Tekst KAP Wouter Helders
Foto SGT Hille Hillinga
Het gezang komt je al van verre tegemoet. Net als het opdwarrelende stof dat boven de heuvels uitstijgt. Even later marcheert het peloton Malinese militairen zingend door het kleine legerkamp. Iets verderop stormen hun collega's over een hindernisbaan. Op het naastgelegen terrein is een nep-mijnenveld aangelegd waar de soldaten in Frans en Bambara (lokale taal) les krijgen in 'ammunition awareness'. Een andere groep bekwaamt zich in ‘contact drills’.
In Koulikoro, een slaperig stadje zo'n 60 kilometer buiten de Malinese hoofdstad Bamako, werken de Malinese militairen en hun Europese instructeurs zich in het zweet. De lat ligt hoog, net als de ambitie. De European Union Training Mission in Mali (EUTM) moet het niveau van de Malinese strijdkrachten opkrikken. Er zijn nogal wat niveauverschillen binnen de gelederen, legt opperwachtmeester Tjerk Schoenmaker uit. “Sommige mannen zijn al jaren in dienst en hebben gevechtservaring, anderen komen pas net kijken. Om die verschillen in ervaring glad te strijken, moet iedere Malinese militair deze training doorlopen.”
Malinese KMA
Een internationaal team van Europese instructeurs en ondersteunende manschappen moet dat voor elkaar boksen. In korte tijd willen ze zoveel mogelijk Malinese militairen trainen en hervormen. Dit gebeurt op de École Militaire Inter Armes, de Malinese evenknie van de Koninklijke Militaire Academie. Malinese officieren in spe worden hier opgeleid, terwijl Malinese troepen getraind worden in zaken als schieten, sociale patrouilles, het omgaan met improvised explosive devices en andere militaire basisvaardigheden.
Franse leest
Schoenmaker, de enige Nederlander in EUTM, zit sinds mei in het gebied. Hij is niet ontevreden over de missie: “De lessen zitten goed in elkaar.” De op Franse leest geschoeide trainingen verschillen weinig van de Europese. Wel wijken de lesmethoden af. Niet iedereen kan lezen en schrijven en dus wordt veel gewerkt met plaatjes en praktijklessen. Schoenmaker: “De Malinese militairen zijn duidelijk trots en gemotiveerd. Hun uniform geeft ze aanzien, ze hebben een vast inkomen en de training maakt zeker betere militairen van ze.”
Bevolking als beveiliging
Zelf is hij geen instructeur. Samen met zijn Belgische collega sergeant-majoor Timmy de Beir, houdt Schoenmaker zich vooral bezig het verzamelen en analyseren van inlichtingen. “EUTM heeft geen eigen inlichtingentak”, legt De Beir uit. "En dus bundelen we informatiestromen van onder meer MINUSMA en Barkhan (VN-missie en Franse operatie in Mali, red.) om zo een beeld van de veiligheidssituatie te krijgen.” Ook gaan de twee een aantal keer per week op sociale patrouille in het gebied. De Beir: “Er is weinig weerstand tegen onze aanwezigheid. De mensen zijn vriendelijk en de kinderen rennen overal enthousiast achter je aan.” Schoenmaker die al een paar woorden Bambara geleerd heeft om het ijs te kunnen breken, vult aan: “De bevolking weet vaak wat er speelt in de omgeving. Zij zijn onze beste beveiliging.”