Tekst Johan Kroes
Op 5 maart 1944 wordt het Vrouwenkorps KNIL opgericht. Deze week precies 75 jaar geleden. Het verhaal van dit vrouwenkorps raakte na de opheffing in 1950 in de vergetelheid. Wie waren deze vrouwen en wat motiveerde hen? 2 vrouwelijke veteranen vertellen hun verhaal.
Op zoek naar avontuur
“In dienst gaan bij het Vrouwenkorps KNIL (VK-KNIL) was aan het einde van de oorlog de enige manier om weg te komen uit Nederland”, verklaart mevrouw Hage-Noël haar keuze. Wat ook meespeelt is dat haar verloofde Co Hage al in Engeland zit en voornemens is om naar voormalig Nederlands-Indië te vertrekken. Het land waar hij ook geboren is.
Op 5 mei 1945 meldt Hage-Noël zich in Breda. “Een uur later vertrokken we al richting Engeland. Ik kon geen afscheid meer nemen, dus schreef ik mijn familie een kort briefje: ‘God save the Queen, ik ben weg!’. Dat deed je gewoon, misschien uit een stuk jeugdige onbezonnenheid. En we wilden helpen om voormalig Nederlands-Indië weer op poten zetten.”
Spartaans
Uiteindelijk wordt ze herenigd met haar verloofde en vertrekt met de SS ‘Rangitata’ vanuit Liverpool naar Sydney. Een reis van 6 weken. In Australië krijgt mevrouw Hage een korte opleiding en trouwt tussen de bedrijven door. Daarna wordt ze in Nieuw-Guinea geplaatst om in het dorpje Kota Nica de plaatselijke apotheek te runnen. Eerst als tweede luitenant, later als eerste luitenant. Haar man runt daar als chirurg een klein ziekenhuisje.
In die tijd is het gebruikelijk dat een vrouw ontslagen wordt nadat ze trouwt, maar voor luitenant Hage wordt een uitzondering gemaakt. “Ze hadden me als apotheker hard nodig. We waren het enige getrouwde stel van het kamp, met een primitief huisje dat heel Spartaans was ingericht. Wel met een huisbediende, maar wat die moet doen mocht Joost weten. Van de kampcommandant kregen we een groen stukje katoen als afscheiding.”
Buigen voor een vrouw
Door het gebrek aan personeel maakt luitenant Hage-Noël lange dagen. “Ik kan alle werk niet meer aan”, zo schrijft ze destijds. “Batavia stuurt geen personeel. Ik ren me dood de hele dag en ben nu al halfgek. Ik kan de verantwoording verder niet meer dragen als er wat misloopt.” Toch werkt ze door en krijgt onder meer hulp van 5 Japanse krijgsgevangenen. “Die moesten tijdens het appèl buigen voor mij als vrouw. Dat vonden ze verschrikkelijk.”
Dienst verlaten
In maart 1948 verlaat mevrouw Hage-Noël de dienst. 2 jaar later vestigt ze zich definitief in Nederland. Ze kijkt met positieve gevoelens terug. “Het was een heerlijke periode. We genoten van het klimaat en hadden niks. Maar daardoor hadden we ook niks om ons zorgen over te maken.”
Over het VK-KNIL
Het Vrouwenkorps van het KNIL bestond van 5 maart 1944 tot 26 juli 1950. Er dienden ruim 1.000 vrouwen. In de periode van 1944-1946, tot de terugtrekking van de Britse troepen uit Nederlands-Indië, vervulde het Vrouwenkorps voornamelijk hulpdiensten. Zoals het verzorgen van transport bij evacuatie en repatriëring van de duizenden gevangenen uit de Japanse interneringskampen, ziekenverpleging, ambulancediensten en bediening van gaarkeukens en kantines. Na 1946 kreeg het korps een sterker militair karakter en werkten de vrouwen ook bij bijvoorbeeld de inlichtingendienst en als personeel van de verbindingsdienst.