03

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 02

Bulletproof mustache

Tekst ritmeester Djenna Perreijn
Foto sergeant Jan Dijkstra

De traditie van de vliegersnor

Vlieger luitenant-kolonel Ralph is commandant van het 11e detachement in Jordanië. In missiegebied draagt hij een snor. “Mijn vrouw vindt het maar niets.”

Uit bijgeloof, traditie of stiekem gewoon omdat iedereen het doet? De vliegersnor is bij Nederlandse vliegers helemaal terug van weggeweest. De van oorsprong Amerikaanse knevel in missiegebied is zeer populair. “Het kust waarschijnlijk niet prettig.”

Op de basis in Jordanië zijn de vliegers uit de anti-ISIS-coalitie goed herkenbaar; er is niet 1 dissident te vinden. “Terwijl iedereen natuurlijk zelf mag weten of-ie de ‘vliegersnor’ draagt”, vertelt detachementscommandant luitenant-kolonel Ralph, zelf ook F-16 vlieger. Op zijn bovenlip prijkt een stevig exemplaar. “Ik vind het leuk dat ik collega’s uit bijvoorbeeld Turkije, Australië of Qatar direct herken als vlieger. Het geeft uniformiteit en we identificeren ons met de andere vliegers. We liften allemaal een beetje mee op de Amerikaanse traditie. Een beetje kneuterig is het ook eigenlijk wel.” 

Het laatste Nederlandse detachement van de Air Task Force Middle East telde 150 militairen die zich inzetten in de strijd tegen ISIS. Een handjevol van hen, de vliegers, droegen een snor.
Kolonel Robin Olds met zijn bulletproof mustache in 1967 bij zijn F-4 straaljager; de legendarische Phantom II. Foto: U.S. Air Force

Middelvinger

De traditie van de vliegersnor gaat terug tot de Tweede Wereldoorlog en Vietnamoorlog. Jachtvlieger Robin Olds wordt in luchtvaartkringen met 16 overwinningen beschouwd als 1 van de beste vliegende commandanten. Zijn handelsmerk: de ‘handlebar mustache’. Een snor in fietsstuurvorm die hij in Vietnam langer liet groeien dan de regels voorschreven.

Olds was het geregeld niet eens met de regels, doelen en de manier waarop de Vietnamoorlog werd gevoerd. “Zo kon ik mijn middelvinger opsteken naar ons hoofdkantoor. In verbale gevechten was mijn snor zwijgzaam het laatste woord.” 

De Amerikaanse jachtvlieger Robin Olds is de grondlegger van de vliegersnor. In 1973 verliet hij de U.S. Air Force in de rang van brigadier general. Foto: U.S. Air Force

Heertjes

Bij thuiskomst in 1967 was het gauw afgelopen met de baldadigheid toen Olds’ Chief of Staff hem beval de snor af te scheren. “Yes, sir”, was Olds antwoord. “Om eerlijk te zijn was ik zelf ook niet dol op dat ding, maar het was een symbool geworden van de mannen uit de 8th Wing.”

Ook in de jaren daarna lieten vliegers de snor vaak staan. Vooral Britten en Amerikanen. “De Britse Royal Air Force wilde zich presenteren als een gevestigd krijgsmachtsdeel en zich afzetten tegen de oudere, traditionelere landmacht en marine”, weet luchtmachthistoricus Erwin van Loo. Het waren vaak beroepsofficieren die voor de ‘gestoffeerde bovenlip’ kozen. “De heertjes creëerden zo een bepaalde cultuur om hen heen.” 

Een baard, zoals veel Amerikaanse militairen dragen in missiegebied, is voor de vliegers een 'no go'. Ralph: “Die kriebelt denk ik onder de vliegerhelm.”

Kussen

Old z’n snor werd later omgedoopt tot de ‘bulletproof mustache’. Volgens bijgeloof onder vliegers zou een snor hen helpen kogels te ontwijken. “En wij zien onszelf natuurlijk ook graag als een even stoere jachtvlieger als Robin Olds”, lacht detachementscommandant Ralph. Sinds 2012 is de snor ook onder Nederlandse vliegers weer een trend. “Ik knip die van mij keurig bij. We hebben geen wedstrijden wie de langste, dikste of grootste heeft, maar het geeft wel een indicatie van hoelang iemand al in missiegebied verblijft.”

Inmiddels is de snor van Ralph verleden tijd. Begin deze maand keerde het laatste detachement terug. “Nog voor ik voet op Nederlandse bodem zette, was-ie er af. Maar gelukkig heb ik mijn kinderen nog flink aan het lachen kunnen maken; via Skype. Ze kwamen niet meer bij. En het kuste waarschijnlijk toch niet prettig bij het weerzien met mijn vrouw.”