Tekst Evert Brouwer
Foto Jarno Kraaijvanger
ASW-fregatten vanaf 2029 in de vaart
De 4 nieuwe Anti Submarine Warfare (ASW)-fregatten krijgen een flink aantal noviteiten aan boord. In 2029 moet het eerste schip zijn overgedragen aan het Commando Zeestrijdkrachten. Met onder meer ruimte voor een laserkanon en een wapen dat nog in ontwikkeling is: de anti-torpedo-torpedo.
De inmiddels demissionair Defensiestaatssecretaris Christophe van der Maat ondertekende eind vorige maand de contracten voor de bouw van de schepen. Damen bouwt ze en Thales levert het geïntegreerde radar- en vuurleidingssysteem. 2 schepen zijn bestemd voor de Koninklijke Marine, de andere twee voor de Belgische zeemacht. De ASW-fregatten vervangen de huidige inmiddels 30 jaar oude Multipurpose (M)-fregatten van beide landen. In 2031 moeten alle 4 de nieuwe ASW-fregatten in de vaart zijn.
Nu bij model 22D
Voor kapitein ter zee (TD) Gwilym Walraven en scheepsbouwkundig ingenieur Etienne Duchateau van het Commando Materieel en IT (COMMIT) komt daarmee een einde aan de lange weg die ze samen liepen. Zij trokken de kar wat de ASW-fregatten betreft namens de Afdeling Maritieme Systemen (AMS) van het COMMIT. TD’er Walraven is inmiddels naar Den Helder ‘verhuisd’ en Duchateau heeft een ander project onder zijn hoede gekregen. “Het is mooi om te zien hoe alles met deze ondertekening op z’n pootjes terecht is gekomen”, aldus Walraven. “Als je ziet wat er allemaal in dit schip zit… Om even aan te geven: van model 1 op de tekentafel zijn we nu geëindigd met model 22D modified. Dat is, naast COVID-19, een van de redenen dat we het gewenste jaar 2027 niet gaan halen.”
‘Iedere verandering aan het schip heeft gevolgen’
Tekening van een roeiboot
De AMS van COMMIT is bijzonder in de wereld van de scheepsbouw, waar de marines het ontwerp meestal aan de industrie laten en dus ‘van de plank’ kopen. “Wij ontwerpen de complexere schepen samen met de gebruiker en in nauw overleg met de bouwer”, legt Duchateau uit. Het begint, bijna letterlijk, met de tekening van een roeiboot, waarop steeds meer zaken worden opgebouwd. “Je kunt het zo gek maken als je wilt, maar er zijn vanzelfsprekend beperkingen. Denk aan het budget. Iedere verandering heeft gevolgen, bijvoorbeeld voor de lengte of de snelheid van het schip.”
Pakket aan sensoren
De nieuwe schepen krijgen uiteraard een pakket aan sensoren om onderzeeboten op te sporen. Hierin een Hull Mounted Sonar (HMS), een Low Frequency Active Passive Sonar (LFAPS) en een communicatiesysteem om de signalen van sonarboeien op te vangen. Onregelmatigheden aan het wateroppervlak, zoals een periscoop, zijn te ontdekken met de radar en elektro-optische systemen van Thales. Het ASW-fregat, dat vaak solitair zal optreden, moet zich kunnen verdedigen tegen aanvallen van op, onder en boven het water. Defensie’s JIVC en het civiele RH Marine zijn samen verantwoordelijk voor het Integrated Mission Management System (IMMS). Dat is een overkoepelende IT-architectuur. Daarbinnen zijn het Combat Management Systeem van JIVC, alsmede het Integrated Platform Management System (IPMS) en het Integrated Navigation Bridge System (INBS) van RH Marine ondergebracht.
‘De vaste bemanning heeft minder last van vliegoperaties’
Anti-torpedo-torpedo
Nu is het wachten op het eerste laserkanon én de anti-torpedo-torpedo’s (ATT). “De bescherming tegen torpedo’s bestaat nu uit decoys, een zogenoemde soft kill”, legt Walraven uit. “Het is de bedoeling dat op termijn de anti-torpedo-torpedo kan worden gelanceerd vanaf deze schepen: een hard kill, onder water.”
En dan is er natuurlijk altijd nog de boordhelikopter die dankzij z’n sonar en torpedo’s tot de aanval kan overgaan. Een slimmigheidje aan boord van het ASWF: “De boordvliegploeg wordt in z’n totaliteit ondergebracht in hutten onder het vliegdek; immers, gedurende vliegoperaties staan zij op post in de hangaar en op het helidek. Op deze manier heeft de vaste bemanning geen last van vliegoperaties”, legt Duchateau uit.
‘Ondanks aanpassingen zijn geen concessies gedaan aan de snelheid van het schip’
Geen concessies
De aanpassingen hebben ertoe geleid dat het ASWF 144 meter lang wordt. Dat is 8 meter langer dan aanvankelijk de bedoeling was. Midscheeps is er ruimte gekomen voor een FRISC of een groter onbemand vaartuig (Unmanned Surface Vehicle). “Ondanks die aanpassingen zijn er geen concessies gedaan aan de snelheid van het schip. Door een optimale rompvorm – en die is getest bij MARIN – en het gebruik van lichte materialen kunnen de motoren het aan. Zo zijn de masten van composiet en geldt dat opmerkelijk genoeg ook voor het brughuis en de bak. “Alles bij elkaar scheelt dat hoog in het schip zo’n 60 ton in gewicht”, weet Duchateau. De motoren – ‘de grootste in hun soort’ – zijn door een aanpassing van de diesel-generatorkamer (DGK) ook stiller, een prettige bijkomstigheid bij onderzeebootbestrijding.
‘De uitdaging ligt in de automatisering en mechanisering’
Hogere operationele gereedheid
Er is verder sterk ingezet op automatisering en mechanisering, legt Walraven uit. “De bedrijfsvoering wordt heel anders dan we gewend zijn. Tot nu toe gingen we uit van planmatig onderhoud met onze schepen. We gaan naar zogenoemd condition based monitoring. De kwaliteit van de onderdelen wordt constant gemonitord en je vervangt bijvoorbeeld een onderdeel alleen als dat versleten is. Geen preventieve vervanging dus. Dat is niet alleen een besparing in geld, maar leidt ook tot een hogere operationele gereedheid.”
Alle nieuwe systemen moeten vanaf 2029 ongetwijfeld nog even inslingeren, net als het personeel. “In het begin zijn er daarom 117 mensen aan boord, later wordt dat teruggebracht naar 110. De automatisering wordt wel dé grote uitdaging: of het inderdaad de besparing in menskracht gaat opleveren die wij verwachten.”