Tekst tweede luitenant Jessica Bode
Foto sergeant Sjoerd Hilckmann

Bij tandartsen, dominees, muzikanten en bedrijfsmaatschappelijk werkers denk je misschien niet direct aan Defensie. Toch werken hier duizenden ‘specialisten’. Zij hebben hun opleiding en werkervaring opgedaan in de burgermaatschappij en zetten hun kennis nu in voor de krijgsmacht. 10 van hen vertellen trots over hun passie. In deze editie het verhaal van geestelijk verzorger majoor Marco Spies. 

“Als pastoraal werker was ik binnen onze parochie altijd de jongste. Hier bij Defensie werk ik nu ook met mensen die jonger zijn dan ik”, reageert Marco opgewekt. Na 10 jaar op verschillende plekken te hebben gewerkt in het bisdom, koos hij precies 10 jaar geleden voor een carrière bij de krijgsmacht. 

Luisterend oor

“Wat ik hier doe is militairen, het thuisfront, veteranen en burgermedewerkers tot steun zijn. Veel medewerkers maken indrukwekkende dingen mee. Ervaringen die zij niet altijd met iedereen kunnen delen. Geestelijk verzorgers (gv’ers) zijn dan een luisterend oor”, benadrukt Spies, die als aalmoezenier het katholieke geloof belijdt. 

Theologie en filosofie

Zijn vader was vlieger bij de luchtmacht en als kind wilde Spies niets liever dan dat. Maar kleurenblindheid verhinderde een carrière in de wolken. “Uiteindelijk ging ik theologie en filosofie studeren en werd op m’n 27e pastoraal werker. Toch bleef Defensie altijd kriebelen. Ik wist dat ze in het verleden aalmoezeniers zochten en trok de stoute schoenen aan.”

Hij zocht contact met de Dienst Rooms Katholieke Geestelijke Verzorging en mocht op gesprek. Na een half jaar waren de medische- en psychologische keuringen achter de rug, werd hij aangenomen en begon aan de verkorte officiersopleiding op de Koninklijke Militaire Academie (KMA) in Breda. 

SPEC-OPLEIDING

Voor deze specialistenfuncties moet je - na een vakinhoudelijke studie - de verkorte officiersopleiding volgen aan de Koninklijke Militaire Academie in Breda. Tijdens deze interne opleiding tot Officier Specialist word je in 10 weken klaargestoomd tot militair.

Je leert basisvaardigheden zoals schieten, maar ook hoe het is om dagenlang in het bos te bivakkeren. Een spannende uitdaging die je met een dosis enthousiasme en doorzettingsvermogen aan kunt.

Eenmaal op de werkvloer ga je aan de slag in jouw vakgebied, in binnen- en buitenland. Want je kunt ook uitgezonden worden naar missiegebieden.

Officieel geen militairen

GV’ers volgen dan wel een verkorte militaire opleiding en gaan ook mee naar missiegebieden, maar officieel zijn het geen militairen. “We zitten een beetje tussen burgermedewerkers en militairen in. We dragen wel een uniform om zoveel mogelijk bij militairen aan te sluiten, maar we dragen geen wapen. We zitten niet in de hiërarchische lijn en hebben een ambtsgeheim.”

Geestelijk Verzorger Spies tijdens zijn werk in missiegebieden.

Operationele eenheid

Spies kan in principe binnen de gehele organisatie geplaatst worden. Zo was hij jarenlang actief bij verschillende operationele eenheden en vorig jaar zomer werd hij op de KMA geplaatst; daar waar hij zelf ook begon. “Het werk is verschillend. Met een operationele eenheid ga je mee op missie om militairen te ondersteunen en op het opleidingsinstituut ben je er vooral voor cadetten, de staf en instructeurs. Maar het doel is hetzelfde; je wilt er zijn, zodat mensen kunnen praten, raad vragen of stoom afblazen.”

Uiteenlopende gesprekken

De gesprekken die ‘de aal’ voert zijn zeer uiteenlopend. Het kunnen cadetten zijn die moeite hebben met hun opleiding of met relatieproblemen. Naast gesprekken verzorgt hij ook lessen en zogenoemde bezinningsdiensten tijdens bivakken. 

GELOOF

Geestelijk Verzorgers bij Defensie hebben verschillende geloofsovertuigingen. Zo zijn er afgevaardigden van de Katholieke en Protestantse kerk, het Hindoeïsme, Jodendom en Islam. Ook zijn er humanistisch raadsmannen- en vrouwen.

Bekeren

Hoewel Spies een religieuze achtergrond heeft, benadrukt hij dat het tijdens zijn gesprekken niet altijd over het geloof gaat. “Sterker nog, heel vaak hebben we het er ook niet eens over. Ik ben er niet op uit om mensen te bekeren.”