Tekst LTZ 2OC (SD) Joost Margés en Ingmar Kooman
Foto Hans Roggen
De Koninklijke Landmacht herdacht donderdag 18 juni de Slag bij Waterloo, die precies 200 jaar geleden plaatsvond. Tijdens een ceremonie met 350 militairen werd op de Bernhardkazerne in Amersfoort stilgestaan bij deze historische slag, die nog steeds betekenis heeft. Detachementen van alle destijds deelnemende regimenten en korpsen kwamen voorbij.
Napoleon vond zijn Waterloo door toedoen van een internationale coalitie, met als kern een Pruisisch en een Brits-Nederlands leger. Onder leiding van de Prins van Oranje, de latere koning Willem II, vochten 30.000 Nederlanders mee. Tijdens de Slag bij Quatre-Bras, 2 dagen voor ‘Waterloo’, brachten de Nederlanders oprukkende Franse troepen tot staan. Hierdoor ontstond een goede uitgangspositie voor de geallieerde troepen bij Waterloo.
Nederlandse eenheden wisten tijdens de slag op kritieke momenten het tij te keren. “Het was een inzet van vrijwel alles waarover men op dat moment beschikte”, aldus Commandant Landstrijdkrachten luitenant-generaal Mart de Kruif. “Op geen moment in de geschiedenis van de landmacht zijn we zo massaal ingezet en hebben we samen met onze geallieerde wapenbroeders zo’n groot resultaat weten te realiseren.”
Grote betekenis
Volgens professor Ben Schoenmaker van de faculteit der Geesteswetenschappen van de Universiteit Leiden is de Slag bij Waterloo ook vandaag nog van grote betekenis. “Geen land was sterk genoeg om de Fransen alleen te verslaan, dus moesten we de handen ineenslaan. Toch was die samenwerking heel spannend: hoe zou het bondgenootschap zich houden? Zouden landen eigenbelang voor laten gaan en proberen elkaar de kastanjes uit het vuur te laten halen? Uiteindelijk werd Waterloo een succesverhaal. De les die we daarvan kunnen leren is: koester je bondgenootschap! Net als toen hebben we ons bondgenootschap, de NAVO, hard nodig om samen wat te kunnen bereiken. En net als toen moet je bereid zijn daar een prijs voor te betalen.”
Militaire Willemsorde
Voor oud-marineman Arie Zonjee heeft Waterloo niet zozeer een politiek-strategisch, als wel een persoonlijk tintje. Een van zijn voorvaderen, Hubertus Sonjee (toen nog met een S), vocht in Waterloo, in het leger van de Prins van Oranje. “Hij was als veearts van grote waarde voor de cavalerie. Als sergeant van de Huzaren van Boreel nam hij deel aan de slag bij Waterloo, waar hij zelfs een vaandel van de Napoleontische troepen te pakken kreeg. Dit leverde hem de Militaire Willemsorde op.”
Waar Zonjee met gepaste trots spreekt over de verrichtingen van zijn voorvader, kijkt De Kruif met eenzelfde gevoel terug op de inzet van 200 jaar geleden: “Wij mogen trots zijn en dit gebruiken als baken. Nu en in de jaren die voor ons liggen, is een rol weggelegd voor de Koninklijke Landmacht, aldus de hoogste baas. "Een rol die wij samen eerst goed kunnen invullen door bewust om te gaan met de voorbeelden die onze voorgangers ons gaven.”