Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 08

‘Er moet wat gebeuren’

Tekst Jack Oosthoek
Foto Louis Meulstee

In hoeverre is er toekomst voor judo binnen Defensie? Die prangende vraag dringt zich op sinds het jongste open militair kampioenschap in Lelystad slechts een handvol militairen trok. Het zal een gevecht worden om de ooit populaire sport nieuw leven in te blazen. De meningen in Lelystad. 

Tijdens het open militair kampioenschap betreden 50 judoka’s de mat, onder wie 15 militairen. Een teleurstellend aantal, beaamt 1ste luitenant Robin van Pelt van de organisator van het OMK, de sportcommissie van de Marechaussee. “In samenspraak met het Bureau Internationale Militaire Sportwedstrijden (BIMS) willen we de mogelijke oorzaak evalueren. Viel het kampioenschap samen met een ander evenement? Was er die dag een grote oefening? We weten het nog niet, wel dat er wat móet gebeuren. Zo kan judo via sociale media als Facebook of LinkedIn veel meer onder de aandacht worden gebracht. Ook de inschrijvingsmethode kan toegankelijker. Die moet zoals de Sportcommissie Koninklijke Landmacht al een tijd doet via internet lopen in plaats van intranet.”

Grondgevecht op het scherpst van de snede.

Verminderde belangstelling

Ook uit het droevige feit dat het ooit populaire Nationaal Militair Kampioenschap (NMK) is gesneuveld, valt op te maken dat het met het judo binnen Defensie bergafwaarts gaat. In plaats daarvan kwam het Open Militair Kampioenschap (OMK) dat openstaat voor zowel Defensiepersoneel als politiemensen. Een initiatief dat meer deelnemers moet opleveren, maar vooralsnog onvoldoende uit de verf komt. Van Pelt denkt te weten hoe dit komt: de überhaupt teruggelopen belangstelling voor sportevenementen binnen Defensie. “Militairen van de Marechaussee bijvoorbeeld krijgen jaarlijks maar 2 dagen bijzonder verlof om aan nationale en/of internationale evenementen mee te doen. Dat is wel heel weinig, vooral als je een hoger niveau wilt bereiken. En dat terwijl judo bijdraagt aan de fysieke en mentale weerbaarheid van de militair. De tand des tijds speelt eveneens een rol. Sportevenementen ‘nieuwe stijl’ als de Mud Run, de Urban Run of de Obstacle Run trekken sporters weg bij andere sportwedstrijden.”

Foto links: Willen militaire judoka’s een hoger niveau bereiken, dan moeten ze volgens Sander Schoen de kans krijgen om vaker aan internationale toernooien mee te doen. Foto rechts: : De stemming tijdens het OMK was opperbest.

Internationale toernooien

Volgens trainer-coach van de nationale militaire judo-equipe wachtmeester 1 Sander Schoen (KMar), heerst er binnen Defensie geen topsportklimaat meer, sinds de Defensie Topsport Selectie (DTS) werd geschrapt. Om het judo weer op een hoog niveau te krijgen moeten militaire judoka’s de ruimte krijgen om vaker aan internationale toernooien mee te doen, vindt hij. “Zulke ervaringen maken je sterker.” Is het op dit moment treurig gesteld met het niveau van judo binnen Defensie? Nee, dat nu ook weer niet, vindt Schoen. Zo behoren de wachtmeesters 1 Kevin ten Hoeve en Benjamin van Leeuwaarde (Marechaussee) tot de Nederlandse top. “Ze moeten echter veel regelen om te kunnen trainen, wat door de personele onderbezetting moeilijk gaat.” 

Foto links: Wachtmeester 1 Kevin ten Hoeve stelt alles in het werk om in 2019 te kunnen meedoen aan de Militaire Wereldspelen. Foto rechts: Volgens 1ste luitenant Robin van Pelt van de Sportcommissie Koninklijke Marechaussee moet er wat gebeuren om judo binnen Defensie opnieuw op de kaart te krijgen.

Open deur

Het lijkt op de bekende open deur, maar volgens Ten Hoeve zal het aan de judoka’s en hun coaches niet liggen. Onvoldoende geld, tijd of trainingsuren? Jammer, maar zij gáán er altijd 100 procent voor, weet Ten Hoeve, reservist en deelnemer aan de Militaire Wereldspelen (MWS) in 2015 in Zuid-Korea. “Mijn doel is een plak op een EK of WK. Ook wil ik in 2019 naar de MWS in China. Als Defensie bereide is mij voldoende te faciliteren, zit dat er waarschijnlijk wel in.”