er wel alert op hoe collega’s ermee om gaan. Vooral achteraf is het belangrijk met elkaar een kop koffie te drinken en te vragen: hoe heb jij het ervaren?” 

Op de plek van de crash is in 2010 een monument geplaatst, omringd door 9 bomen. Voor elk slachtoffer 1.

Monument

In 2010 werd het monument onthuld voor de dodelijke slachtoffers. 9 bomen representeren de omgekomen slachtoffers. Daar kwamen mensen naar Versluis toe, die hem bedankten voor zijn hulp. “Het is mooi dat we hebben kunnen helpen. Maar erbij stilstaan doe ik niet echt. Ik denk al snel: en nu weer door.”