Tekst André Twigt
Foto sergeant Hille Hillinga

Black Horse brengt Korps Mariniers en US Marine Corps tezamen

Voelen mariniers zich thuis in de woestijn? Zeesoldaten werken toch het liefst op de grens van water en land? De absolute specialiteit van het Korps is inderdaad amfibische operaties, maar 351 jaar na de oprichting blijken mariniers over een uitzonderlijk aanpassingsvermogen te beschikken. Zo uitzonderlijk dat hun operationele hoogtepunt dit jaar in de Mojave Desert in de Verenigde Staten plaatsvond.

Om van integratie te kunnen spreken, vaardigt het US Marine Corps tijdens Black Horse 2017 enkele pelotons zware wapens af. De ondersteuning met het Paladin 105 mm artilleriesysteem gaat vanwege de gespannen situatie met Noord-Korea niet door.

Mariniers zijn meer dan bekend met zanderige gebieden. De afgelopen decennia was de lichte infanterie (mariniers behoren tot de lichte infanterie, red.) bij herhaling actief in Afghanistan en Irak. Niet zo vreemd dat het rotsachtige, onherbergzame oefenterrein Twentynine Palms voor hen min of meer vertrouwd aanvoelt. Op het hier gevestigde Marine Corps Air Ground Combat Center beoefenen ze samen met Amerikaanse collega’s hoe ze tegenstanders onder druk moeten houden én uitschakelen. 

Samen oefenen

Eenheid van dienst is 13 Raiding Squadron uit Doorn, ondersteund door de Amerikaanse 1st Marine Division. “Door samen te oefenen, kunnen Amerikaanse en Nederlandse mariniers in het echt ook heel nauw met elkaar samenwerken en zelfs elkaars eenheden onder bevel nemen”, begint majoor Anton. Combined Arms Exercise Black Horse 2017 is voor beide landen dan ook van groot belang.

Amerikaanse mariniers ondersteunen de Nederlanders onafgebroken bij de training die de staf van 13 Raiding Squadron bedacht. De Yanks zijn vriendelijk en een grote hulp. Bovendien maken ze de integratie compleet.

Kleine broer, grote broer

Vergeleken met het US Marine Corps is het Korps Mariniers heel klein. De grote broer is met een troepensterkte van 182.000 (exclusief 38.000 man reserve) bijna 75 keer groter. Daarbij bezit het US Marine Corps dik 2500 pantservoertuigen, inclusief 400 hoogwaardige gevechtstanks. Verder heeft ze de beschikking over zo’n 850 gevechts- en transportvliegtuigen en 300 helikopters.       

Sommige manoeuvres vinden bij duisternis plaats.

Tijdens de schietoefeningen en manoeuvres tegen een onzichtbare tegenstander zijn onder meer een tankpeloton met zware Abrams tanks en een antitankpeloton actief. “Eenheden die we zelf niet in de bewapening hebben,  maar die we in voorkomend geval wel kunnen tegenkomen op het slagveld”, aldus de oefenleider.

Vanachter de linies voert majoor Anton (rechts) een strakke regie over het gevecht.

Overdenking

Vanachter de linies voert Anton een strakke regie. Dat moet, want simultaan optreden met zwaar materieel en ’loslopende’ infanterie vergt bij iedere stap een overdenking. 

Met een tikkeltje fantasie kan Twentynine Palms prima doorgaan voor brandhaarden als Irak, Syrië of Afghanistan. Vanwege die gelijkenis is de oefenlocatie van groot belang bij het opwerken van de vele gevechtsbrigades die het US Marine Corps telt. De schaal waarop dan wordt geoefend, is voor Nederlandse (marniers-)begrippen onvoorstelbaar. Verbanden van dik 5 á 6000 man en een paar duizend voertuigen zijn geen uitzondering.

Om de training zo echt mogelijk te maken wordt, na een zorgvuldige voorbereiding, 2 dagen lang met scherp geschoten. Dat kan op Twentynine Palms heel goed. Op de 1200 vierkante mijl grote lap grond kan een blind paard geen schade aanrichten. Krombaan- of vlakbaanvuur? No problem. Vanuit de lucht trouwens ook niet. 

Tijdens Black Horse verlopen alle tactische zetten gefaseerd. Te allen tijde wil de oefenleiding defasering uitsluiten. Niets is erger dan op je eigen troepen te vuren. Het Korps Mariniers maakt er werk van minstens één keer per jaar een geïntegreerde training op compagniesniveau te houden.