Tekst LTZ 2OC (SD) Joost Margés
Foto Mediacentrum Defensie
Jaarverslag MIVD zet alles op een rijtje
Voor wie dicht op de materie zit, herbergt het jaarverslag van de MIVD vaak geen grote verrassingen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de Directeur Operaties (D-OPS) van het Commando Zeestrijdkrachten, commandeur Frank Lenssen. Wel ontwaart hij op maritiem-militair gebied een tendens in het verslag, die vraagt om onmiddellijke actie. Zeker in – wat hij noemt – ‘een schaduwgebied tussen vrede en grootschalig conflict’.
“Binnen de Directie Operaties van CZSK zijn wij natuurlijk redelijk op de hoogte van wat er in de wereld gebeurt”, zo steekt commandeur Lenssen van wal. “De inhoud van het rapport vormt geen grote verrassing. Het betreft ook informatie uit open bronnen. Wel kun je een tendens ontwaren die ons dagelijks bezighoudt. De spanning die we kenden uit de Koude Oorlog, tussen het Westen en Rusland, maar ook die tussen het Westen en China, is toegenomen. We bevinden ons in een schemerzone tussen vrede en grootschalig conflict. Hoewel van dat laatste nog geen sprake is, doet zich al wel een veelvoud aan conflicten voor die onze aandacht verdienen.”
Economische slagader
De oorlog in Oekraïne is in het MIVD-jaarverslag vanzelfsprekend hot item en ook Lenssen realiseert zich de grote impact van die strijd op het mondiale veiligheidsdenken. “Los van de gevolgen van de oorlog zelf, zie je dat de strijd in Oekraïne heeft gewerkt als katalysator voor statelijke of non-statelijke actoren om geweld te gebruiken om dingen voor elkaar te krijgen. Kijk bijvoorbeeld naar het Midden-Oosten, met name de Rode Zee. De Houthi’s zeggen met hun aanvallen op de scheepvaart Hamas te steunen in de strijd tegen Israël, maar bedreigen tevens de economische slagader van het Westen. Dat betekent automatisch dat wij als Nederland, als Koninklijke Marine, een bijdrage moeten leveren om die scheepvaartroute te beveiligen. We moeten opkomen voor zowel het principiële recht op vrije doorvaart, als voor onze economische belangen.”
Opvallende successen
Terug naar Oekraïne zelf: “Je ziet dat op het gebied van oorlogsvoering dingen grofstoffelijk veranderd zijn, in de technieken die worden toegepast. Waar de oorlog op het land ongeveer tot stilstand is gekomen, bijna een soort 1914-1918-situatie is ontstaan, ligt dat op de Zwarte Zee heel anders. Door het gebruik van veelal simpele, maar uiterst effectieve middelen, is Rusland in feite de zeggenschap over de Zwarte Zee ontnomen.”
Technische trends zoals het gebruik van Unmanned Surface Vehicles (USV), waarmee de Oekraïners opvallende successen boekten, daar maakt de D-OPS ‘zich zorgen over’. “We komen uit een periode die vrij stabiel was en nu zie je in één keer dat door het gebruik van uitermate simpele middelen bekende operationele concepten en designs van schepen niet meer volstaan. Vooral de diversiteit in dreiging is toegenomen en dat vraagt om heel snel adaptief en innovatief te zijn bij het vinden van tactisch/technische oplossingen voor militaire problemen.”
Eerdere voorwaarschuwing
Met Zr.Ms. Tromp die een maand lang opereerde in de Rode Zee en Zr.Ms. Karel Doorman die daar net haar entree heeft gemaakt, hoeft niemand Lenssen te overtuigen van de urgentie van aanpassingen. “Ook in het Midden-Oosten worden lowtech-middelen, zoals simpele drones, gebruikt naast hightech-middelen, zoals ballistische raketten en cruise missiles. Die drones vliegen niet snel, maar komen vaak wel met vele tegelijk.” Aanpassingen om zogenoemde low slow flyers aan te kunnen vatten, zullen volgens Lenssen niet zorgen voor de grootste veranderingen. Wat wel? “Het feit dat dreiging door de lucht zich tegenwoordig juist ook heel snel kan voordoen. Je moet dus verder weg kunnen ‘kijken’. Belangrijk vanwege voldoende voorwaarschuwingstijd.”
De commandeur pleit om te beginnen voor genetwerkt opereren, met de bemande eenheden van landmacht, luchtmacht en marine. “Daarnaast zijn onbemande sensoren onmisbaar. Die kun je om een vlootverband heen positioneren, om die eerdere voorwaarschuwing te krijgen. Dan praat ik over onbemande systemen in de lucht en al dan niet bewapende onbemande bootjes en onderwatersystemen met sensoren.” Artificial Intelligence analyseert vervolgens razendsnel alle info die dat alles oplevert. Dit alles gaat volgens de commandeur een prominente rol spelen in toekomstige scheepsontwerpen en -concepten.
Impact is killing
Terug naar vandaag de dag: welk groot maritiem-militair veiligheidsdossier valt verder nog op in het MIVD-jaarverslag? “De Noordzee! Vroeger dachten we dat die veilig was, omdat die dicht bij ons in de buurt ligt. Dat veilige gevoel, daar is natuurlijk een fikse streep doorheen gegaan toen de Nordstream-gasleiding lek werd geprikt in de Oostzee. Het beschermen van kritieke infrastructuur op de Noordzee is automatisch belangrijker geworden. De impact van het niet hebben van internet met de overkant, met bondgenoten, is voor een land als Nederland killing.”
Niet alleen datakabels, maar uiteraard ook gasleidingen en stroomkabels van windmolenparken vragen om een betere bescherming. “Als wij als Nederland de ambitie hebben om in 2050 de helft van onze energie aan windmolenparken op de Noordzee te onttrekken, dan is het wel belangrijk dat die stroomvoorziening blijft werken.”
Betere beveiliging
Graag benadrukt commandeur Lenssen dat de bescherming van kabels en leidingen in de Noordzee niet exclusief ‘een marinezaak’ is. Een kleine aanloop: “Bij het inrichten van zulke infrastructuur moet je van tevoren bedenken dat die wel eens aangepakt kan worden door een opponent. Dus heb je redundantie nodig, zodat voorzieningen blijven werken, zelfs als er een gedeelte van de verbindingen wegvalt. Het Sea Security Initiative van CZSK, kennisinstituten en marktpartijen is een mooi voorbeeld van hoe we tot een betere beveiliging kunnen komen van kritieke infrastructuur in de Noordzee. Als Defensie alleen ga je dat niet redden; er is een zogenoemde whole of society approach benodigd, waarbij iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt.”
Territoriale claims
Met een betere beveiliging van het Koninkrijk der Nederlanden achter de dijken zijn we er nog niet. De MIVD benoemt ook nadrukkelijk bepaalde ontwikkelingen in het Caribisch gebied. En dan opvallend genoeg niet zozeer aangaande drugssmokkel vanuit Zuid-Amerika. Er worden vooral zorgen gedeeld rond territoriale claims van Venezuela, aangaande de grensregio met Guyana. Lenssen is ermee bekend. “Het Venezolaanse bewind gedraagt zich in die zin onbetrouwbaar. Naar de intenties van de machthebber kun je soms alleen gissen. Op het moment dat er echter aanspraak wordt gemaakt op een deel van Guyana, worden wij natuurlijk onrustig. Want dat kan natuurlijk gevolgen hebben voor de eilanden binnen ons Koninkrijk. Het mag duidelijk zijn dat wij als Defensie de taak hebben het gehele Koninkrijk te beschermen. Niet voor niets hebben daar we daar een schip, marinierseenheden en de Compagnie in de West van de landmacht gestationeerd.”
Voorkomen of beheersen
“Wij beschikken met het Korps Mariniers over een entiteit die zowel op land als op zee kan opereren”, gaat Lenssen in één keer door. “Mariniers beschikken van nature over het adaptieve vermogen waar we het over hadden. Toch zijn we druk bezig om het Korps nog beter aan te passen aan de moderne tijd.” De werktitel hiervan is Force Design, wat staat voor een heel nieuw concept van opereren, met veelal kleine, zichzelf onderhoudende eenheden, die onderling genetwerkt (heimelijk) operaties uitvoeren.
Zeker niet heimelijk is de huidige inzet van mariniers op de Balkan, waarvan de MIVD het belang niet onbenoemd laat. Lenssen: “As we speak zitten we met mariniers in Bosnië en Herzegovina, om deel te nemen aan de EU-missie Althea. De verschillende bevolkingsgroepen leveren onderling geen strijd, maar er is wel sprake van spanning. Wij zijn daar om de opstelling van de verschillende groepen te monitoren en als neutrale partij die ‘vreemde ogen’ te zijn die vaak nodig zijn om escalatie te voorkomen.”
Verhogen van paraatheid
De MIVD maakt in het jaarverslag ten slotte duidelijk dat zij de informatiepositie van Defensie wil versterken. De nieuw opgerichte Current Intel Unit gaat daarin faciliteren. Voor Lenssen klinkt het als muziek in de oren. Zelf laat zijn Directie Operaties zich ook niet onbetuigd. “Op dit moment draait er een project om de intel-capaciteit te vergroten, van zo’n 20 naar 77 mensen. Die N2-branche gaat onderdeel uitmaken van het nieuwe Maritiem Operatie Centrum ABNL en zal een boost geven aan ons informatiegestuurd optreden.”
Een en ander is niet los te zien van het nieuwe NATO Force Model, gericht op grootschaliger optreden met een kortere reactietijd. “Alles draait om het verhogen van de paraatheid. De afgelopen 3, 4 decennia waren we een beetje ingesukkeld en reageerden we alleen op conflicten die we zelf uitkozen: wars of choice. Nu moeten we klaar zijn voor wars of necessity.”
Scherper, effectiever
“Zulke strijd kan zich daadwerkelijk aandienen”, gaat Lenssen verder. “Dat bewustzijn, die mindset, moet doorklinken in onze organisatie. We moeten onze bedrijfsvoering aanpassen, scherper maken, effectiever maken. Zorgen dat we veel meer war minded denken. Dat is wederom niet alleen een militaire taak, maar andermaal iets voor whole of society. Kijk maar naar de munitieproductie. Hoeveel moeite hebben we als Europa om Oekraïne van munitie te voorzien, simpelweg omdat onze aanvoer stokt? Die industriële capaciteit moet gewoon omhoog. Maar goed, als wij als Defensie nou eens beginnen om ons eigen personeel bewust te maken van de eigen rol in het genereren van gevechtskracht, dan zijn we al een heel eind.”