Tekst LTZ 2OC (SD) Joost Margés
Foto Cees Baardman
Operationele gereedheid bij Noordflank belangrijker dan ooit
Al sinds de Whiskey Compagnie (W-coy) in de jaren 70 uitrukte naar Noord-Noorwegen om zich te bekwamen in het optreden onder arctische omstandigheden, is het vizier van het Korps Mariniers gericht op de Noordflank. Met het smelten van de poolkap en de opgelaaide Russische dreiging, is het een abc-tje dat het strategische belang van het arctische gebied steeds meer zal toenemen. Een schone taak aan de mariniers, maar net zo goed aan andere eenheden van de Koninklijke Marine, om de geoefendheid en gereedheid op peil te houden. Wat gebeurt er in dat opzicht al in het hoge noorden?
‘Aanwezigheid steeds belangrijker’
“Al jaren oefent het Korps Mariniers in Noorwegen met optreden onder arctische omstandigheden”, aldus luitenant ter zee 2OC (LD) Iris Tick, als S8 verantwoordelijk voor financiële en juridische zaken binnen 1 Marine Combat Group (1MCG). “Tijdens de Joint Artic Training (JAT) worden alle basis-skills & drills aangeleerd aan novices door ervaren mariniers. Op deze manier houden ook ervaren mariniers, inclusief Mountain Leaders en anderen van Marine Training Command, hun kennisniveau op peil. Ten tijde van corona werd de regio Troms, waar wij de wintertraining uitvoeren, ook geschikt gevonden voor de Joint Mountain training (JMT). Die gaat aan de JAT vooraf, binnen het opwerktraject van marinierseenheden.”
“Ook Britten, Duitsers en Amerikanen maken veelvuldig gebruik van het gebied, met dezelfde doelstelling. De Belgen sluiten op hun beurt regelmatig bij ons aan. Door de toegenomen Russische dreiging is de aanwezigheid van NAVO-bondgenoten in het gebied steeds belangrijker geworden. Hiermee laten we zien dat we aanwezig zijn en getraind zijn om ook hier op te treden. Dat geldt in feite voor alle klimatologische omstandigheden en terreinen, Qua Patet Orbis (‘Zo wijd de wereld strekt’).”
“Door oefeningen als Joint Viking, aansluitend aan de komende JAT, leren we samenwerken met verschillende landen onder arctische omstandigheden, inclusief optreden vanuit zee in het kustgebied (de zogenoemde 'littoral', red.). Dit alles draagt bij aan de operationele gereedheid die van groot belang is voor mogelijke inzet in NAVO-verband.”
‘No beach we can’t reach’
“De Surface Assault and Training Group (SATG) is een cruciale speler binnen het vermogen van CZSK om vanuit zee operaties in de littoral uit te voeren”, stelt luitenant ter zee 2OC (LD) Jesse Weel, de S8 van SATG. “SATG bestaat uit 3 inzetbare eenheden: de Landing Craft Task Units (LCTU); het Fast Raiding Interception and Special Forces Craft (FRISC) Squadron; en het Fleet Marine Squadron (FMS). Om veilig te kunnen opereren op het water, ondergaan Landing Craft Operators een uitgebreid opleidingstraject. Omdat het Nederlandse kustgebied zwaar gereguleerd wordt, wijkt SATG veelal uit naar het buitenland, zoals naar het Noorse eiland Tarva, ter hoogte van Trondheim.”
“Hier houdt het FRISC Squadron jaarlijks een 3 weken-durende Live Fire Excercise (LFX), met zo’n 50 man. Tarva is voor SATG een unieke trainingslocatie. Ten eerste is het onderdeel van een archipel van kleine eilandjes waar vaartuigen op hoge snelheid navigatieoefeningen tussen kunnen uitvoeren, overdag en ‘s nacht en in redelijk beschutte kustwateren. Tijdens de eindoefening van de LFX manoeuvreert een sectie van 4 FRISC’s bijvoorbeeld op hoge snelheid rakelings langs de rotsen, waarbij doelen op het land onder vuur worden genomen. Deze training bereidt onze eenheden er ideaal op voor om onder extreme omstandigheden een landing force te kunnen ondersteunen.”
“LFX Tarva is daarmee een cruciale stepping stone binnen de gereedstelling van het FRISC Squadron, zodat het Korps Mariniers succesvol kan zijn in de littoral, in het hoogste geweldspectrum; ‘No beach we can’t reach’. Volgend jaar houden we deze training ook met landingsvaartuigen van het type Landing Craft Vehicle Personnel (LCVP), waarbij ook operators van het FMS zullen fungeren als boordschutters.”
‘Berg- en wintergetraindheid van het allergrootste belang’
“Als gevolg van intensievere samenwerking met Noorwegen hebben de Directeur Operaties, zijn commandanten en de senior-planners van het Korps Mariniers vorige maand deelgenomen aan een terreinverkenning in de regio Finnmark”, vertelt luitenant-kolonel der mariniers Patrick van Rooij van Strategie & Advies van CZSK. “Dat gebeurde op uitnodiging van het Norwegian Army Command. Onze delegatie is op de hoogte gebracht van de Noorse verdedigingsplannen, heeft key leaders ontmoet en belangrijke eenheden en sleutelposities bezocht.”
“Inzicht in de Noorse plannen en een goede appreciatie van het terrein zijn belangrijk voor zowel de huidige gereedstelling, als de doorontwikkeling/het Force Design van het Korps Mariniers. Om een rol van betekenis te kunnen spelen binnen de bestaande Noorse plannen, blijven de berg- en wintergetraindheid van onze eenheden van het allergrootste belang. Zonder deze training heb je niets te zoeken in dit gebied. Daarnaast is de capaciteit om met kleine, amfibische vaartuigen in de kustwateren op te kunnen treden cruciaal. Ook in de rol van enabler, ter ondersteuning van kleine marinierseenheden op het land. De kustwateren noemen ze in Finnmark en binnen de Noorse plannen niet voor niets Highway 1; hierover kun je je het gemakkelijkste verplaatsen in dit gebied.”
“Verder hebben we afgesproken dat we vaker met kleinere eenheden of elementen gaan aansluiten bij Noorse trainingsactiviteiten, zodat we vaker en op meerdere niveaus contact hebben. Dat kan zijn bij zogenoemde joint fires-oefeningen, command post excercises of door het houden van snap excercises voor onze Marine Spearhead Task Unit. Samenwerking met Noorse eenheden in het gebied, maar ook met onze partners uit het VK, zorgt voor uitwisseling van kennis en ervaring en het delen van best practices. Dan kun je van elkaar leren over zaken als mobiliteit (met squad en skidoo) of het gebruik van onbemande systemen onder arctische omstandigheden."