Tekst Jack Oosthoek en Saminna van den Bulk
Foto Hans Roggen, archief
Militaire atleten in startblokken voor Wereldspelen
Tussen de 50 en 100 Nederlandse militaire atleten doen in oktober mee aan de 4-jaarlijkse Militaire Wereldspelen. Dit keer is Wuhan in China het strijdtoneel. Door het torenhoge niveau doet het evenement denken aan de Olympische Zomerspelen.
De Militaire Wereldspelen waren 4 jaar geleden ook in Azië, in Zuid-Korea. Geen enkel land in Europa toonde interesse om ze dit jaar te organiseren, een gevolg van onder meer een gebrek aan geld en mogelijkheden, vertelt hoofd Bureau Internationale Militaire Sport (BIMS) luitenant-kolonel Arnold Hofsté. China daarentegen heeft er geen moeite mee om alle registers open te trekken. Speciaal voor de Militaire Wereldspelen wordt een ultramodern sportcomplex uit de grond gestampt.
Metropool Wuhan
Wuhan telt meer dan 10 miljoen inwoners en heeft een goede infrastructuur. Het klimaat is subtropisch en vochtig. Vooral tussen juni en augustus regent het veel. Lente en herfst zijn in het algemeen mild, de winter meestal koud. Sinds 1999 onderhoudt Wuhan een stedenband met Arnhem.
Te vroeg
De militaire spelen spelen zich af tussen de 16 en 27 oktober. Circa 6.000 sporters uit 75 tot 100 landen nemen het in 32 takken van sport tegen elkaar op. Daaronder specifiek militaire sporten als de marine vijfkamp, vlieger vijfkamp en oriënteren.
China heeft er geen moeite mee om alle registers open te trekken
Het is nog (veel) te vroeg om aan te geven welke Nederlanders naar Wuhan gaan. Een eerste voorzichtige inschatting leert dat wielrenners, voetbalsters, golfers, een judoka, een bokser en enkele pistoolschutters en ruiters door hun recente prestaties kans maken. De eisen zijn duidelijk. Kandidaten dienen in civiele en militaire wedstrijden vormbehoud te tonen. Ook moeten ze aan de 66%-regeling voldoen; tijdens een militair wereldkampioenschap eindigen bij de beste 66% van het deelnemersveld. “Doen er 10 atleten mee, dan moet je minimaal 6e worden”, geeft Hofsté een voorbeeld.
Niet voldoende
De teammanagers van de militaire sportequipes bepalen wie gaat. Rond 1 mei presenteren ze de definitieve deelnemerslijst. Eén ding is al zeker: het mannenvoetbalelftal blijft thuis. Tijdens een kwalificatietoernooi in december in Spakenburg, met Polen, Litouwen, Frankrijk, Ierland en Duitsland, ging het mis. Een verrassing was dat niet, omdat er bij de tegenstanders oud-profvoetballers meededen, vertelt Hofsté. “De kwaliteit van onze spelers was niet voldoende om bij de beste 3 teams te eindigen die namens Europa naar de Militaire Wereldspelen gaan.”
‘De kwaliteit van onze spelers was niet voldoende’
Aloud liedje
Hamvraag is natuurlijk of ‘we’ in Wuhan kans maken op medailles? Dat wordt vanwege de enorme concurrentie lastig, verzucht Hofsté. Het is het aloude liedje. Veel landen werken met speciale sportbataljons of met staatsamateurs. Dat zijn civiele atleten die voor de duur van een evenement tot militair worden gebombardeerd. De internationale militaire sportbond Conseil Internationale du Sport Militaire (CISM) staat dit toe.Sinds de Defensie Topsportselectie met daarin internationale toppers is wegbezuinigd, ontbeert Nederland sporters van Olympisch niveau.
Elke militaire atleet heeft een baan en doet zijn sport erbij. Zoals een staatsamateur een deel van de dag trainen: vergeet het maar. Een verschil dat bij grote militaire kampioenschappen als de Militaire Wereldspelen oneerlijke concurrentie in de hand werkt, stelt Hofsté. “Ondanks vele discussies binnen het CISM is het nog niet gelukt om het beleid te kantelen.”
De Defensiekrant sprak met 3 sporters die zich momenteel klaarmaken voor de kwalificatie van de Militaire Wereldspelen in China.
Korporaal-1 Angela Kalkman (30 jaar)
Paardensport
“In de aanloop naar de selectie ben ik vooral mezelf aan het trainen door verschillende paarden te rijden. Bij de Militaire Wereldspelen worden de paarden waarop je rijdt ter plekke geloot. Daarna heb je 10 minuten om het paard aan te voelen, 5 sprongen te maken en de ring in te gaan om een parcours te springen. Ieder paard is anders, het ene paard heeft meer kwaliteit dan het andere, maar het is belangrijker dat je een klik vindt.
De chef d’equipe kijkt in de komende maanden wie er mee mogen naar China. Er zijn meerdere ruiters die kans maken, maar de beste 3 worden geselecteerd. Ik ben één keer eerder naar een wereldkampioenschap gegaan. In 2017, Frankrijk. Toen zijn we als 5e geëindigd. Best bijzonder, tussen al die Olympiërs.”
Angela Kalkman is reservist landmacht en bedrijfsleider manege Korps Rijdende Artillerie.
Korporaal-1 Petra Dugardein (41)
Militair vrouwenvoetbal
“Je gaat naar een land ver van huis, met sporters van allerlei disciplines. Je moedigt elkaar aan, leeft met elkaar mee. Ja, als militair naar de wereldspelen gaan is echt fantastisch.
Meermaals deed ik mee. Ook als burger heb ik op hoog niveau gevoetbald: zo speelde ik in de eredivisieklasse van Willem II en ADO Den Haag.
Het teamgevoel bij de militaire voetbalvrouwen is op dit moment is erg goed. We hopen dat we ons kwalificeren, dat we naar China mogen gaan. Dat is waar we nu hard voor trainen. Sinds 1,5 jaar hebben we een nieuwe staf: dat heeft ons als team hechter en sterker gemaakt. Het hele team staat op scherp. Met een beetje geluk aan onze zijde, moeten we een heel eind kunnen komen.”
Petra Dugardein is reservist bij de luchtmacht.
Opperwachtmeester Arjan de Haas (53)
Militair golf
“Ik heb altijd gevoetbald, maar halverwege de jaren 90 kreeg ik last van een knieblessure. Toen zei een vriend: ga eens golfen. Mijn reactie? Kaksport, niks voor mij!
Toch ben ik met hem meegegaan. Het gaf zo’n kick als je het balletje goed raakte. Al snel werd ik fanatiek. Ik speel op dit moment bij een golfvereniging in Hattem, in de hoofdklasse van de senioren. Daarnaast kom ik uit voor het militaire golfteam.
Golfen wordt pas sinds 2015 beoefend bij de Militaire Wereldpelen. Je zag dat jaar in Zuid-Korea dat de kwaliteit van de teams heel verschillend is. Er zijn landen, zoals Brazilië en Zuid-Korea, die wat professionelere sporters in hun ploeg lijken te hebben. Wij zijn daarentegen een stelletje goedwillende amateurs. We trainen bijna alleen buiten werk om, in eigen tijd. Maar: we willen presteren en spelen ons beste spel.
In maart beginnen we met de voorbereidingen voor de Spelen. In totaal zijn we met ongeveer 10 mannen en 5 vrouwen: 6 mannen en 3 vrouwen kunnen daadwerkelijk mee naar China. Alle selectiespelers en -speelsters zijn erg aan elkaar gewaagd. Er is hevige concurrentie.”
Arjan de Haas is klassenbegeleider OTCKMar (Apeldoorn).
