Tekst Arjen de Boer
Foto sergeant Sjoerd Hilckmann, sergeant-majoor Peter van Bastelaar (video)
Zo’n 30 militairen van het Korps Mariniers en 11 Luchtmobiele Brigade volgen momenteel in Belize de Jungle Warfare Instructor Course (JWIC). Het terrein is mooi, maar soms regelrechte horror. “Ieders masker valt hier na twee dagen af.”
Een stel ruziënde ara’s klapwiekt langs de oevers van de Macal-rivier. Met hun rode verenpak en geel-blauwe vleugels steken ze scherp af tegen het groen van de beboste bergen in het Cayo District van Belize. Enkele Nederlandse militairen kijken omhoog waar al dat kabaal vandaan komt in deze verder ogenschijnlijk rustige jungle. Hun oogwit steekt duidelijk af tegen de gezichten vol camouflageschmink.
“De jungle is fantastisch”, zegt hoofdinstructeur Harm Roggema, sergeant-majoor bij de Luchtmobiele Brigade, tijdens een korte pauze. Hij geniet van de diversiteit in het regenwoud. “Het is hier hard werken, maar genieten van de omgeving is een kunst. Dus als het kan, kijk ik veel om me heen om beestjes te spotten.”
Vaar een stukje mee met de mariniers tijdens een operatie op de Macal-rivier
Maar de jungle in het Centraal-Amerikaanse land kan ook keihard zijn. Wie dit regenwoud onderschat, vraagt om problemen. Planten met bladeren zo groot als ledematen, bomen waarvan de hele bast bestaat uit stekels ter grootte van flinke injectienaalden en lianen die kriskras door de jungle groeien. Deze kluwen begint aan de rivieroever en gaat door tot de bergtoppen. Iedere verplaatsing vertraagt tot een slakkenpas. Ver vooruit kijken kan nauwelijks. Misschien een paar meter, dat is alles. De militair naast je is nauwelijks te zien door al het groen. Of nog moeilijker, de verscholen vijand.
Zintuigen werken hier in een andere volgorde. De ogen, normaal gesproken de belangrijkste zintuigen van een mens, hebben het hier moeilijk. De oren en de neus nemen hun rol over. Geuren die niet in de jungle thuishoren, zoals een smeulend vuur, vallen snel op. Krakende takken of bewegende bladeren geven de richting prijs waar mogelijk de vijand zit, of een dier. Maar let ook op wat er boven het hoofd gebeurt. Dode takken (dead fall), of soms hele bomen, donderen zonder waarschuwing naar beneden.
De hitte overdag en de hoge luchtvochtigheid zijn grote vijanden van een militair in de jungle, zegt sergeant-majoor en cursusleider Marc Smeenk. “Vechten onder deze omstandigheden vergt veel energie . Het terrein en ongedierte, de hoge luchtvochtigheid en natte periodes. Dit alles bij elkaar maakt het lastig.”
Zo wordt alles nat in het Belizaanse regenwoud. Schoenen, sokken, broek, onderbroek, bovenkleding. Is het niet van het water en bagger, dan wel van het zweet. Bij een bergbestorming of worsteling met de lianen gutst het zweet binnen een mum van tijd uit alle poriën. ’s Avonds bij het kampvuur kunnen de spullen wat drogen, maar vaak trekken de mannen de volgende dag gewoon weer dezelfde natte meuk aan.
De cursisten moeten buigen voor de jungle en niet al te veel nadenken over alle insecten en potentieel gevaarlijke dieren. Tussen al dat groen leven schorpioenen en diverse soorten giftige slangen waarvan sommige dodelijk zijn. Ook sluipen er jaguars rond, maar die zijn zo schuw dat slechts een enkele militair het geluk heeft er een te zien. Een pootafdruk, achtergelaten in de vette modder, is wat de meesten van het schuwe dier meekrijgen.
In de rivier leven Morelet krokodillen, die drie meter lang kunnen groeien. Maar ook deze roofdieren laten zich echter zelden zien. Toch staat er voor de zekerheid een instructeur met scherpe munitie op de uitkijk, wanneer cursisten de rivier overzwemmen met bepakking.
In Belize is het meest uitdagende regenwoud waar de Nederlanders trainen, concludeert hoofdinstructeur Evert Kramer, sergeant bij de mariniers. In het oefengebied in Brunei (Oost-Azië) zitten weliswaar bloedzuigers, maar de Belizaanse jungle is qua terrein veel zwaarder. “Suriname, waar we vroeger trainden, was een speeltuin vergeleken met Belize”, aldus Kramer. “Daar waren zoveel locals en paden. In het regenwoud van Belize zijn geen paden, geen wegen. Hier kom ik constant op plekken waar nog geen mens is geweest.”
Wie de strijd aangaat met de jungle, verliest. Die uitkomst staat bij voorbaat vast. “Ieders masker valt hier na twee dagen af, het is dan meteen te zien welke persoonseigenschappen iemand heeft”, zegt sergeant-majoor Roggema. “Je moet de situatie en het terrein accepteren, het kan niet anders. Wie de strijd aanbindt, gaat met trillende onderlip weg.”
Neem een korte videorondleiding door het regenwoud van Belize.