Tekst Arthur van Beveren
Foto Mediacentrum Defensie

Nederlandse krijgsgevangenen in Tweede Wereldoorlog

Vernederingen, ondervoeding en ziekte. Maar ook humor, kameraadschap en vindingrijkheid. Het leven van Nederlandse militairen in Duits krijgsgevangenschap in de Tweede Wereldoorlog was er een van extremen. Van de 240.000 dienstplichtigen uit 1940 komen 11.000 in Duitse kampen terecht.

75 jaar geleden lezen oud-militairen in kranten en op aanplakbiljetten in de stad een oproep van de bezetter. Aantreden in uniform met maximaal 2 koffers bagage. Bestemming onbekend. Portretfotograaf Bob Entrop is een van de duizenden Nederlanders die zich meldt. 3 jaar zijn verstreken sinds de oorlog in mei 1940. Soldaat voelt hij zich al lang niet meer. Toch moet hij in krijgsgevangenschap. Weggevoerd uit het burgerbestaan, van zijn ouders en verloofde.

Auteur van het boek Prikkeldraad Bob Entrop omhangen met pakketten, vlak na de bevrijding.

Prikkeldraad

Al tijdens zijn gevangenschap begint hij te schrijven en tekenen. In 1946 publiceert hij samen met medegevangene Joop Mulder zijn herinneringen in het boek Prikkeldraad. Zoon en filmmaker Bob Entrop junior maakt in 2010 een documentaire over de krijgsgevangenen. Hij is nieuwsgierig en weet eigenlijk niets van de oorlogsgeschiedenis van zijn vader, die dan al lang is overleden.

Zoon Bob weet niets over het oorlogsverleden van z’n vader

De toegangspoort van Stalag IV-B Mühlberg, waar de verhalen in het boek zich vooral afspelen.

Skiën in gevangenschap

“Hij sprak niet over de ellende. Soms vertelde hij spannende verhalen. Zoals dat hij leerde skiën. Als kind vroeg je niet door maar ik dacht wel: mag dat dan zomaar in zo’n kamp”, lacht Entrop junior. “Ik kwam erachter dat hij toen in een drukkerij werkte waar het regime niet zo streng was. Het boek is daar grotendeels gemaakt”. Entrops moeder zweeg vooral over de oorlog: “Ze wilde ons als kinderen niet lastigvallen denk ik.”

Zo’n 500 Nederlandse militairen overlijden in de krijgsgevangenkampen door ziekte of oorlogsgeweld, zoals bombardementen. Ze worden met militaire eer begraven.

Schillen leeg schrapen

Zwijgen is ook een vorm van zelfbescherming. Het oprakelen van herinneringen maakt veel los. Luizen, vlooien, mishandeling, scheldpartijen en overstroomde latrines. In veel kampen zijn de omstandigheden erbarmelijk. Ex-gevangene Otto van Nispen tot Pannerden vertelt in de documentaire dat hij dagenlang in afvalcontainers op zoek was naar aardappelschillen. Aan een tafel schraapte hij de schillen leeg. Entrop beschrijft in het boek de latrines in kamp Altengrabow die niet berekend zijn op het aantal gevangenen: “Men kan de zitplaatsen niet anders dan wadend bereiken.”

‘Terugkomers worden met de nek aangekeken’

Geen warm welkom

Soms in vrachtwagens, lopend of in veewagons komen de militairen in 1945 terug naar huis. Zo’n 500 blijven achter in Duitsland, overleden door ziekte of bombardementen. In Nederland worden veel van de terugkomers met de nek aangekeken. Ze hebben gewerkt voor de Duitsers, is het beeld. Nederland verraden. “De mensen zeiden: dit zijn allemaal fascisten”, herinnert Jan van Heemst zich in de film over zijn terugkomst. “Toen zijn we aan het vechten gegaan, verschrikkelijk. Hollanders tegen Hollanders.”

Zwijgen verbroken

Het was de reden dat ze voortaan hun mond hielden. In de film brengt Entrop de mannen op bejaarde leeftijd aan het praten. Dat maakt veel los. “Bijna een miljoen mensen zagen de uitzending. Kinderen en kleinkinderen hoorden voor het eerst wat hun vader en opa had meegemaakt. Door hun verhalen werd ook het verhaal van mijn vader completer. Ik kreeg een belletje van een vrouw. De militair op de omslag van het boek was haar man. Hij was net overleden. Hij had zijn verhaal zo graag willen vertellen.”

Men sliep in houten stapelbedden, soms tot drie hoog, met minimale ruimte per man.

De film Prikkeldraad die Bob Entrop junior maakte over Nederlandse krijgsgevangenen duurt 58 minuten en is als dvd verkrijgbaar.