Tekst ritmeester Jessica Bode
Foto René Verleg en privécollectie
Bij tandartsen, dominees, muzikanten en bedrijfsmaatschappelijk werkers denk je misschien niet direct aan Defensie. Toch werken hier vele honderden ‘specialisten’. Zij hebben hun opleiding en werkervaring opgedaan in de burgermaatschappij en zetten hun kennis nu in voor de krijgsmacht. De laatste specialist die trots over zijn passie vertelt, is sergeant-majoor hoofdinstructeur militaire sport Marc ’t Hart (35).
“Mensen denken dat wij er alleen zijn om je schreeuwend af te beulen. Associëren ons met gymzalen en hardlopen met zware boomstammen. Maar niets is minder waar. We organiseren ook teamactiviteiten zoals bingo’s en pubquizzen. We zijn er voor inspanning én ontspanning”, benadrukt Marc.
Zijn takenpakket is omvangrijk. Uiteraard verzorgt hij sportlessen op zowel ‘zijn’ vliegbasis in Leeuwarden, als tijdens oefeningen en uitzendingen. Dat varieert van kracht- en fitnesstrainingen tot yoga en spinning. Daarnaast neemt hij de Defensie Conditieproeven af (de DCP is de jaarlijkse sporttest voor militairen, red.), helpt hij sporters om af te vallen en stelt hij schema's op voor geblesseerden.
“Op uitzending voeren we bijvoorbeeld ook het acclimatiseringsprogramma uit. Het is soms bloedheet in missiegebieden en je kunt je voorstellen dat je daar wel even aan moet wennen. Dan gaan de militairen bijvoorbeeld onder begeleiding meerdere keren per dag wandelen om aan de temperaturen te wennen.”
WERKZAAMHEDEN
Wat een sportinstructeur bij Defensie precies doet, is afhankelijk van de basis waar hij wordt geplaatst. Zelfs per krijgsmachtdeel kan het variëren. Een instructeur op een basis heeft een ander takenpakket dan die bij een opleidingsinstituut. De eenheden op de vliegbasis Leeuwarden waar Marc is geplaatst, zijn veel weg. Met bijna elke uitzending of oefening gaat er een instructeur mee.
Dat er in oefen- en missiegebieden überhaupt gesport kan worden, is ook aan de instructeurs te danken. “Je zet daar de sportlocatie op. Je zorgt ervoor dat de juiste apparatuur vanuit Nederland meegaat en ik cross de stad door op zoek naar bijvoorbeeld zwembaden en andere geschikte ontspanningsmogelijkheden. Maar je zet ook loop- en mountainbikeroutes uit in de omgeving.”
En niet te vergeten de ontspannende activiteiten. Van ijskarten en bonbons maken tot een cultureel uitstapje naar een museum. “Stoom afblazen is heel belangrijk.”
Marc is geboren in Nieuw-Milligen. Met een gymlerares als moeder was hij constant in beweging. Na de HAVO koos hij voor een sportopleiding en liep stage op de Koninklijke Militaire Academie (KMA) in Breda en later bij het Centrum voor Mens en Luchtvaart in Soesterberg. “Mijn enthousiasme voor Defensie was gewekt”, reageert hij.
DUTCH CORNER
Instructeurs militaire sport zijn in missiegebieden ook de baas van de zogenoemde Dutch Corner. Marc: “Je zorgt voor evenementen, dat er barpersoneel is dat niet-alcoholische dranken schenkt en dat de bitterballen vanuit Nederland zijn meegenomen.”
Na zijn afstuderen in 2006 solliciteerde Marc op de functie van sportinstructeur bij Defensie. “Ik werd aangenomen, maar dan kun je niet direct aan het werk. Omdat het een militaire functie is, moest ik eerst 4 maanden naar de Algemeen Militaire Opleiding. Aansluitend stond er een vaktechnische sportopleiding van 15 weken op het programma.”
‘Wij kunnen overal ter wereld een toegevoegde waarde zijn”
Marc werd in Gilze-Rijen tussen de helikopters geplaatst. “Toen ik net binnen was, mocht ik direct een maand naar het Afghaanse Kandahar om een collega af te lossen. Wat een ervaring was dat. Begin dit jaar zat ik nog 6 weken in Litouwen.”
Marc is dol op z´n werk, maar constateert dat de jeugd die net binnen is bij Defensie niet erg fit is. “En omdat we langer door moeten werken, krijg je steeds meer oudere medewerkers die problemen hebben om fit te blijven. Dat zijn wel 2 aandachtspunten. Het blijven snijden in het instructeursbestand werkt uiteraard niet in ons voordeel.”
Marc sluit af: “Hoe dan ook, we zijn er voor iedereen en dat onder het motto ‘fit for airpower’.”
