04

Dit artikel hoort bij: Alle Hens 3

De geest is uit de fles

Tekst Marloes Vette-van Asselt en LTZ 2OC (SD) Joost Margés
Foto Mediacentrum Defensie

Dienjaar CZSK boort groot, nieuw arbeidspotentieel aan

Met het Dienjaar Defensie wil defensiestaatssecretaris Christophe van der Maat enthousiastelingen de mogelijkheid geven om te proeven van wat Defensie te bieden heeft. Binnen afzienbare tijd wordt ook een aantal van hen als reserve-militair aangesteld binnen het Commando Zeestrijdkrachten (CZSK). Kapitein-luitenant ter zee (SD) Riekus Hatzmann, commandant Koninklijke Marine Reserve (KMR) en kartrekker van Dienjaar CZSK, weet hoe de vork in de steel zit. “Je kunt een en ander voorlopig het beste vergelijken met de voormalige dienstplichtig matrozen, de zeemiliciëns.”

“De doelgroep bestaat uit jonge mensen die bijvoorbeeld na hun middelbare schoolopleiding een gap year willen nemen, om zich te oriënteren op opleidingen”, steekt Hatzmann van wal. “Soms ook gaat het om studenten die tussen hun bachelor- en masterfase een jaar iets anders willen doen. Jaarlijks hebben ongeveer 18.000 jongeren de behoefte aan zo’n jaar en daar wil Defensie graag gebruik van maken.”

Een ‘gap-year’ biedt de kans om even rustige na te denken.
Commandant KMR KLTZ (SD) Riekus Hatzmann staat aan het roer van het Dienjaar CZSK.

Veel vacatures

Ook CZSK wil graag gebruikmaken van de mogelijkheden die het Dienjaar biedt, bijvoorbeeld om (toekomstige) vacatures te vullen. Mensen tussen de 18 en 30 jaar, met welke vooropleiding dan ook, konden zich al aanmelden via Werkenbijdefensie.nl. Er was verrassend veel belangstelling om te solliciteren. Inmiddels hebben zich veel meer kandidaten gemeld bij het Dienstencentrum Personeelslogistiek dan CZSK kan plaatsen. “De mensen die wij uiteindelijk aannemen gaan in eerste instantie varen op de vloot”, vertelt Hatzmann. “Vooral ook omdat er veel vacatures aan boord zijn voor matrozen. Ter vergelijking: bij het Korps Mariniers is de organisatie qua manschappen goed gevuld. De opleiding tot marinier duurt ook langer, waardoor het rendement met een opkomstduur van 12 maanden te laag is.”

Als MATR3BDA aan boord

“De keuze is gemaakt om iedereen voor het Dienjaar dezelfde opleiding te laten volgen: de Eerste Maritiem Militaire Vorming (EMMV), inclusief een module bij de CBRNDCBV-school (voor chemische biologische radiologisch en nucleaire verdediging, damage control en bedrijfsveiligheid). Vervolgens worden ze als matroos-3 Bijzondere Diensten Algemeen (MATR3BDA) aan boord geplaatst van onze varende eenheden. Ze krijgen ook allen het salaris van een reguliere matroos-3. De Dienjaar-deelnemers zullen algemene boordtaken krijgen, waarbij de scheepsbemanning ze begeleidt, met name door degenen die ook de nieuwe (beroeps) matrozen-marine begeleiden.”

Iedereen krijgt vooralsnog dezelfde opleiding: de EMMV, inclusief de CBRNDCBV-module.

Op termijn 1.500 deelnemers

“Het is de intentie om maximaal 25 kandidaten in juni 2023 aan te stellen en vervolgens via een aantal vooropkomsten voor te bereiden op de opleiding. De kandidaten gaan deelnemen aan de EMMV van augustus en worden in november aan boord geplaatst. De volgende lichting staat dan gepland voor januari 2024, waarbij een hoger aantal zal instromen. Voor Defensie gaat het in 2024 in totaal om 250 personen, waarvan zo’n 50 à 75 voor CZSK, die verspreid over meerdere momenten opkomen. “Mogelijk dat we bij de januari-lichting al gaan werken met differentiatie qua vooropleiding en functies, al dan niet aan boord”, onthult de overste.

De krijgsmacht streeft volgens hem op termijn zelfs naar 1.500 deelnemers aan het Dienjaar Defensie, verdeeld over de Operationele Commando’s. “Daarbij wordt gekeken naar inzetbaarheid na een korte basisopleiding. Immers, de tijd voor uitgebreid opleiden is er niet omdat de deelnemers 12 maanden na de start al uitstromen.”

“...begeleiding door de bemanning.”

Pasklaar maken

Hoewel, die 12 maanden blijken op de langere termijn niet helemaal heilig. “Mensen die voor het Dienjaar kiezen willen het liefst in augustus/september of januari/februari beginnen, omdat vervolgopleidingen ook in die maanden starten”, rekent Hatzmann. “Een ander voorbeeld: mocht je na de zomer aan een studie beginnen, maar die bevalt niet, dan biedt een opkomstmoment in januari de kans om te stoppen met je opleiding en in korte tijd weer aan de slag te gaan. Zeker verstandig als je bijvoorbeeld een studiebeurs ontvangt.” Maar nu komt het: “Om het nog meer ‘pasklaar’ te maken, denkt Defensie ook na over de mogelijkheid om 18 maanden te dienen. Ook dat zou juist weer goed aansluiten op het startmoment van een vervolgopleiding én het biedt ruimte voor een langere militaire opleiding.”

“...wij hopen dat veel mensen voor een langere carrière bij de KM zullen kiezen.”

Maximaal profiteren

Mogelijkheden te over, eigenlijk, nu er een groot, nieuw potentieel is aangeboord aan vrijwilligers. Zeker met mensen van een zeer divers pluimage, kun je maximaal profiteren van hun uiteenlopende kennis en kunde. “Dan kan het ook zo zijn dat wij de deelnemers, met een passende achtergrond, gaan opleiden tot onderofficier of zelfs officier”, kijkt de overste nog verder vooruit. “Dat deden we in de dienstplichttijd natuurlijk volop en met veel succes.”

Hebben deze mensen een mooie tijd gehad bij de KM en hebben ze de smaak te pakken, dan zou het toch doodzonde zijn om ze weer te laten gaan? Dat beaamt Hatzmann: “Na het dienjaar kunnen de deelnemers aangesteld blijven als reservist, maar wij hopen inderdaad dat veel mensen voor een langere carrière bij de Koninklijke Marine zullen kiezen en gaan instromen bij het beroepspersoneel.”

Worden straks ook Dienjaar-deelnemers opgeleid tot (onder)officier?

Mogen we dit zeggen?

Hoe dat traject er opleidings-technisch uit moet gaan zien, en of er dan sprake zou zijn van vrijstellingen, dat wordt allemaal nog uitgebreid bekeken. Maar het moge duidelijk zijn dat er een groot, nieuw arbeidspotentieel is aangeboord. Mogen we dit zeggen? Ja, dit mogen we, vrij vertaald, wel zeggen: de geest is uit de fles.