Opboksen tegen staatsamateurs

Militaire vijfkampploeg optimistisch naar WK

Met in het achterhoofd de goede resultaten in de kwalificatietoernooien is de militaire vijfkamp-equipe hoopvol afgereisd naar het wereldkampioenschap, van 29 juli tot 6 augustus in Ecuador. Toch wordt Oranje hoogstwaarschijnlijk geen wereldkampioen. Oorzaak: de moordende concurrentie. “We willen proberen om één van de vijf onderdelen te winnen”, zegt chef d’équipe majoor Henri van der Linde.

Het is het aloude liedje: Oranje (3 dames, 4 heren) moet op de Ecuadoraanse marinebasis Salinas opboksen tegen staatsamateurs uit onder meer Rusland, Brazilië, Duitsland, Oostenrijk en China. In tot wel heel schrille tegenstelling tot de Nederlanders krijgen zij de mogelijkheid om fulltime te sporten. “De heren doen het goed als ze in de eindrangschikking bij de eerste helft eindigen. De dames hebben als team mogelijk medaillekansen”, maakt Van der Linde de balans op.

Stijgende lijn

Hoe het ook uitpakt, aan de vorig jaar oktober begonnen voorbereiding ligt het niet. Zo leverde de herenploeg tijdens WK-kwalificatietoernooien van het Conseil Internationale du Sport Militaire (CISM) in Europa een prima prestatie door een zilveren plak te halen. Daarnaast vertonen de trainingsprestaties de afgelopen weken een stijgende lijn, weet Van der Linde. Nationaal militair kampioen bij de dames korporaal-1 Lindsay van de Pol gokt op een plek bij de eerste 20 van het klassement. “Lukt dit, dan heb ik het knap gedaan.” De luchtmachtmilitair, sterk op hindernisbaan, zwemmen en hardlopen, deed vorig jaar voor het eerst mee aan het WK. Werd ze toen geplaagd door spanningen, nu kan ze daar beter mee omgaan, vertelt ze. “Zonder mezelf gek te maken streef ik ernaar om elk WK een stapje vooruit te doen. Ik ga optimistisch naar Ecuador.” 

Nederlands militair kampioen bij de mannen korporaal-1 Jonathan Otter verkeert naar eigen zeggen in bloedvorm. De volgens hemzelf geboren vijfkampatleet hoopt op het WK persoonlijke records te verbeteren. Vooral bij het zwemmen, samen met de hindernisbaan zijn sterkste onderdeel. “Voornamelijk als team kunnen we een goede prestatie neerzetten. Ook staatsamateurs maken in sportwedstrijden fouten”, zegt de landmachtmilitair, goed hersteld van een vorig jaar in een wedstrijd afgescheurde kruisband. 

Korte kennismaking

Vanwege de onbekendheid van de sport - een puur militaire aangelegenheid - speelt het WK (34 landen) zich in anonimiteit af. Daarom een korte kennismaking. De als zomersport bedoelde militaire vijfkamp herbergt alle elementen van het leven van de militair. Denk aan kracht, lenigheid, goede lichaamscoördinatie en uithoudingsvermogen. “Ook mentaal moet je sterk in je schoenen staan en kunnen omgaan met teleurstellingen. Je kan niet alle onderdelen goed doen. Fouten, groot en klein: je máákt ze”, vertelt Van der Linde, in het dagelijks leven hoofd Bureau Opleidings- en Trainingsontwikkeling van de LO & Sportorganisatie van de landmacht.

En wat zijn die onderdelen? Schieten (10 schoten; 10 duur- en 10 snelvuur), hindernisbaan (500 meter, 20 obstakels), zwemmen (50 meter), handgranaatwerpen (precisie- en verteworpen). Na vier onderdelen bepaalt de organisatie op basis van de tussenstand de startvolgorde voor het laatste programmapunt, de crosscountry. De op dat moment nummer één van het klassement gaat als eerste uit de startblokken. Ligt hij bijvoorbeeld 12 punten voor op nummer twee, dan start hij evenzoveel seconden eerder. Vervolgens is het de bedoeling dat de nummer twee op nummer één ‘jaagt’ en zo verder, in jargon ‘jachtstart’. De volgorde van binnenkomst bij de cross bepaalt de eindstand. 

Trainingsbeest

Aan welke eisen moet een goede vijfkamper voldoen? In de eerste plaats moet hij allround sporter zijn, legt Van der Linde uit. Ook moet je volgens de majoor een ‘trainingsbeest’ willen zijn, wekelijks ben je al snel twintig uur in touw. Een blessuregevoelige sport? Ja, benadrukt Van der Linde. Vooral bij granaatwerpen en op de hindernisbaan krijgen gewrichten, spieren en pezen het zwaar te verduren. “Als je niet oppast scheur je een kruisband af of verzwik je een enkel. Bij een val kun je een pols breken of een vinger schiet uit de kom. Aan de andere kant moet je je fysieke grenzen absoluut willen opzoeken. Dat is nu eenmaal de essentie van de militaire vijfkamp.”