Tekst tweede luitenant Bianca Brasser
Foto Lilian van Rooij en videostills uit afleveringen

Een man staat aan de poort van het Nederlandse militaire kamp in Afghanistan. Een baby in zijn armen. Het kind is gebeten door een slang en de vader smeekt om tegengif. Maar de ampullen zijn schaars en moeten bewaard blijven voor militairen. Dat betekent de dood voor de baby, zo weet militair verpleegkundige Yvonne van Nieuwburg, die oog in oog staat met de wanhopige vader. Ze stuurt hem weg. Beslissingen nemen en beslissingen uitvoeren. Daar gaat het over in de tv-serie Kijken in de ziel, waarin Coen Verbraak 11 militairen interviewt.

x

Wat en wie moet je zijn om militair te zijn? En wat houdt dat in? Afgelopen maandag was de eerste aflevering van Kijken in de ziel te zien op NPO2 om 21.15 uur. De komende maandagen volgen er nog 5 waarin militairen op de stoel tegenover Verbraak zitten. 

Links: Onderzeebootcommandant, luitenant ter zee der eerste klasse Pieterbas Peters. Rechts: militair verpleegkundige, sergeant-majoor Yvonne van Nieuwburg.

Lastig

Militairen interviewen? Niet doen, was het stellige advies van mensen in de omgeving van Verbraak. Die mannen en vrouwen praten niet. Het zijn binnenvetters, zo werd gesuggereerd. Een 6-delige tv-serie met militairen maken, dat wordt helemaal niks.

Maar de nieuwsgierigheid overwon het advies en Verbraak koos met hulp van Defensie 11 militairen. Van een helikoptervlieger tot een marineduiker en van sergeant-majoor tot de hoogste militair generaal Tom Middendorp. “In het begin was het wel moeilijk”, erkent Verbraak. “We komen uit 2 totaal verschillende werelden. Zij zien opeens cameramannen en mensen van het licht om hen heen lopen en denken: wat zijn dit voor rare knakkers. Mijn doel is om binnen 5 minuten de ander te laten vergeten waar hij of zij is, maar dat is bij militairen lastig. Zij zien veel. En ze zijn er op getraind niet te veel te vertellen. Zeker het eerste half uur waren zij aftastend. Onbedoeld stralen ze iets uit van: krijg mij maar te pakken.” 

Links: Luchtgevechtsleider kapitein Merijn Kerkhofs. Rechts: Koninklijke Marechaussee adjudant-onderofficier Peter Wolfs.

Duivelse dillema's

Een vonk, een klik, dat is waar Verbraak op hoopt tijdens een interview. En daar werd dan ook uitgebreid de tijd voor genomen. Elke militair werd zo'n 3 uur geïnterviewd. “De factor tijd valt vanzelf weg in een goed gesprek”, zegt Verbraak. “Maar uiteindelijk blijven er nog geen 20 minuten per persoon over aan uitzendtijd.”

 

Links: Groepsoudste Korps Mariniers, kolonel Jarst de Jong. Rechts: F16-vlieger, kolonel Johan van Deventer.

Het verhaal van brigadegeneraal Jan Swillens die een collega voor zijn ogen om het leven ziet komen, maakte veel indruk op Verbraak. “Hij vertelt hier ingetogen over, maar je voelt de emotie.” Ook het eerder genoemde duivelse dilemma over de militair verpleegkundige die een baby de dood in moet sturen, houdt de gedachten van Verbraak bezig. “Dat baby'tje aan die poort. Yvonne die daar staat. Ze weet dat het kindje dood gaat. Dat breekt mijn hart. Ik kan heel lang blijven nadenken: wat is nou de beste beslissing?” 

Links: Marineduiker, luitenant ter zee der eerste klasse Sander Kool. Rechts: Militair psycholoog, luitenant-kolonel Liesbeth Horstman.

Het begin

De serie Kijken in de ziel begon in 2009 met het interviewen van psychiaters. Een eenmalig iets, dacht Verbraak toen. Maar de vraag hoe professionals moeilijke beslissingen nemen met grote gevolgen, fascineerde Verbraak. Strafpleiters, politici, artsen en rechters namen de jaren er na plaats tegenover hem. En nu dus ook militairen. “Niet de eerste doelgroep waar ik aan dacht”, bekent hij. “Maar de laatste jaren is de situatie in de wereld veranderd. Ik besef mij hierdoor meer: als het er op aankomt, zijn wij afhankelijk van Defensie. Ik werd nieuwsgierig: Wie zijn deze militairen? En is ons land in goede handen als er nood aan de man is?

Links: Commandant 43 Gemechaniseerde Brigade brigadegeneraal Jan Swillens. Rechts: Helikoptervlieger, kapitein Roël Boezen.

Antwoord

In de intro van de eerste aflevering vraagt Verbraak dat zich ook hardop af. Nu, 33 uur aan gesprekken met militairen verder, denkt hij het antwoord te hebben. “Voordat ik deze serie maakte, dacht ik bij militairen aan het type vechtjas. Niet de meest genuanceerde mensen die er in Nederland rondlopen. Dat beeld is veranderd. De militairen die ik heb gesproken zijn geen heethoofden, maar verstandige, zinnige mensen waar ik vertrouwen in heb. Ons land is bij hen in goede handen.”