Tekst kapitein Roel van de Wiel

McFalcon

Roel’s laatste column uit Mali

Driemaal daags schuifelen de Nederlandse militairen in Mali langs het lopend buffet van de eetzaal op Kamp Castor. Het eten is er goed, maar voor een echt culinair hoogstandje moet je in Kidal zijn.

‘Tweedehands schoenzool’. ‘Baksteen’. ‘Aangebrand pak meel’. De Nederlandse fijnproever is creatief als hij de hamburger omschrijft die als lunch wordt geserveerd in de eetzaal van Kamp Castor. Creatief, maar niet vriendelijk. Nog zo’n bedenkelijke bijnaam: ‘sjoelschijf’.

Na 4 (voor sommigen 6) maanden in dezelfde eetzaal is een cynische blik op het menu soms onvermijdelijk. Het eten op het kamp is prima: gezond, uitgebreid en 8 van de 10 keer lekker. Maar toch, als je hier een tijdje zit, ga je gerechten herkennen. En smaken verschillen nou eenmaal.

Trouwens: de ongezouten mening over de betreffende sjoelschijf is breed gedragen. Hij komt maar eens in de paar weken voorbij. Gelukkig, want hij is vermoedelijk slecht voor de tanden. Maar dat terzijde. Maar je hoeft ‘m niet aan te nemen, want er zijn voldoende alternatieven. 

De eetzaal op Kamp Castor.

Kapitein Roel van de Wiel is uitgezonden voor de VN-missie Minusma. Hij is als Public Affairs Officer geplaatst bij de Nederlandse eenheden op Kamp Castor in Gao. Hij schrijft tijdens zijn missie over de militairen, hun werkzaamheden en dagelijks leven in Mali.

Vertrek

Dat betekent niet dat we al watertandend uitkijken naar wat de pot straks terug in Nederland schaft. De logistieke eenheid en het contingentscommando staan op het punt van vertrek. De opvolgers zijn al binnen en ingewerkt. De 4e lichting langeafstandverkenners wordt over een maand opgevolgd.

Het gaat in de social talks van de ‘ouwe poep’ al steeds minder over het leven hier en vooral over de vooruitzichten thuis. Eindelijk weer eens lekker uit eten. Een koud biertje op het terras, en is het eigenlijk al mooi weer?

Zo ontstond er in de terminal van het vliegveld van Gao onlangs een interessant gesprek. Een groep Nederlanders was onderweg naar Camp Dragoon, de Nederlandse Forward Operation Base (FOB) in Kidal. Onderwerp van gesprek: een bekend fastfoodrestaurant op Gran Canaria. Op het vakantie-eiland maken alle groepen militairen een tussenstop. Daar sluiten zij gezamenlijk de missie af, voordat ze terugkeren naar Nederland.

Een impressie uit Kidal.

Er is uiteraard ook ruimte voor vrije tijd. “Ik ga meteen naar de Mac”, riep iemand. “Ik kan wel 3 Big Macs op.” Een collega reageert: “Voor mij geen fastfood. Waar ik wel zin in heb, is een echte hamburger. Zo’n dikke, op een goed broodje en met echt vlees.” Het werd even stil: zo’n aanlokkelijk bord kon iedereen zich wel inbeelden.

Valhalla

Eenmaal op het Nederlandse Camp Dragoon was de ontvangst warm. Falcon 30 is een kleine, zelfstandige club verkenners. Zij wonen en werken op de kleine compound op het grote VN Supercamp. Daar vandaan rijden zij op quads hun verkenningspatrouilles door en rondom de Noord-Malinese regiohoofdstad.

Het sociale leven op Dragoon vindt vooral plaats in het ‘Valhalla’; een schaduwzone tussen koelcontainers en de keuken. Daar staan een televisie, banken en grote eettafels. Het is er erg gezellig, vooral als rond etenstijd iedereen zich er verzamelt. Koken doen de mannen van Falcon 30 in toerbeurt zelf.

De zo geliefde, huisgemaakte ‘McFalcon’, bereid door de verkenners in Kidal.

Play

Als het ‘aan tafel’ klinkt, gaat de televisie uit. De pot is vooral Hollands, opvallend uitgebreid en goed verzorgd voor de primitieve omstandigheden op de afgelegen FOB middenin de woestijn.
Ditmaal werden de werkbezoekers bijzonder blij verrast. Schuifelend langs het buffet van Falcon 30 werd ze een indrukwekkende hamburger opgediend. Vuistdik, van echt vlees, sappig en perfect medium gebakken. On the side: vers gesneden aardappelschijfjes met uitjes en kruiden en een goede salade. De verkenners in Kidal bleken ware keukenprinsen. Een flinke kwak zelfgemaakte Joppiesaus maakte het feestmaal compleet. De ‘McFalcon’ deed het verlangen naar huis heel even vervagen.