Tekst ELNT Johanna van Waardenberg
Foto Paul Tolenaar
Rode baretten tonen grensverleggende logistiek
Onder extreme omstandigheden en in een hoog geweldsspectrum verantwoordelijk zijn voor bevoorrading van de troepen. Een complexe taak die veel voorbereiding en training vergt. Vandaar dat 11 Bevoorradingscompagnie (Air Assault) regelmatig haar grenzen verlegt. Ditmaal zocht de eenheid het centrum van Tilburg op. Van 6 tot 10 juli was de Brabantse stad het decor van de oefening Bevo Seal.
Een hevige plensbui, wandelaars zoeken in alle haast beschutting. Maar de militairen niet. Met volle bepakking trotseren zij weer en wind, doorweekt en al. Bevo Seal is in volle gang. Na 3 nachten van gemiddeld 4 uur slaap is de neerslag wel de minste zorg. “Deze week stellen wij onze mannen en vrouw flink op de proef”, slaat compagniescommandant majoor Peter van der Hoeven de spijker op de kop. “Weinig slaap en met veel grensverleggende activiteiten tussen de burgers.”
Laatste keten
Intensief is het trainingsschema zeker. Naast de logistieke basisvaardigheden zoals ‘riggen’ (het gereedmaken van ladingen voor helikoptertransport, red.) en distributie van voeding en brandstof krijgt de compagnie ook veel fysieke uitdagingen voorgeschoteld. Van wateroversteken tot lange patrouilles. “Onze eenheid moet zowel missies van 11 Luchtmobiele Brigade ondersteunen als van het Korps Commandotroepen. Dat gebeurt vaak onder zeer zware omstandigheden. Daarom vragen wij meer van onze mensen dan van een reguliere logistieke eenheid”, legt Van der Hoeven uit.
De focus tijdens Bevo Seal ligt op bevoorrading in de voorste linies. De compagnie is verantwoordelijk voor een tijdige aanvoer van onder meer munitie, voeding, water en brandstof, zodat het gevecht kan doorgaan.
Zwoegen en zweten
Voor het markante Interpolispand in Tilburg begint de volgende opdracht. De militairen moeten 19 verdiepingen omhoog lopen om een gewonde collega op te halen. Het trappenhuis van het kantoorcomplex doet benauwd aan. “Kom op jongens, nog een paar treden”, zweept een van de soldaten zijn collega’s op. Met rood aangelopen hoofd komt de eerste groep bezweet aan. Hijgend tillen zij het dummyslachtoffer, een zandzak van 80 kilo, op hun schouders. Voorzichtig, maar toch nog met een behoorlijke snelheid begint de tocht terug. Verbaasde blikken van omstanders leiden de militairen nauwelijks af. “Het mooie van een oefening in bewoond gebied is het contact met de burgers”, aldus de commandant.
Drijfpakket
Dat luchtmobiele eenheden steeds vaker in dichtbevolkte gebieden oefenen, heeft te maken met de aard van de huidige conflicten. Van der Hoeven: “Het merendeel van onze missies vindt plaats tussen de burgers. Om die reden hebben we een situatie gekozen die aansluit bij de realiteit.” De militairen trekken veel bekijks op straat. Aan de waterkant staat de 62-jarige Sjan Elissen. Samen met een vriendin kijkt ze aandachtig naar de groep militairen die een wateroversteek voorbereidt. De mannen zijn druk in de weer met het maken van een drijfpakket, zodat al hun spullen droog de overkant bereiken. “Ik ben speciaal na het sporten deze kant opgelopen”, zegt Sjan lachend terwijl de militairen om haar heen zich tot op hun ondergoed uitkleden. “Voor ons is dit leuk om te zien en voor de mannen hopelijk erg nuttig”, vertelt ze. Volgens soldaat-1 Anthony Jackson zijn de reacties van omstanders positief. “Mensen zijn erg aardig. Ze maken gemakkelijk een praatje of stellen vragen. Dat maakt het voor ons ook leuk en soms is het gewoon prettig om te worden aangemoedigd.”