Tekst Martin Zijlstra
Foto (boven) Bob Berg/Lake Superior Magazine

Amerikaan vertelt over Vietnamees krijgsgevangenschap

Operation Homecoming: Amerikaanse krijgsgevangenen terug uit Vietnam

“Eigenlijk zit ik nog steeds gevangen, want mijn herinneringen blijven bij me. Mijn hele leven lang!” David Wheat (78) laat er geen twijfel over bestaan. Zijn ruim 7 jaar in een Noord-Vietnamees krijgsgevangenenkamp was een ‘life changer’. “Het heeft vooral de manier veranderd hoe ik naar het leven kijk: ik neem lang niet alles meer serieus.”

Wheat was één van de Amerikaanse militairen die tijdens de oorlog in Vietnam gevangen werd genomen. Na de Parijse Vredesakkoorden van 1973, dit jaar precies 45 jaar geleden, kwam hij samen met de 590 andere overlevenden vrij.

De Amerikaanse gevangenen worden na hun bevrijding naar de V.S. gevlogen. Na vertrek uit Vietnam heerst er een uitgelaten stemming aan boord (Foto: U.S. Air Force).

Zwarte dag

17 oktober 1965 is een zwarte dag voor de squadrons van het vliegkampschip USS Independence. De vliegers hebben er inmiddels al heel wat oorlogsmissies op zitten. Wapenofficier luitenant Dave Wheat alleen al een stuk of 80. Over de gevaren van de oorlog weet hij inmiddels alles. “Over risico’s heb ik thuis nooit gepraat. Mijn ouders werden al zenuwachtig van het idee dat ik naar Vietnam ging. Ik heb nooit gedacht dat me iets zou overkomen.”

Op die 17e oktober slaat het noodlot voor hem en z’n maatje Rod Mayer toch toe. De 2 zijn ingedeeld bij Fighter Squadron 41 ‘Black Aces’. Wheat als wapenofficier en Mayer als vlieger. Bij een grootscheepse aanval op de brug ‘Thai Nguyen’ zet de Independence meer dan 30 vliegtuigen in. Wheat en Mayer vliegen een F-4B Phantom en krijgen de opdracht de aanvalsvliegtuigen te beschermen tegen Noord-Vietnamese straaljagers.

Een formatie van 4 Phantoms van VF-41 Black Aces. Ieder toestel heeft een vlieger en een wapenofficier (archief Defensiekrant).

‘We are hit’

Al snel gaat het fout. 3 Phantoms worden geraakt, 2 storten neer en de derde weet met moeite terug te vliegen naar het schip. “Direct daarna kwamen wij ook onder vuur te liggen. Rod zei heel simpel ‘we are hit’ , maar door de manier waarop hij dat zei wist ik dat het foute boel was. Toen ik een harde explosie hoorde activeerde ik de schietstoel en werd het vliegtuig uitgeslingerd.”

Wheat landt in de bomen. Hij concentreert zich op zijn omgeving en roept Rod Mayer. Maar hij krijgt geen antwoord. “Later hoorde ik dat ze vanuit de lucht hadden gezien dat hij roerloos op de grond lag. Dat is alles wat we weten.” 

Hanoi Hilton

De Noord-Vietnamese militairen zoeken uren naar Wheat, terwijl hij zich verstopt achter een boom. Als het donker is, wordt hij ontdekt. “Ik was uitgeput, had veel last van mijn knie. Het maakte me niet meer uit wat er gebeurde.”

Terwijl hij samen met bewakers wacht op vervoer, wordt hij door passerende dorpelingen bespuugd. ’s Avonds is er transport naar Hanoi Hilton; het bekendste gevangenkamp in Noord-Vietnam. Hier kan Wheat enigszins bijkomen. De omstandigheden zijn er echter slecht. “Niet vreemd. De Vietnamezen waren letterlijk bezig met overleven. Luxe kenden ze niet.”

Eind 1965 slaagt Wheat er in, om in een brief van een medegevangene, een hint te schrijven dat hij nog leeft. Maar het duurt tot 1970 voor hij zelf een brief mag opstellen en zijn ouders definitief laat weten dat hij oké is.

Straaljagers op het dek van de Independence. Vooraan een paar Phantoms van het squadron van Wheat (Foto: McDonnell Douglas).

24 uur niet praten en slapen

Een half jaar later verhuist de Amerikaan naar het kamp Briar Patch, waar de gevangenen worden verhoord. “Je moest dan op een betonnen kruk zitten in een cel. ’s Morgens werden we verhoord en daarna moesten we, soms wel 24 uur lang, blijven zitten. Praten of slapen mocht niet. Als je indutte ‘pookte’ een bewaker met een knuppel door het raam je weer wakker.”

Op de vierde dag vraagt een officier om zijn schuldbekentenis op te schrijven. Wheat weigert. “Een schildwacht maakt met handboeien mijn handen vast achter mijn rug. Op zo’n manier dat mijn handen hard omhoog werden getrokken. Daarna ging de officier weg voor een middagdutje.” Al na een paar minuten begonnen zijn handen te tintelen. “Het deed vreselijk zeer. Ik riep de schildwacht, maar die durfde de officier niet wakker te maken. Toen die eindelijk arriveerde, was de pijn niet te harden, dus gaf ik toe. Maar ik kon het potlood nauwelijks vasthouden van de pijn. Toen ik eindelijk kon schrijven, heb ik een hoop bullshit opgeschreven.”

Lancering van een straaljager van de Independence (Foto: U.S. Navy).

Vrienden voor het leven

De eerste 9 maanden van zijn krijgsgevangenschap zit Dave Wheat alleen. Daarna komt hij in een tweepersoons cel. De eenzaamheid is voorbij. “We hebben die eerste nacht alleen maar gepraat. Heerlijk, al was het best een uitdaging in zo’n benauwde ruimte. Kleine irritaties worden snel groot, desondanks zijn we vrienden voor het leven geworden.” 

Naar huis

Op 12 februari 1973 begint Operation Homecoming. De 591 gevangengenomen Amerikanen mogen naar huis. Ook Dave Wheat. Eenmaal thuis gaat hij al snel naar de familie van Rod Mayer en vertelt hen alles over zijn laatste vlucht. Wheat z’n kijk op het leven is door Vietnam voorgoed veranderd. “Als zich moeilijke situaties voordoen, is het voor mij makkelijker om beslissingen te nemen. Je realiseert je dat er slechtere dingen zijn die kunnen gebeuren.”

Dave Wheat tijdens een persontmoeting na terugkeer in Amerika (archief Defensiekrant).

Wheat blijft gedurende z’n carrière bij de marine werken en wordt opgeleid tot vlieger. Tot aan zijn pensioen maakt hij 2.400 vlieguren. Ze staan allemaal in zijn logboek, dat tussen 1965 en 1973 echter akelig leeg is.

Voor meer informatie over Dave Wheat kijk ook bij Lake Superior Magazine.