06

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 07

Uit de oude doos

Terug in de tijd

Van het einde van de Tweede Wereldoorlog tot de missie in de Afghaanse provincie Uruzgan. Van de politionele acties in het toenmalige Nederlands-Indië tot de huidige VN-missie in Mali. Defensie duikt keer op keer, direct en indirect, op in de geschiedenisboeken. In deze rubriek blikt de Defensiekrant kort terug op gebeurtenissen uit het verleden die een sterke link hebben met de Nederlandse krijgsmacht. Het zijn telkens historische feiten die de afgelopen 2 weken op dezelfde data zijn gebeurd.

31 maart 1943 - Bommen op Rotterdam

Bommen vallen niet op de haven, maar de Rotterdamse wijk Bospolder-Tussendijken. De inslagen zijn op de luchtfoto goed te zien (omcirkeld). Bron: Nederlands Instituut voor Militaire Historie

De werf van Wilton-Fijenoord in de Rotterdamse haven vernietigen. Dat is het doel van 102 B-17 bommenwerpers van de 8th United States Army Air Force die in de ochtend van 31 maart 1943 opstijgen vanuit Engeland. Waarom juist die werf? De Duitse bezetter produceert hier de torpedolanceerbuizen voor zijn onderzeeboten. De bommen missen echter volledig hun doel en maken de wijk Bospolder-Tussendijken met de grond gelijk. 326 mensen komen om. Een duidelijke oorzaak is niet aan te wijzen. Het slechte zicht, korte voorbereidingstijd en harde wind hebben op deze catastrofale dag allemaal een rol gespeeld.

4 april 1949 - Atlantisch verbond

In het Witte Huis ondertekent president Truman het document dat de oprichting van de Noord Atlantische Verdragsorganisatie regelt. Om hem heen verschillende hoogwaardigheidsbekleders.

De Verenigde Staten, Canada, Portugal, Italië, Noorwegen, Denemarken, IJsland, België, Luxemburg, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Nederland. Deze landen richten op 4 april 1949 de Noord Atlantische Verdragsorganisatie op. Het doel van dit militair bondgenootschap: de Sovjet Unie en het communisme op afstand houden. Als verschillende opstanden tegen communistische regimes in het Oostblok begin jaren ’90 echter een einde maken aan die 'koude oorlog', zoekt de NAVO een nieuw doel. Vandaag de dag houdt de organisatie zich bezig met het beschermen van bondgenoten tegen moderne dreigingen als terrorisme. De huidige missies, bijvoorbeeld in Irak en Afghanistan, dragen hieraan bij door de stabiliteit in die regio’s te bevorderen.

6 april 1945 - Laatste slag

Davis Hargraves (links) en Gabriel Chavarria van het 2nd Battalion, 1st Marine Regiment tijdens de slag om Wana Ridge in mei 1945. Bron: National Archives

Het is de grootste amfibische operatie van de Tweede Wereldoorlog: de landing op Okinawa. Amerikaanse controle van het eiland zou de Japanse aanvoerlijnen en communicatie effectief afsnijden. Bovendien maakt de strategische ligging een aanval op het Japanse hoofdeiland mogelijk. Het 10e Amerikaanse leger, bestaande uit de meest geharde divisies van het Aziatisch strijdtoneel, komt op 1 april met 154.000 militairen aan land. De verliezen zijn enorm. Wanneer op 26 juni Okinawa en de omringende eilanden door de VS zijn ingenomen, zijn 34 schepen gezonken, 763 vliegtuigen neergeschoten en 12.000 militairen gesneuveld. Aan Japanse zijde sneuvelen meer dan 100.000 soldaten. Slechts 10.000 overleven de slag. Hoge Amerikaanse verliezen leiden tot heroverweging van de Japanse invasie. Om niet nog eens zoveel militairen te doen sneuvelen, besluit de VS atoombommen op Nagasaki en Hiroshima te gooien. Hierdoor is Okinawa de laatste slag van de Tweede Wereldoorlog.

6 april 1945 - Oorlog op Texel

In juni ’45 wachten de Georgiërs op transport naar de Russische zone in Duitsland. Bron: Nederlands Instituut voor Militaire Historie

Wanneer een Duitse nederlaag zich in 1945 aftekent, stuurt de Wehrmacht de meest capabele troepen naar het front. In een rustig gebied als Texel worden echter zwaar inferieure troepen gestationeerd. Zo ook het Georgische 822e infanteriebataljon dat in februari 1945 op het eiland aankomt en bestaat uit 800 Georgische krijgsgevangenen en 400 Duitsers. Bang voor de gevolgen van een Duitse nederlaag, komen de Georgiërs in de nacht van 5 op 6 april echter in opstand. Zij vermoorden de 400 Duitse soldaten die bij hen gelegerd zijn en nemen het eiland in. Een Duitse tegenaanval laat niet lang op zich wachten. Wanneer Nederland bevrijd wordt, is de strijd echter nog steeds bezig. De Duitse militairen weigeren zich, uit angst voor de Georgiërs, over te geven. Hierdoor is Texel het laatste Nederlandse slagveld van de Tweede Wereldoorlog. Gedurende deze zogenoemde ‘Russenoorlog’, komen 565 Georgiërs, 120 Texelaars en ongeveer 800 Duitsers om het leven. Ook branden tientallen gebouwen af.