Tekst KAP Marlous de Ridder
Foto SM Gerben van Es
Ultieme zoektocht ten einde
Vandaag staat Nederland stil bij die dramatische zomerdag een jaar geleden. Door de ramp met vlucht MH17 boven Oekraïne komen 298 inzittenden om het leven, onder wie 196 Nederlanders. Defensie was en is nog steeds betrokken bij de nasleep van de crash. Samen met operationeel commandant in de Oekraïne, luitenant-kolonel Hans van de Ven, en kapitein Inge blikken we terug op de complexe repatriëringsmissie ‘Bring them home’, die bijna 10 maanden duurde.
Op het moment van het vliegtuigdrama werkt Van de Ven als Defensieattaché in Kabul. Op werkbezoek in de provincie Bagh (Pakistan) hoort hij het tragische nieuws. Surrealistisch genoeg; dezelfde plek waar de landmachtoverste als lid van het Urban Search and Rescue Team (USAR) in 2005 de bevolking helpt na een catastrofale aardbeving. Zijn ervaring met het bergen van slachtoffers na aardbevingen in Pakistan en Haïti, zorgt dat hij 3 dagen later in de Oekraïense stad Charkov de coördinatie krijgt over de internationale bergingsmissie. Het multidisciplinaire team krijgt politiechef Pieter-Jaap Aalbersberg als ‘Head of Mission’.
Tientallen collega’s van politie en defensie gaan gebroederlijk aan de slag. Tussen het oorlogsgeweld, is de eerste zorg de terugkeer van de lichamen. “De druk was ontzettend hoog”, blikt Van de Ven terug. “We wilden de slachtoffers hun waardigheid teruggeven. Zo snel mogelijk, maar ook zorgvuldig. Dat de identificatie in Nederland mocht gebeuren en niet in het rampgebied was uitzonderlijk. Normaal moeten slachtoffers in het land blijven tot de identiteit bekend is. Door het aanhoudende conflict was dat hier niet mogelijk. De eerste dagen ging het alleen maar om aantallen. Dat de ceremonie op Eindhoven zo bijzonder was, zagen wij pas achteraf.”
Beeldvorming
De State Emergency Service (SES), de lokale bergingsdienst, is dan al samen met de brandweer begonnen met het bergen van lichamen van de crashsite. Om ze vervolgens in gekoelde treinwagons te leggen. Beelden die in Nederland veel emoties oproepen. “Begrijpelijk, door het immense verdriet in ons land”, zegt Van de Ven. “De schokkende beelden wekten de indruk dat er ook onzorgvuldig met de lichamen werd omgegaan. Dat was niet het geval. De SES heeft gezien de omstandigheden gedaan wat ze kon. Het was een chaotische en onoverzichtelijke situatie. Je moet je voorstellen dat de crashsite moeilijk begaanbaar terrein was, middenin de frontlinie. Daarbij is het proces van de repatriëring heel ingewikkeld. De omstandigheden waren voor alle partijen fysiek en mentaal zwaar.”
De eerste aanblik van de tientallen bodybags op een desolaat station in Charkov maakt diepe indruk op de overste. “Toen pas drong de werkelijkheid én omvang door. En dan heb ik toch al een hoop ellende op de wereld gezien. Deze missie voelde vanaf dag 1 persoonlijk. Voor alle teamleden. Iedereen kende wel iemand die bij de ramp betrokken was. De achtergronden of kleuren uniform deden er niet toe; iedereen had dezelfde focus.” Veel ruimte voor emoties is er niet. De terugkeer van de lichamen krijgt de allerhoogste prioriteit van het kabinet. Vanaf 23 juli zet Defensie daarom een ‘luchtbrug’ op tussen Charkov en Eindhoven. Een Australische C-17 en een Nederlandse C-130 Hercules transporteren de lichamen en persoonlijke bezittingen naar Nederland. In totaal volgen 10 vluchten. Allemaal met hetzelfde, waardige eerbetoon op vliegbasis Eindhoven. 2 mei arriveerde het vliegtuig met aan boord de laatste 7 kisten met stoffelijke resten.
Schouder aan schouder
Als Combined Joint Interagency Task Force kammen politiemensen, militairen, leden van het Landelijk Team Forensisch Onderzoek (LTFO) en buitenlandse experts uit onder andere Maleisië en Australië in bijna 10 maanden, schouder aan schouder, het rampgebied uit. Ze krijgen het daarbij flink voor de kiezen. Er zijn mortierbeschietingen niet ver de crashsite. Soms krijgt het team geen toegang van de separatisten en moet de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) er aan te pas komen om te bemiddelen. Ook als de missieleden wel mogen zoeken, blijft de situatie gespannen. Op het hoogtepunt telt de missie zo’n 700 man. In de eindfase nog zo’n 30 personen.
Opgeschort
In augustus wordt de missie tijdelijk opgeschort, omdat het te gevaarlijk is. Vanaf dan wordt dagelijks bekeken wat mogelijk is. Als de situatie het toelaat, bergt een klein zoekteam stoffelijke resten en verzamelt persoonlijke bezittingen. Ook worden in het najaar van 2014 op verzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid wrakstukken van het vliegtuig geborgen. Op Gilze-Rijen doet de instantie verder onderzoek naar de toedracht van het neerstorten van vlucht MH17.
‘De beeldvorming in Nederland was niet altijd de juiste’
Toewijding
De ‘recovery missie’ tussen maart en mei van dit jaar is de laatste, ultieme poging om stoffelijke resten te vinden. Ook krijgen leden van de bergingsmissie voor het eerst toegang tot het noordwestelijk deel van het rampgebied. Onder hen kapitein Inge. De zoekactie kan pas na de winter worden ingezet, omdat de vorst en de veiligheidssituatie het tot die tijd onmogelijk maken.
Inge keert vanaf oktober meerdere malen terug naar de Oekraïne. De missie maakt op haar een onuitwisbare indruk. “Ik denk dat niemand voorbereid is op een ramp van deze omvang. Ik zou gaan als controller, maar al snel zat ik op mijn knieën in het veld te zoeken. Metertje voor metertje groeven we in de aarde. Meestal samen met een forensisch expert van het LTFO. Hij kon duiden of datgene wat ik vond belangrijk materiaal was, bijvoorbeeld voor DNA. Op het laatst lag er voornamelijk schroot, maar ik heb ook stoffelijke resten gevonden. Ja, dat blijft je altijd bij."
“Taken binnen het team waren niet vastomlijnd”, vervolgt ze. “Alle 'handjes' waren nodig in het veld. De toewijding en saamhorigheid waren enorm. Het scheelt ook dat de focus zo duidelijk was. Thuis of bij de eenheid was er niet altijd begrip. ‘Wat doen jullie daar nog?’. Een uitzending zonder einddatum is vooral voor het thuisfront lastig, maar wij wisten waarvoor we het deden. Alle nabestaanden verdienden duidelijkheid.”
Oorlog
Het belangrijke werk van militairen gebeurde niet alleen in Oost-Oekraïne, maar ook in eigen land, zowel voor als achter de schermen. Op de Korporaal Van Oudheusdenkazerne in Hilversum, bij de Directie Operaties in Den Haag en bij de landmachtstaf in Utrecht. Nabestaanden van 2 slachtoffers wachten nog op duidelijkheid. Veiligheid en Justitieminister Ard van der Steur liet recent weten dat de kans “zeer klein” is dat de laatste 2 slachtoffers nog worden geïdentificeerd. Hij sloot niet uit dat er in de toekomst nog stoffelijke resten worden gevonden nabij het rampgebied.