Tekst LTZ 2OC (SD) Joost Margés
Foto SNMG1
Belangrijke leerschool voor onderzeeboten en belagers
2 vliegen in 1 klap, dat was de Noorse oefening ‘Arctic Dolphin’, in de kustwateren en fjorden van de NAVO-partner. Aan de ‘Standing NATO Maritime Group 1’, inclusief Zr.Ms. Van Amstel en onder leiding van commandeur Ad van de Sande, bood het programma grote oefenwaarde, op het gebied van onderzeebootbestrijding. De onderzeeboot Zr.Ms. Zeeleeuw bood ’s nachts geduchte tegenstand, terwijl zusterboot Dolfijn overdag sparringpartner was, in het kader van de gerenommeerde ‘Submarine Commanders Course’ (SMCC) van de Koninklijke Marine. Hoe pakte het kat-en-muis-spel uit?
De commandant van het M-fregat Zr.Ms. Van Amstel, kapitein-luitenant ter zee Bjørn Kerstens, kijkt met voldoening terug op Arctic Dolphin in Noorse wateren. “De diepe open zee en de fjorden boden een fantastische oefenomgeving. Het was een dynamische tijd voor de bemanning. Overdag manoeuvreerden wij heftig om de Dolfijn heen, ter ondersteuning van de SMCC, en ’s nachts stonden onze Anti Submarine Warfare(ASW)-sensoren aan om de Zeeleeuw te vinden. Het was een win-win situatie, waarvan echt iedereen beter werd.”
Alle beschikbare sensoren
Zr.Ms. Van Amstel coördineerde de onderzeebootbestrijding van het vlootverband. Zo ook tijdens Arctic Dolphin. “Met onze taakgroep gingen we ’s nachts in open water of inshore met alle beschikbare sensoren achter de onderzeeboot aan. Zaak voor onze operators om de sensoren zo goed mogelijk te benutten en te kijken welke waar het beste werkt. De Zeeleeuw deed zelf juist weer zijn best om zich zo goed mogelijk te verstoppen, ons te ontwijken of juist aan te vallen.”
Gepaste trots
Voor de speurtocht had SNMG1 naast de eigen eenheden ook de beschikking over een Noors en Deens fregat plus een Noorse NH90 maritieme gevechtshelikopter en 2 Britse P-8 patrouillevliegtuigen. Toch mag commandant Kerstens met gepaste trots opmerken dat de Low Frequency Active Passive Sonar (LFAPS)-towed array van ‘zijn’ Van Amstel vaak het verschil maakte. “Bij de meeste schepen zit de sonar vast in de hull, maar wij slepen de hypermoderne LFAPS achter ons aan. Dat vergroot onze detectiemogelijkheden enorm.”
Van alle kanten benaderd
Onderwater had overste Kerstens overdag te maken met de cursisten van kapitein-luitenant ter zee Pim Hol, teacher van de SMCC en commandant van alle onderzeebootopleidingen van de Nederlands-Belgische Operationele School in Den Helder. Hij legt uit hoe belangrijk het samenspel met SNMG1 was voor de commandanten-opleiding. “De SMCC is opgedeeld in een veiligheidsfase en een tactische fase. Een belangrijk onderdeel van de veiligheidsfase is het leren gebruiken van de periscoop. De bedoeling is dat je zelf op periscoopdiepte vaart en vervolgens van alle kanten benaderd wordt door schepen.”
Veel hoofdrekenen
“Per schip dien je vervolgens de afstand te berekenen én hoe lang je niet opnieuw hoeft te kijken hoe dichtbij de tegenstander inmiddels is, waarna je toch nog tijd hebt om veilig weg te duiken naar 30 meter”, legt Hol uit. “Komt veel hoofdrekenen bij kijken. Voor elk naderend schip maak je die berekening. Zit je op 30 meter diepte, dan kunnen ze veilig over je heen varen. Is het schip voorbij, dan ga je snel weer terug naar periscoopdiepte en zet je je mast weer neer. Belangrijk voor je zicht en om een aanval te kunnen plaatsen. Voorafgaand aan Arctic Dolphin hadden we dit al tijdens talloze runs geoefend in de Guardion Submarine Trainer (GST) in Den Helder, met soms wel 4 schepen tegelijk. Dan houd je dus ook 5 stopwatches in de gaten. Je hebt immers ook een stopwatch nodig om tijdig een volledige ronde, ofwel allround look te kunnen maken”
Rotbootje
En toen naar zee. Een groot verschil, bekent de Onderzeedienst-overste. “Dat 3 schepen tegelijkertijd écht op je afkomen, met flinke boeggolf, dat doet wat met je. Naast de fregatten van SNMG1 zat er ook kleine ferry van de Noren bij. Echt een rotbootje, dat heel hard op ons afkwam. De cursisten worden zo echt onder druk gezet. Het geeft mij als teacher een goed beeld van hun kwaliteiten. En zelf krijgen ze dan ook snel door hoe goed ze wel of niet zijn.”
De doelstelling van dit alles is volgens Hol ‘het ontwikkelen van een relatief omgevingsbeeld en van een interne klok’. “Gevoel creëren voor zó ver weg, zóveel vaart, dus nog zóveel tijd. En, anders dan in de trainer, moet je ook nog meer aandacht geven aan de daadwerkelijke bemanning om je heen, die wil weten wat er gebeurt en wat je verwacht.”
Door naar volgende ronde
Als oud-commandant van Zr.Ms. Van Amstel genoot Hol van het samenspel met de onderzeeboot en de oppervlakte-eenheden, inclusief het M-fregat. En ook over de onderzeebootcommandanten-in-opleiding is de overste zeer te spreken. “We hebben een groep van 3 kandidaten: een Braziliaan, een Zweed en een Nederlander. Super-ervaren mensen die zelf ook wat komen bréngen. Alle 3 zijn de veiligheidsfase van 7 weken goed doorgekomen. De SMCC duurt in zijn geheel 4 maanden. Inmiddels oefenen de cursisten verder in de GST. Daarna volgt de tactische fase, aan boord van de Zeeleeuw. Die valt deels samen met de grote internationale oefening Cold Response. Ook dan krijgen ze weer te maken met SNMG1.”
Wat maakt iemand tot een goede commandant?
- Koelbloedigheid
- Stressbestendigheid
- Gedrevenheid
- Kunnen werken met grote groep in kleine ruimte
- Risico’s snel en goed kunnen inschatten
- Balans houden tussen missie volbrengen, ongedetecteerd blijven en veiligheid
Optronische mast
Bij de overstap van de veiligheidsfase naar de tactische fase, komen de technische verbeteringen van het Instandhoudings Programma Walrusklasse (IPW) pas echt van pas. Hol: “Hoewel je een kleine visuele periscoop nodig hebt om een aanval te kunnen plaatsen, terwijl je weinig ‘mast’ laat zien, gebruiken we daarnaast ook de optronische mast. Die geeft een digitaal beeld dat je ook nog kunt terugkijken, en hij biedt nachtzicht dankzij infrarood. Door het IPW is er tevens een betere processing van alle gegevens die de verschillende sensoren doorgeven. Dus heb je betere detectiemogelijkheden. Daarvan maken de cursisten straks optimaal gebruik.”
Niet navelstaren
Wordt er bij de achtereenvolgende edities van de SMCC iedere keer hetzelfde riedeltje afgedraaid? Nee, volgens overste Hol. “Ten opzichte van eerdere versies is er nu bijvoorbeeld veel meer aandacht voor de psychosociale aspecten van commandovoering. We hebben een extern bedrijf ingehuurd om vanuit die invalshoek ‘gevoed’ te worden. Dus niet meer alles alleen maar op de geëigende ‘onderzeeboot-manier’. Zo komt er meer aandacht voor zelfreflectie, teambuilding en leiderschap. Natuurlijk zijn we trots op onze Onderzeedienst-cultuur, maar tegelijkertijd willen we niet navelstaren.”
Niet eindeloos uitstellen
Dankzij het IPW kan de Onderzeedienst volgens Hol nog jaren vooruit met de huidige onderzeeboten. “Zeker wat de sensoren, wapensystemen en (satelliet-) communicatiemiddelen betreft. Maar de End of Lifetime van het platform zelf nadert wel met rasse schreden. We moeten dus haast maken. De relevantie van de Onderzeedienst was voor ons al lang duidelijk, maar nu voor anderen gelukkig ook. We hebben de nieuwe boten echt niet ‘morgen’ nodig, maar laten we vervanging niet eindeloos uitstellen.
Direct gereed voor inzet
“De oefening Arctic Dolphin werd erg gewaardeerd door de eenheden binnen SNMG1”, vertelt Commander Netherlands Maritime Force commandeur Ad van de Sande desgevraagd. “Het is niet gebruikelijk om met meerdere onderzeeboten tegelijk te trainen, dus we hebben er optimaal gebruik van gemaakt. De uitdagende omgeving bij de kust van Noorwegen bood niet alleen trainingswaarde voor ASW en de SMCC, maar ook op het gebied van navigeren vlakbij de kust en door de fjorden. Iets waar de bemanningen erg blij van werden, want het uitzicht was om van te genieten. Arctic Dolphin is een van de oefeningen waar we dit jaar aan deelnemen. Dat neemt niet weg dat de taakgroep per direct gereed is voor andere opdrachten, als dat nodig is. SNMG1 is als NAVO-vlootverband 24/7 paraat voor inzet.”