Tekst Evert Brouwer
Foto Ministerie van Defensie Hongerije
Investeringen in personeel en materieel
Na jarenlange bezuinigingen investeert Nederland weer volop in de krijgsmacht. Maar ons land is zeker niet het enige land dat het defensieapparaat de komende jaren met een groeiend budget versterkt. Ook voormalig Oostblokland Hongarije timmert aan de weg en wel met het 'Zrinyí 2026'. Dit ambitieuze tienjarenplan moet het leger nieuw leven inblazen.
Bijvoorbeeld met drones uit eigen land, nieuwe vrachtwagens, moderne waterzuiveringsinstallaties en nieuwe CBRN-voertuigen. Maar ook meer regionale samenwerking en een grotere bijdrage aan missies van de Verenigde Naties, NAVO en EU.
Verouderd materieel, tekort aan personeel en een slinkend budget dat daalde tot onder de één procent van het Bruto Nationaal Product, heeft het leger dik 25 jaar na de ontbinding van het Warschaupact uitgeput. “We hebben genoeg redenen om ons zorgen te maken voor de toekomst. Daarom alleen al is het belangrijk te beschikken over een sterke krijgsmacht”, stelt een van de Hongaarse staatssecretarissen van Defensie, Gábor Földváry.
Slijten
Om de strijdkrachten het tweede decennium van deze eeuw in te trekken is een groot aantal initiatieven ontwikkeld. Meest in het oog springend zijn de onbemande toestellen zoals de Bora en de Ikran. Deze drones, maar ook nieuwe vrachtwagens en lichte infanterievoertuigen van eigen industrie hoopt Hongarije ook buiten de eigen grenzen te slijten. “Van de plank kopen was misschien wel mogelijk, maar er zijn speciale wensen. Bovendien willen we de kennis in eigen huis hebben”, zei Tibor Szilvágiyi van defensiebedrijf EI.
Personeel
Een investering in materieel is niet voldoende. De afgelopen jaren zijn de gevechtseenheden leeggelopen. Er zijn zo’n 3.400 vacatures. Een herschikking van de bataljons heeft dat niet kunnen verhullen. “Bovendien moeten zo’n drieduizend van onze militairen zich de laatste jaren bezighouden met het steunen van de grenspolitie. Het tegenhouden van de stroom migranten uit Noord-Afrika aan onze grenzen heeft de prioriteit”, vertelde de (internationaal) invloedrijke generaal-majoor buiten dienst János Isaszegi.
‘Minimaal 11.000 militairen nodig voor alle taken in binnen- en buitenland’
11.000 militairen
Omdat zo’n duizend militairen van de Hongaarse landmacht actief zijn en waren in Bosnië-Herzegovina (SFOR), Kosovo (KFOR), Cyprus (UNFICYP) en de Sinaï (MFO) zijn er niet veel soldaten over voor andere noodzakelijke werkzaamheden als oefeningen en opleidingen. “We hebben meer infanteristen, boots on the ground, nodig. In totaal moeten we er minimaal elfduizend hebben om al onze taken in binnen- en buitenland te kunnen voortzetten”, aldus generaal Isaszegi.
Werving
De regering-Orbán maakt er serieus werk van om de huidige generatie militairen te behouden en de werving te versterken. Zo zijn de salarissen aanzienlijk verhoogd. Naast de dertigduizend voltijds militairen wil defensieminister Simicskó zo’n twintigduizend reservisten werven die voor de veiligheid in de regio’s moeten zorgen.
Modernisering krijgsmacht hoog op de agenda
Een prettige bijkomstigheid is dat de interesse in een opleiding tot officier bij het Luduvika Battalion, de Hongaarse militaire academie, toeneemt. “Zowel de landmacht als de luchtmacht is nu een aantrekkelijke werkgever voor de jongeren. De kans is groot om wat van het buitenland te zien en je krijgt een goed inkomen”, weet majoor Péter Leib, hoofd Operaties van de academie. Hij is zelf het wandelend voorbeeld, met tal van opleidingen in de Verenigde Staten en drie uitzendingen naar Afghanistan.
170 jaar
De modernisering van de land- en luchtstrijdkrachten staat hoog op de prioriteitenlijst van de regering (Hongarije heeft alleen patrouillevaartuigen op de Donau als 'marine'). Minister van Defensie István Simícskó zegt: “We hebben een complex plan, dat erop is gericht de Hongaarse Defensie, die volgend jaar 170 jaar bestaat, uit te rusten met het beste materieel. Het gaat dan zowel om het moderniseren van bestaande middelen als de aanschaf van nieuwe spullen. Een eerste stap was het afstoten van de versleten Yak-trainingsvliegtuigen en de aankoop van moderne (Tsjechische) Zlin-verkenningstoestellen."
Bezuinigingen
Vooral de Hongaarse landmacht heeft het in het verleden zwaar te verduren gehad. De lichte wapens zijn nog van ver in de vorige eeuw. Het arsenaal van 44 Russische T-72 gevechtstanks, al ruim 45 jaar oud, en de BTR-infanterievoertuigen hebben hun beste tijd ook al ver achter zich. De pantsers hebben wel een upgrade gekregen, zodat ze nog een jaar of vijf meekunnen met NAVO-oefeningen.
De luchtmacht heeft verder tot op de draad versleten AN-26 transportvliegtuigen, vijf Mi-8 en vijf Mi-17 transporthelikopters. Een aantal daarvan heeft een opknapbeurt gehad, maar de inzetbaarheid is desondanks gering. Alleen de veetien geleasede JAS-39 Saab ‘Gripen’ gevechtsvliegtuigen kunnen het stempel ‘modern’ krijgen. Ze zijn al een aantal keer ingezet bij de NAVO-missie Baltic Air Policing, waaraan ook Nederland meedoet.