Column Chef der Equipage Commando Zeestrijdkrachten
De laatste tijd merk ik dat veel collega’s mij dezelfde vraag stellen: "Wat wordt er eigenlijk nog gedaan aan hoofdtaak 1?". Een begrijpelijke vraag, want als je op het dek staat, in een werkplaats of op een kazerne, voelt de dagelijkse werkelijkheid soms weerbarstig. Personeelstekort, materieel dat wacht op onderhoud of plannen die langer duren dan we willen. Het is menselijk om te kijken naar wat er nog niet is. Maar soms vergeten we te zien wat er al wél gebeurt.
Want eerlijk is eerlijk: er gebeurt ontzettend veel. Nieuwe schepen worden gebouwd, opleidingen worden vernieuwd, infrastructuur wordt verbeterd. En de manier waarop we trainen en samenwerken verandert zichtbaar. We zitten midden in een transitie die groter is dan velen van ons ooit hebben meegemaakt. Veranderingen op deze schaal zijn soms lastig te herkennen als je er midden in zit.
De nieuwe generatie neemt veel verantwoordelijkheid, alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Jongeren met frisse ideeën mengen zich in discussies over gereedstelling, planning en leiderschap. De ervaren collega’s moeten hier soms aan wennen. Toch bundelen zij steeds vaker hun ruime ervaring met de nieuwe, frisse ideeën en oplossingen waardoor missies toch doorgang kunnen vinden. Dat noem ik nou veerkracht. En veerkracht is precies wat onze marine groot maakt.
‘We zitten in een transitie die groter is dan velen ooit hebben meegemaakt’
Zaken positief benaderen betekent niet dat we kritiek moeten inslikken. Integendeel. Juist door eerlijk te blijven over wat beter kan, houden we elkaar scherp. De kunst is om dat te doen met de blik vooruit, niet met de armen over elkaar. De vraag is dus niet: "Waarom gebeurt er niets?", maar eerder: "Zien we nog wat er wél gebeurt?".
Wie goed kijkt, ziet collega’s die zich dag in, dag uit inzetten om te beschermen wat ons dierbaar is. In Nederland, in het Caribisch gebied, aan boord of op oefening, ergens in het buitenland: Qua Patet Orbis! Er is geen gebrek aan inzet of initiatief, er is soms alleen een gebrek aan zichtbaarheid. En daar ligt ook een taak voor ons allemaal: elkaar beter laten zien wat er juist goed gaat.
De transitie waar we in zitten vraagt om realisme én optimisme. Realisme om te erkennen wat beter moet, optimisme om te zien wat goed gaat en te geloven dát het ons gaat lukken. Want verandering is geen sprint; het is een lange vaart. En onderweg heb je mensen nodig die elkaar eraan blijven herinneren waarom we het doen.
Dus: kijk eens rond. Zie de collega die het verschil maakt. De jonge matroos of marinier die de schouders eronder zet, de techneut die net dat ene systeem aan de praat krijgt, de ervaren onderofficier en officier die een team motiveren om door te gaan. Dát is de marine van nu, dát is hoofdtaak 1 in actie.
Wie met trots spreekt over wat we samen bereiken, helpt mee aan de toekomst die we allemaal willen.
Adjudant ODND René Heeringa
Chef der Equipage Commando Zeestrijdkrachten