Tekst Henny de Boer
Foto Evert-Jan Daniels
Leiderschapsgeheimen Korps Mariniers ontrafeld
Toen journalist Frits Conijn van het Financieele Dagblad profielen maakte van geslaagde mensen, stuitte hij op een verrassend fenomeen: grote bedrijven nemen graag oud-mariniers in dienst. Als dienstweigeraar en ex-hippie verwachtte hij dit niet. Conijn ging op zoek naar het geheim van goed leiderschap en liet zich onderdompelen in de wereld van het Korps Mariniers. Aan de hand van interviews met oud-mariniers schreef hij er een boek over: ‘Leren leiden’.
Op de Van Ghentkazerne in Rotterdam wisselde Conijn onlangs met de nieuwe commandant van het Korps Mariniers, brigadegeneraal Frank van Sprang, van gedachten over leiderschap. Wat is succesvol leiderschap en hoe word je een goede leider? Volgens Van Sprang is het deels talent, in combinatie met veel vorming. Niet iedereen kan het leren. “Ik wil niet zeggen dat leiders worden geboren, maar er moet wel een soort blauwdruk aanwezig zijn die verder kan worden ontwikkeld.”
Er is in elk geval een aantal basisingrediënten vereist, stelt Van Sprang, “zoals een rechte rug voor standvastigheid, brede schouders voor de last die je draagt, en een gezond stel hersenen voor verstandige beslissingen”. Er komen vooral mensen door de psychologische keuring die creatief zijn en emotioneel ontwikkeld. Mensen die liever op de lijntjes lopen, voelen zich minder op hun gemak bij onverwachte situaties.
Brullende onderofficieren
Conijn schreef het boek vanuit zijn eigen verbazing. “Tijgeren door de modder, gehoorzaamheid, discipline, fysieke kracht en het verdragen van brullende onderofficieren... Hoe is het in vredesnaam mogelijk dat daar goede leiders worden opgeleid?” De journalist interviewde oud-mariniers die nu succesvol zijn als operazanger, advocaat of directeur. Hij kwam tot de conclusie dat hun militaire achtergrond juist goed van pas komt in hun leven na Defensie.
Mariniers leren tijdens hun opleiding onder meer discipline, out-of-the-box-denken en teamwork. Ze opereren tegenwoordig in kleine eenheden, vechten voor de troepen uit, ver van hun moedereenheid. Daar komen ze soms in chaotische situaties terecht, waar ze zelfstandig beslissingen moeten nemen. “De opleidingen zijn daarop aangepast”, legt Van Sprang uit. “Je leert mensen op jonge leeftijd zelfstandig hun werk te doen, ook lager in de organisatie. Ze worden voorbereid op meerdere scenario’s om snel besluiten te kunnen nemen. Verder komt er instinct en intuïtie bij het werk kijken.”
Weerbaarheid
“Wat me opviel bij het schrijven van de profielen is de bijzondere combinatie van strakke discipline, improvisatievermogen en de gigantische loyaliteit naar de organisatie, het doel en elkaar”, vult Conijn aan. “Ook bestaan tegenslagen niet meer; er zijn geen problemen, slechts uitdagingen. Geef mij zulke werknemers”, zegt Conijn vol bewondering. “Door het zware sporten, in combinatie met teamwork en mentale uitdagingen, creëer je fysieke en mentale weerbaarheid. Dat neem je allemaal mee naar de burgermaatschappij.”
Volgens Van Sprang luistert een goede leider naar de mensen in zijn team en maakt hij optimaal gebruik van hun kennis en ervaring. Ook weet hij dat groepsbelang boven individueel belang gaat. “Tijdens de opleiding leer je blindelings op elkaar vertrouwen”, vertelt de generaal. “Ik moest bijvoorbeeld door een betonnen pijp heen die onder water stond. Dat was alleen mogelijk met hulp van mijn buddy’s. Dan train je vertrouwen, grenzen verleggen en zelfbeheersing in uiterst penibele situaties.”
Zonnekoningengedrag
Dat vertrouwen en die loyaliteit staan lijnrecht tegenover het zonnekoningengedrag dat Conijn soms ziet in de commerciële wereld. “In mijn boek over de val van bankdirecteur Dirk Scheringa zie je bijvoorbeeld een totaal gebrek aan leiderschap en zelfreflectie. Als je als commercieel directeur geleerd zou hebben om maximaal gebruik te maken van de capaciteiten in je team, lijkt het me veel minder waarschijnlijk dat zoiets gebeurt.”
Het kijkje in de keuken van het Korps Mariniers heeft Conijn niet alleen een boek gebracht. Ook voerde hij bepaalde lessen in zijn eigen leven door. “Ik ben besluitvaardiger geworden, directer, neem meer risico’s en heb meer discipline. Ik ga nu 4 keer per week naar de sportschool”, vertelt Conijn trots. “Ik zat al jaren bij een sportschool, maar ging nooit. Vroeger keek ik altijd eerst of ik wel zin had. Nu ga ik gewoon. Die discipline ervaar ik als bevrijdend; ik word er beter van.”