07

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 23

Roel vanuit Mali

Tekst kapitein Roel van de Wiel

Waka Waka

'Mamma Appelsap' noemen ze het op de radio: je kent de tekst van een liedje niet precies, dus je maakt er iets van dat erop lijkt. Dat Michael Jackson in de discoklassieker 'Wanna be starting somethin’ het onbegrijpelijke Ma-coo-sa zong; wat geeft het? Fijne muziek behoeft geen tolk, woordenboek of ondertiteling.

'Muziek is de moedertaal van het hart', schreef filosoof Ernst Hohenemser ooit. Gelukkig maar, want in Noord-Mali zijn de voertalen Bambara, Songhai, Tamasheq, Fulani en Frans. Het kan voor ‘Jan Kaas op safari’ daarom geen kwaad het ijs af en toe te breken met een muzikaal intermezzo. Of hij de songtekst nou kent of niet.

De Nederlandse militairen trokken flink de aandacht.

Zelfgemaakte schoolbanken

Een groep Nederlandse militairen stond vorige week op de binnenplaats van een klein weeshuis in een buitenwijk van Gao. Klein en propvol, want het tehuis telde ondanks een ernstig beperkend oppervlakte meer dan vierhonderd kinderen. Waarvan ruim tweehonderd ouderloos. De Nederlanders infanteristen (vechters) en genisten (bouwvakkers) van de landmacht, waren op bezoek om zelfgemaakte schoolbanken weg te geven. Sowieso al een bijzonder tafereel.

Netjes in L-vorm

De kinderen, van peuters tot jonge pubers, waren voor de Nederlandse gasten netjes in een L-vorm op de binnenplaats opgesteld door een docent/ordebewaker. Dat kostte hem moeite, want al die melkwitte knakkers op bezoek is natuurlijk razend interessant. En die binnengedragen houten bankjes en tafels al helemaal.

Kinderen in het weeshuis waren dolblij met de schoolbanken, geschonken door infanteristen en genisten.

De docent nam zijn werk, in dit geval rechte rijen kinderen, zeer serieus. Met een wapperend rood petje hield hij de kinderen op afstand, hoe graag ze ook op het bezoek en alle gave spulletjes af wilden stormen.

Waka waka hé hé

Maar ja 'muziek brengt een soort genoegen teweeg waar de menselijke natuur niet buiten kan', zo sprak beroemd filosoof Confucius eens. Dat die verstandige dingen zei, bewees een van de Nederlandse genisten vervolgens drieduizend jaar later. De korporaal in kwestie begon in een hoekje van de binnenplaats ineens ritmisch te klappen en zingen. Gewoon, voor de gezelligheid: 'Nanina hé hé. Waka waka hé hé.'

In het kleine weeshuis in een buitenwijk van Gao wonen vierhonderd kinderen, waarvan tweehonderd ouderloos.

Voltreffer

Een soort Mamma Appelsapje, maar toch een regelrechte voltreffer. De kinderen om hem heen herkenden de klanken meteen en waren niet meer te houden. Dansend en springend vielen ze bij: “Tsamina mina zangalewa. This time for Africa.” Een onvervalst stukje Shakira, spontaan in koor in een kale buitenwijk van Gao.

Stoere soldaten en jonge weeskinderen

Wist iemand hier dat het Waka Waka ooit door de Colombiaanse popzangeres is geleend van het Kameroense soldatenlied Zangaléwa? Dat dat in heel Afrika nog door jongeren wordt gezongen. Vast niet, maar wat doet het er toe? Het bracht op dit ene moment een ontwapenende klik tussen onze stoere soldaten en deze jonge weeskinderen. Daar kreeg geen zwaaiend rood petje meer verandering in.

Dat doet muziek, waar ook ter wereld. Altijd weer. In de moedertaal van het hart begrijpen we elkaar feilloos. Waka waka hé hé!