101 Geniebataljon trainde tijdens oefening Engineer Victory in maart een scenario met uitdagende constructieklussen en strakke deadlines. In de Franse Champagnestreek moesten de genisten naast bouwen ook rekening houden met oude explosieven uit WOI. Ook waren er opgespeelde incidenten, zoals demonstraties en vluchtelingenstromen. Kortom de perfecte voorbereiding op een eventuele uitzending.
Naast genisten van 101 Geniebataljon klikten een groot aantal (internationale) partners aan. Zo speelden eenheden van 11 Luchtmobiele Brigade, 43 Gemechaniseerde Brigade, 13 Lichte Brigade, het Operationeel OndersteuningsCommando Land en het Civil-Military Interactie Commando én Belgische en Franse genisten een essentiële rol bij de training op en om het Franse Camp de Suippes.
Grote motivator voor de deelnemers was dat de constructies door de Fransen gebruikt gingen worden. Dat is een stuk prettiger dan een dag na de oefening je bouwwerken weer met de grond gelijk maken. De Belgische plaatsvervangend compagniescommandant van 6 Constructiecompagnie, tweede luitenant Kris Creemers, sloeg aan op de taalbarrière tijdens Engineer Victory: “De Nederlanders leverden een materialenbestellijst in het Engels aan, die de Fransen zouden inkopen. Toen de Nederlanders dakpannen aantroffen in plaats van betonnen stoeptegels moest ik tolken wat nu precies de bedoeling was.” Sergeant-majoor Marcel van der Linden maakte samen met collega’s van 103 Constructiecompagnie het ontwerp voor de combat outpost die zijn Belgische collega’s bouwen. Een voertuigopstelplaats, sanitaire groep, wachtpost, stoppend element, reserve-achteruitgang; zomaar een aantal klussen die Belgische genisten op Camp de Suippes uit de grond stampten. Van der Linden was vaak bij de Belgen te vinden: “Ik wil smoel op het terrein houden, met eigen ogen zien hoe het werk vordert en noteren op hoeveel procent ze zitten.” Sergeant-majoor Marcel van der Linden overlegt met tweede luitenant Timothy Blanckaert (Bel). Ondanks dat de juiste en tijdige levering van materiaal erg moeizaam verloopt, is hij tevreden over de voortgang van de bouwklussen. Soldaat 1 Tim Bakker(105 Geniecompagnie Waterbouw) bestuurt een dozer. Hij is jaloers op de spullen van zijn Franse evenknie: “Onze werkwijze is gelijk. Maar met zijn betere machine, verzet hij in dezelfde tijd meer werk. Dat beestje van mij is ongeveer 20 jaar oud, die van hem pas 4. Al spreekt Bakker gebrekkig Frans en zijn collega geen Nederlands, ze komen er bij het maken van de ingangspartij met search-area wel uit. “Gaat prima. Beetje Engels, beetje met handen en voeten; we vinden wel een oplossing.” En als Bakker eenmaal achter het stuur zit, is communiceren sowieso geen optie. Doordat hij met gemak 90 decibel produceert, gaat de 'Peltor' (hoorbescherming, red.) meteen op. “Ik moet geconcentreerd blijven, hè. Dit is niet bepaald een gemakkelijk apparaat.”
