Tekst Evert Brouwer
Foto sergeant Hille Hillinga en korporaal Jasper Verolme
‘Sinds de Invictus Games ben ik socialer’
Van 20 tot 27 oktober zijn de Invictus Games. Na Londen (2014), Orlando (2016) en Toronto (2017) is nu Sydney aan de beurt om de spelen voor zichtbaar en onzichtbaar gewond geraakte (oud-)militairen te organiseren. Ruim 500 deelnemers uit 18 landen treden in de voormalige Olympische arena aan op 11 sportonderdelen. Nederland doet met 24 atleten mee. Zij hebben allen hun eigen verhaal. Dit keer oud-marinier Jelle van der Steen (36). “Die rolstoel beperkt me nauwelijks, het is meer mijn hoofd.”
Een fractie van een seconde moet het zijn geweest, de black-out die marinier 1 Jelle van der Steen op een zondagnacht in april 2007 trof. De geest haperde al een keer eerder die week. Uitzendingen naar Bosnië en vooral Irak hadden hem geen goed gedaan. Gebeurtenissen in die missiegebieden laten de marinier niet los. “Mijn hoofd zat vol. Ik was geheel van het padje.” Jelle had al een afspraak gemaakt om zich na het weekeinde eens goed te laten onderzoeken. “Ik was rijp voor een opname.”
Jelle laat zich overhalen die betreffende zondag toch te gaan werken. Op de weg terug tussen Helmond en Deurne remt de student voor een verkeerslicht en dan gaat bij hem het licht uit. “Ik heb waarschijnlijk het gaspedaal ingedrukt.” Hij komt na het eenzijdige ongeluk bij in het ziekenhuis. De diagnose was bikkelhard; een hoge dwarslaesie. Hij zal nooit meer lopen. “De eerste maanden waren zowel geestelijk als lichamelijk zwaar, maar na krap een half jaar was ik alweer terug op school.”
IJsverkoper
Van der Steen denkt dat de ellende voorbij is als zijn diploma binnen handbereik komt. Niets is minder waar. Een darmperforatie, operaties aan de rug en nierstenen: een jaar na het ongeluk gaat hij weer ziekenhuis in een uit. “In totaal heb ik 35 operaties ondergaan.”Steeds krabbelt de Brabander weer op. Hij begint een bedrijf als ijsverkoper (IJsco Jelle), maar moet dat wegens ziekte van de hand doen, gaat verder als internetondernemer en zet nu een bedrijf op voor mensen die meer willen weten van cryptomunten en blockchain. “Ik moet wel bezig blijven.”
Terug in de tijd
In 1999 treedt de pas 17-jarige Jelle van der Steen toe tot het Korps Mariniers. “Ik wilde een vent worden”, zegt hij terugblikkend. Voor school is hij nu eenmaal niet in de wieg gelegd. “Vanaf mijn 9e heb ik altijd gewerkt. Prei poten bij de boer, krantjes rondbrengen, vrachtauto's wassen. Ik kan niet stilzitten. Ja, nu moet ik wel”, zegt hij met onderkoelde humor.
Mooie oefeningen in Noorwegen en Schotland, een korte uitzending naar Bosnië en dan met de 1e lichting mee naar Irak. Ook in de woestijn voelt de marinier zich als een vis in het water. Totdat zich een incident voordoet. Diep kan hij er niet op ingaan, maar het komt erop neer dat Van der Steen 'anders' terugkeert van de missie. Hij kan z'n draai bij de compagnie in Doorn niet meer vinden. Een overplaatsing naar het Koninklijk Instituut voor de Marine in Den Helder biedt even rust. “Daar heb ik meegelopen met de sportinstructeurs. Dat vond ik wel wat. Een opleiding waarbij je de theorie meteen toepast in de praktijk. Ik heb toen besloten me op te geven voor Academie voor Lichamelijke Opvoeding in Tilburg." Niet wetende dat het auto-ongeluk later, zijn leven overhoop zou gooien.
Een dingetje
En dan is er natuurlijk de sport. Door het ongeluk komt Jelle in aanraking met rolstoelbasketbal en al snel lonkt 'oranje'. Daar treft hij onder anderen oud-militairen als Marc van de Kuilen, Jack Pastora en Walter Groen. Zij willen in 2017 een sterk team samenstellen voor de Invictus Games van Toronto en daar past Jelle van der Steen prima bij. Hij laat zich overhalen naar de training in Doorn te komen. “Dat was wel een dingetje… Teruggaan naar Defensie na al die jaren, ik was er helemaal klaar mee”, geeft hij toe. “Het hele gedoe van toen kwam weer naar boven. Ik sliep er slecht van. Ik had alles 10 jaar lang weggestopt. Dat is de gemakkelijke weg en nu moest ik me openstellen."
Lach
Eigenlijk krijgt Jelle er pas echt lol in als hij met Ronald van Dort op de tennisbaan staat in Canada. “Sport is voor mij een uitlaatklep. Het geeft rust en je kunt even je gedachten verzetten. Door sport voel ik me weer een ‘normaal mens’.“ Het plezier spat van zijn gezicht en de lach gaat er ook niet af als de rolstoelbasketballers de finale van de Verenigde Staten nipt verliezen. “Dat was echt top.” Er volgt bij terugkeer in Nederland wel een korte terugval. “Ik realiseerde me dat ik te lang en te veel met mezelf ben bezig geweest. Nu ga ik wat vaker naar mijn familie, stel me socialer op. Dat moet ik ook wel als aanvoerder van het basketbalteam. Het is mooi om te zien dat nieuwe medespelers als Alina Zoet (zie de vorige Defensiekrant) en Jeffrey Vroegop door het groepsgevoel bij de trainingen al zo ver zijn gekomen. En dan bedoel ik niet alleen als sporters.”
Als captain en trainer van de basketballers mikt hij weer op een finaleplaats in Sydney. En ook met rolstoeltennis wil Jelle van der Steen verder komen. “Ronald (van Dort) en ik deden het best goed in Toronto, terwijl we maar 3 keer hadden getraind. Dat moet nu beter kunnen.” Stiekem denkt hij ook al aan 2020, als Nederland de Invictus Games in huis heeft. “Dat zou geweldig zijn om in eigen land te spelen, omdat dan ook mijn moeder erbij kan zijn. Zij gaat voor geen goud een vliegtuig in.”