Tekst ritmeester Jessica Bode
Foto kapitein Michel Busch
Na 5 maanden Irak als praktijkopleider naar huis
Nederlandse militairen die in Irak Koerdische en Iraakse eenheden trainen in de strijd tegen ISIS, krijgen daar een officieel erkend certificaat ‘praktijkopleider’ voor. Dit certificaat is ook in de burgermaatschappij erg waardevol.
Voor het opleiden van de Iraakse soldaten, staan de Nederlandse militairen dagenlang voor klassen met soms wel 40 cursisten. Daarbij worden veel didactische vaardigheden opgedaan, maar tot voor kort werd de opgedane kennis en ervaring in Nederland niet erkend.
“Daar is verandering in gekomen. De vorige lichting heeft inmiddels een diploma ontvangen”, benadrukt sergeant-majoor Guus, de compagniesergeant-majoor (CSM) van CBMI IX. “Een papiertje is tegenwoordig ontzettend belangrijk als je ergens aan het werk wilt of wil doorstromen. Bovendien is het een stukje erkenning en motivatie voor onze soldaten, mariniers en korporaals.”
Dit certificaat is ook in de burgermaatschappij erg waardevol
Geen speciale cursus
Voorafgaand aan de opleidings- en trainingsmissie in Irak is er voor de Nederlandse docenten in de dop geen speciale cursus waar ze leren hoe ze Iraakse soldaten moeten opleiden. “Het is kennis en ervaring die telkens wordt overgebracht”, reageert Guus.
Niet lezen en schrijven
De cursus tot praktijkopleider kan ook in Nederland worden gevolgd. Je gaat eerst 3 dagen naar school en daarna moet je maandenlang bij een militaire eenheid praktijkervaring opdoen. In Irak is dat systeem anders. “Je doet vanaf dag één praktijkervaring op, de hele uitzending lang. De cursus krijgt een andere dimensie, want het is nogal een complexe leeromgeving.”
Zo zijn de meeste lessen in het Engels en wordt veelvuldig gebruik gemaakt van tolken. Over het algemeen kunnen de Koerdische cursisten niet lezen en schrijven, waardoor je met gebaren en tekeningen moet kunnen uitleggen. “En vergeet niet dat je onder verzwaarde omstandigheden aan het werk bent, zoals enorm hoge temperaturen”, benadrukt Guus.
Cijfer
Het certificaat krijg je dan ook niet zomaar. “Je moet aan internationaal vastgestelde regels en eisen voldoen. Er zijn verschillende boeken die je moet lezen, opdrachten die je moet maken en gedurende de hele uitzending wordt een dossier bijgehouden. Voor proeve van bekwaamheid krijg je een cijfer en die scorelijst wordt, samen met aantekeningen, door het Expertisecentrum Opleidingskunde Defensie (ECOD) in Nederland geëvalueerd. Zij bepalen uiteindelijk of iemand het certificaat verdient of niet."
“Behalve dat je goed voorbereid en vakkundig moet zijn, ben je ook een voorbeeld voor anderen, moet je cursisten motiveren en bijvoorbeeld zorgvuldig omgaan met vertrouwelijke informatie. Onze manschappen die hier instructeur zijn, hebben nu laten zien dat ze het kunnen.”
