Tekst ritmeester Arthur van Beveren
Foto sergeant-majoor Hille Hillinga, archief NIMH
Koningin Wilhelminakazerne
Nederland telt 50 actieve kazernes. Vroeger waren dat er nog veel meer. Achter elke kazernenaam schuilt een verhaal. Van bijzondere architectuur, een historische gebeurtenis tot een heldhaftig militair. In deze nieuwe rubriek ‘Achter de wacht’ gaat de Defensiekrant op zoek naar die verhalen. Deze editie: de Koningin Wilhelminakazerne in Ossendrecht.
De natuur neemt langzaam bezit van de plek waar jarenlang duizenden Nederlandse jongens hun dienstplicht vervulden. Legerplaats Ossendrecht is de laatste van 5 moderne kazernes die in de jaren 1951-1953 in een razend tempo uit de grond zijn gestampt. Opvallend genoeg begint en eindigt de geschiedenis van de Legerplaats Ossendrecht met vluchtelingen. Eerst die uit eigen land en later van buiten onze grenzen.
Een groter leger
Met de Dienstplichtwet in 1948 en de Nederlandse toetreding tot de NAVO in 1949 stoomt de krijgsmacht een nieuw tijdperk in. Om een debacle als mei 1940 te voorkomen moet er een beter getraind en groter paraat leger komen. Dienstplichtigen zullen voortaan 20 maanden onder de wapenen komen en per jaar zijn er meerdere lichtingen. Voor die duizenden militairen is snel onderdak nodig.
Onmogelijke opgave
Op 15 juni 1951 komt bij kolonel Stumphius, hoofd van het Centraal Bouwbureau der Genie, een telefoontje binnen: het is het ministerie van Oorlog. Voor februari 1952 moet legeringsruimte gereed zijn voor 12.000 man. Voor augustus van het nieuwe jaar voor nog eens 3.000 man. Het lijkt een onmogelijke klus maar Stumphius gaat aan de slag. Waar normaal een bouwtijd van 4 jaar voor staat, moet dat nu in 6 maanden gebeuren.
Beton, staal en heel veel glas
Amerikaanse manier
Een combinatie van aannemers verenigt zich in de ‘Midden Nederland N.V.’ zodat er voldoende personeel en materieel beschikbaar is om de klus te klaren. In het ontwerp voor de kazernes zijn bevelvoering, materieel, ontspanning en wonen ondergebracht in aparte gebouwen. Met beton, staal en heel veel glas.
Kranten spreken over een ‘Amerikaanse manier van werken’. Er worden zoveel mogelijk onderdelen in fabrieken gemaakt en als prefab-onderdelen naar de bouwplaats vervoerd. Achteraf worden er trouwens honderden boetes uitgedeeld voor overtredingen van de Werktijdenwet. Zo is er een arbeider die volgens de boeken op een dag 24 uur heeft gewerkt.
Licht en ruimte
Manschappen slapen er met 16 man op een centraal verwarmde zaal. Eten kan in het kantinegebouw waar militairen, volgens een nieuw ontwikkeld cafetariasysteem, hun maaltijd ophalen bij een uitgifteloket en het servies weer inleveren bij een geautomatiseerde spoelkeuken. De film- en toneelzaal heeft 910 zitplaatsen. Officieren hebben hun eigen ‘hotel’ met bar, eetzaal en sportgelegenheid.
Vluchtelingen op de kazerne
Ten tijde van de watersnoodramp van 1953 is Legerplaats Ossendrecht net opgeleverd. Het blijkt het perfecte evacuatiecentrum; verwarming, met een ziekenboeg, grote keuken, goede wasgelegenheid en kamers voor gezinnen. De vele slachtoffers kunnen hier op adem komen.
Door opschorting van de dienstplicht sluit de Koningin Wilhelminakazerne in 1996
De kazerne doet na de ramp 30 jaar dienst als thuisbasis voor dienstplichtigen die bij de artillerie en luchtdoelartillerie zijn ingedeeld. Ook een deel van de dienstplichtige verbindingstroepen en sportinstructeurs krijgt hier de basisopleiding.
De kazerne verliest deels zijn functie, als in de jaren 80 minder dienstplichtigen nodig zijn om moderne wapensystemen te bemannen. Het Centrum voor Vredesoperaties (CVV) gaat op de Koningin Wilhelminakazerne, zoals de legerplaats vanaf 1983 heet, militairen voorbereiden op de inzet in VN-vredesmissies. In 1996 sluiten de poorten, vanwege de opschorting van de dienstplicht.
Nieuwe toekomst voor Ossendrecht
Na het vertrek van de militairen nemen asielzoekers hun intrek in de gebouwen. Door de dalende instroom wordt het AZC Ossendrecht in 2004 uiteindelijk gesloten. Sindsdien gebruikt het Korps Commandotroepen (KCT) een enkel gebouw voor ‘oefeningen in verstedelijkt gebied’. In juni 2018 kondigt het KCT aan op het complex een nieuwe schietbaan te realiseren. Het is onduidelijk of Defensie bij de herontwikkeling van het complex, rekening houdt met het ‘Koude Oorlog erfgoed’ waaraan voor veel mensen herinneringen kleven.