Tekst ritmeester Jessica Bode
Foto Phil Nijhuis, archief
Het is voor een militair misschien wel de meest unieke functie die er is. En ook nog eens in ‘the city that never sleeps’. Maar het zit er bijna op. Tot eind deze maand is commandeur Peter van den Berg namens Nederland Senior Military Advisor in de VN-Veiligheidsraad in New York. Een positie die slechts 5 keer eerder door ons land werd vervuld. Zoveel keer maakte ons land namelijk deel uit van deze raad.
In mei 2017 reisde de 1-ster-generaal af naar The Big Apple om hier de Nederlandse ambassadeur in de VN-Veiligheidsraad van militair advies te voorzien. Toen de marineman net goed en wel begonnen was, werd hij al eens geïnterviewd over zijn verwachtingen. Nu anderhalf jaar later reageert hij op die eerdere uitspraken.
1. “Ik heb een adviserende rol voor de Nederlandse ambassadeur.”
“De ambassadeur vertegenwoordigt het Koninkrijk der Nederlanden in de Veiligheidsraad en ik ben zijn militair adviseur. Als Senior Military Advisor probeer ik een brug te slaan tussen besluit en uitvoering. Tussen de politiek en het (militaire) werkveld. Wat betekenen de keuzes die de Veiligheidsraad maakt voor de mannen en vrouwen in het veld. We zitten hier met een Nederlandse pet op. We zijn hier in het belang van ons Koninkrijk. Dat sluit niet uit dat we ook meepraten en beslissen over zaken waar het koninkrijk niet direct bij betrokken is.”
2. “Het is een boeiende en uiteenlopende functie.”
“Enerzijds geef ik praktische adviezen. Soms op het niveau van bouten en moeren. Anderzijds gaat het over militair-strategische onderwerpen. De missie UNIFIL in Libanon heeft bijvoorbeeld een maritieme component. In de Veiligheidsraad lag de vraag voor of de VN daarmee moet doorgaan of niet. In dit geval heeft Nederland geadviseerd om het voort te zetten, onder bepaalde randvoorwaarden. Voor Minusma in Mali werd besloten om de focus van de missie te verschuiven naar het centrum van het land, in verband met de toegenomen instabiliteit. Maar het zijn niet alleen grote, fundamentele onderwerpen. Ik adviseer bijvoorbeeld ook over militairen die individueel worden uitgezonden: wanneer moeten ze zich melden in de missie, mogen ze wapens meenemen, hoe zit het met de medische afvoerketen?”
3. “Het is een bijzonder eervolle uitdaging om Defensie te mogen vertegenwoordigen bij de Veiligheidsraad. Dichterbij besluitvorming over vrede en veiligheid in de wereld kun je bijna niet komen.”
“Het is een bijzondere, interessante baan. Je werkt samen met 14 andere landen aan één gezamenlijk doel. Die samenstelling is heel bijzonder. Bovendien is het een functie buiten de vertrouwde defensieorganisatie. Uiteindelijk is de VN-Veiligheidsraad dé plek waar beslissingen worden genomen. Dus ja, wat dat betreft kom je niet dichterbij besluitvorming over vrede en veiligheid in de wereld. Punt van kritiek is wel dat deelnemende landen soms handelen vanuit eigenbelang in plaats vanuit een bredere verantwoordelijkheid. Tegenstellingen in de Veiligheidsraad zijn soms zo groot dat men niet tot een besluit komt. De discussies rondom het conflict in Syrië zijn daar het trieste voorbeeld van. De verschuivende machtsverhouding binnen de Raad maakt het steeds moeilijker om tot krachtdadige besluiten te komen.”
4. “Ik heb overwogen of ik in staat zou zijn meerwaarde te leveren, ik had niet eerder een vergelijkbare functie gehad.”
“Natuurlijk had ik twijfels, want deze baan was compleet nieuw. Nooit gedacht dat ik als simpele marinejongen in de Veiligheidsraad terecht zou komen. Inmiddels durf ik te stellen dat ik zeker iets heb toegevoegd. Een van onze speerpunten was het hervormen van vredesmissies. We hebben daar in maart een debat over georganiseerd. Dat was het startsein voor concrete hervormingen.”
5. “De zetel in de VN-Veiligheidsraad maakt de verantwoordelijkheid van Nederland nog net iets groter.”
“Ja, dat is inderdaad zo. We zijn nu 1 van de 15 leden en worden aangesproken door andere landen op de besluiten die genomen worden. In theorie hebben alle 15 leden net zoveel te vertellen. In de praktijk hebben de 5 permanente leden meer invloed. Zij hebben de meeste ervaring en staan sterker vanwege hun vetorecht. Hoe dan ook, ik merk dat Nederland wordt gezien als een betrouwbare partner. Een klein land met veel invloed. De ervaring van andere landen is dat ze goed met ons kunnen samenwerken, omdat we afspraken nakomen. We creëren telkens een beetje meer draagvlak en zijn effectief in de onderhandelingen.”
6. “Er zijn veel brandhaarden die de volle aandacht vragen van de Veiligheidsraad.”
“Landen waar bijvoorbeeld de focus op lag het afgelopen jaar waren Mali, Congo, Centraal Afrikaanse Republiek, Syrië en Jemen. Congo is bijvoorbeeld zeer instabiel met gebrek aan staatsgezag en smokkel door gewapende groeperingen. Die grijpen in bepaalde gebieden de macht en persen de lokale bevolking af. De VN wil de veiligheid en stabiliteit herstellen en zet daar zo’n 16.000 militairen voor in. In de Veiligheidsraad wordt onder meer besproken welke strategie we moeten volgen om de burgers te beschermen. De vraag is of we beter konden kiezen voor protectie door presentie, ofwel door continu aanwezig te zijn. Of voor protectie door projectie; op de achtergrond blijven en snel ingrijpen indien nodig. De raad heeft uiteindelijk gekozen voor het laatste.”