Tekst kapitein Roel van de Wiel

Geniaal

Guillaume tijdens de nieuwjaarsloop op Kamp Castor. Hij is gekleed in het ideale 'carnavalstenue' van een genist: het geraamte van een HESCO-verdedigingsmuur.

Sluit je ogen en stel hem je voor: een kleine, geblokte man in militair deserttenue. Krap 1.70 meter lang, maar bij de schouders net zo breed. Effen Costa del Sol-teint en parelwitte glimlach. Zijn stampvolle kruiwagen geparkeerd voor de eetzaal, waar hij als ontbijt een emmer kiezelstenen wegkauwt. En daarna: aan het werk. Nou, dat is dus Guillaume.

Oké, ietwat overdreven misschien. Kapitein Guillaume is desondanks de ongekroonde Alpha op rots Castor. Iedereen kent hem, Nederlanders en Duitsers. Iedereen vindt de Brabantse Oldenzaler een goeie kerel en weet bovendien: He makes it happen.

Guillaume is de infraofficier van het Nederlandse contingent; verantwoordelijk voor alle infrastructuur. Legeringsgebouwen, HESCO-verdedigingsmuren, waterleidingen en bunkers. Alles gaat door de handen van de genieofficier.

Genisten reiken op een school in Gao schoolbanken uit, zelf gemaakt van houtrestanten.

Kapitein Roel van de Wiel is uitgezonden voor de VN-missie MINUSMA. Hij is als Public Affairs Officer geplaatst bij de Nederlandse eenheden op Kamp Castor in Gao. Hij schrijft tijdens zijn missie over de militairen, hun werkzaamheden en dagelijks leven in Mali.

Vuile handen

Guillaume werd in oktober door de geniewerken van de landmacht naar Mali gestuurd. Tot begin december, zeiden ze er in Wezep nog bij. Dan moest Kamp Castor netjes aan het Duitse contingent zijn overgedragen.

Hij kreeg een taakteam mee, ‘de jongens met de oranje broeken’. Dat sloeg op de felle kleur van het zand in Gao. Je kwam ze dan ook geheid ergens in een diepe geul op de militaire woestijncamping tegen. Vol in de brandende zon, lachend aan het graven en sleutelen aan de waterleidingen. En intussen geen centje pijn en de grootste lol. De genie in optima forma.

Kapitein Guillaume praat zijn Duitse collega bij.

Bijzonder

De Nederlandse missie in Mali draait om langeafstandsverkenners, die vanaf kampen in Gao en Kidal op zoek gaan naar nuttige informatie. Een waardevolle en bewonderenswaardige opdracht, mogelijk gemaakt door een heleboel specialisten.

De genisten zijn daarvan een bijzonder voorbeeld. Zij hebben die kampen uit de grond gestampt en voorzien van waterinstallaties, wegen, elektriciteit en gepantserde slaap- en werkvertrekken.

Ontembare bouwers zijn het, die in een loos uurtje nog even van een pallet een loungebankje maken. Of houtrestanten omtoveren tot een rij schoolbankjes voor de lokale jeugd. Wat moet je ook anders; stilzitten?

"Zonder Hauptmann Guillaume zou de tuin van Eggie een flink aantal bloemen armer zijn."

Regie

Guillaume droeg zijn werk 1 december officieel over aan een Duitse overste. Zelf bleef hij nog even, voor wat extra klussen. Regelde en bouwde met zijn team 3 bunkers in Kidal. Hield een strenge vinger aan de pols van de watervoorziening, een regelrechte game changer in Noord-Mali. En bleef, op z’n Hollands, de regie voeren in vergaderingen van de overste.

Brutaal? Deze week ontving Guillaume een officiële dankbrief van de Duitser, die zelf intussen alweer in die Heimat zat. “Zonder Hauptmann Guillaume,” schreef de Duitse collega met gevoel voor beeldspraak, “zou de tuin van Eggie een flink aantal prachtige bloemen armer zijn.”

Eggie staat voor de zelf gecreëerde afkorting EGI: Extremely Good Ideas. Alleen dankzij die creatieve topideeën, onmisbaar voor MacGyvers in de woestijn, kon Kamp Castor groeien en bloeien. De oberstleutnant wilde maar gezegd hebben: de Oldenzaalse genist is niet zomaar een kiezelvretende bouwvakker.

Genisten bouwen een bunker op het kamp in Kidal.

Topvorm

Kijk de Van Dale er maar op na: ‘genie’ is een eenheid  (bruggen)bouwers. Of: iemand met buitengewone gaven. Guillaume past het allebei. In Mali was de kapitein 4 maanden lang architect, voorman en werkpaard tegelijk. Zo kreeg hij iedereen met zich mee. Een genist in topvorm, ietwat overdreven: ‘geniaal’. Dinsdag is hij weer thuis.