01

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 07

Over bananen en leiderschap

Tekst kapitein Arjen de Boer
Foto sergeant-majoor Gerben van Es

Nederland en coalitiepartners herzien trainingsmissie Irak

De ruggengraat van terreurgroep ISIS in Irak is gebroken. Toch trainen Nederlandse militairen nog steeds Koerdische strijders. Wat doen ‘we’ daar nog?

Karwan Saleh is een bouwvakker. Dakconstructies zijn z’n specialiteit. Een normale baan, maar Karwan is ook een sergeant-majoor van de Peshmerga, een Koerdische strijder. Vandaag heeft hij echter geen klauwhamer in zijn handen, maar een AK-47.

Tijdens een oefenpatrouille moet Karwan Saleh voorop lopen. Dat vraagt om een scherp oog, alert op verstoringen van de grond, want er kan bermbom liggen.

De Koerdische werkman is één van de duizenden Peshmerga die sinds begin 2015 zijn opgeleid door Nederlandse militairen en internationale bondgenoten op verzoek van de Iraakse overheid. Maar de trainingsmissie in Noord-Irak in de huidige vorm lijkt op zijn eind te lopen. Van de 4 Nederlandse trainingsteams zijn er 2 overgebleven, bestaande uit militairen van de Luchtmobiele Brigade en het Korps Mariniers. Binnenkort besluit de politiek of daar nóg een team vanaf gaat.

‘Het is momenteel rustig in onze regio’

Overlevingskansen

Hoofddoel van de missie is het trainen van strijdkrachten om ISIS te verslaan, vertelt luitenant-kolonel Karel van Dreumel, tot voor kort commandant van de Nederlanders binnen de Capacity Building Mission Iraq (CBMI). “Onze hoofdoelen waren: grotere overlevingskansen van de Peshmerga en effectiviteit tegen ISIS. Dat is gelukt”, zegt Van Dreumel die ook staflid was bij het Kurdistan Training Coordination Center.

Luitenant-kolonel Karel van Dreumel ziet een verschuiving in het accent van de trainingsmissie: van het trainen van kleine eenheden naar het opleiden van instructeurs en leiderschap.

Voorkomen terugkeer ISIS

De Koerden leren nu checkpoints bemannen en sociale patrouilles lopen om te voorkomen dat ISIS, dat ondergronds verder vecht, weer terugkeert. De coalitie wil zich echter richten op de ontwikkeling van leiderschap en opleiding van instructeurs. Voorbeeld is de Advanced Instructor Course, een soort onderofficiersopleiding. “In april is de eerste lichting klaar en die willen we meteen inzetten als trainer”, aldus Van Dreumel. “Eerst met ons, maar zo snel mogelijk zelfstandig.”

Tijdens de Advanced Instructor Course (AIC) moeten toekomstige Peshmerga-instructeurs veel meer zelf doen. Nederlandse trainers lopen wel mee, maar sturen alleen bij waar dat nodig is.

Banana meetings

Een andere kwestie is de gespannen verhouding tussen Bagdad en de Koerdische autonome regio. Na het referendum afgelopen september, waarbij Koerden kozen voor onafhankelijkheid, rukten Iraakse troepen op en namen Kirkuk in, een stad waar Koerden aanspraak op maken.

Hoofddoel missie is bereikt

“Onze opdrachtgever, de Iraakse overheid, kwam tegenover onze cursisten, de Koerden, te staan”, blikt de luitenant-kolonel terug. Een schizofrene situatie die zorgde voor kopzorgen. Bovendien ligt Menila, een locatie waar Nederlanders lesgeven, dichtbij de betwiste stad. “We vergaderden ’s nachts om 3 uur, een collega had koffie en bananen meegegraaid. De vraag tijdens deze banana meetings was: gaan we eruit of niet?” Dit was onnodig, omdat er snel een fragiele status quo ontstond. De Nederlandse overheid houdt in de gaten of het veilig is om verder te trainen.

Momenteel verzorgen militairen van de Luchtmobiele Brigade en het Korps Mariniers diverse trainingen in Noord-Irak. Er zijn 2 trainingsteams actief.

Karwan wacht af

“Het is momenteel rustig in onze regio”, zegt sergeant-majoor/bouwvakker Karwan. Hij denkt niet dat ISIS terugkeert, maar maakt zich meer zorgen om de relatie tussen de Koerden en Iraakse overheid na de inname van Kirkuk. “Nu dat is gebeurd, weet ik niet wat er op stapel staat. Ach ja, we kunnen enkel afwachten.”