En toen ging de telefoon…

Op het exercitieterrein van de Van Braam Houckgeestkazerne is een groot aantal voertuigen samengetrokken om te worden verplaatst naar inzetgebied. Aan boord: persoonlijke uitrusting, brandstof, munitie en meer. Ook ambulances maken deel uit van het geheel. Rechts: 1 van de bussen voor het vervoer van de militairen naar Vliegbasis Eindhoven.

VJTF maakt onderdeel uit van de NATO Respons Force. Deze herbergt verder eenheden die zich na de snelle ontplooiing van de VJTF naar het operatiegebied begeven. De VJTF zelf beschikt bij aankomst in het gebied over voldoende voorraden om een aantal dagen te kunnen leven, bewegen en opereren.

11 Raiding Squadron krijgt in geval van inzet steun van een serie zogenoemde enablers. Dat zijn bijvoorbeeld assault engineers (genisten), scherpschutters, mortieristen, antitank-personeel en logistiekelingen. Zij vormen het Nationale Support Element (NSE) van ‘het 11de’.

Terwijl in Doorn de marinierseenheid en de NSE worden klaargestoomd voor vertrek, bereidt de luchtmacht zich op Vliegbasis Eindhoven voor op het transport van de eenheid en ondersteuners. Dit betekent: 2 C-17 Globemasters en 1 KDC-10 transportvliegtuig regelen. Geheel volgens afspraak melden de eerste mariniers zich op dinsdag om 19.30 uur. Zij leveren hun Crusader-rugzakken in, laten hun paspoorten checken en kunnen vervolgens, zogenaamd, aan boord. In Eindhoven is het namelijk ‘einde oefening’.

Later dit jaar volgt Noble Jump 2, waarbij de troepen wél daadwerkelijk verplaatst zullen worden naar een oefengebied in Oost- of Zuid-Europa. Ten minste, als het niet eerder komt tot daadwerkelijke ontplooiing in het kader van geloofwaardige afschrikking.