AOOODOPS Hans Hijman, nieuwe Chef der Equipage

Het uitzicht is nogal veranderd. In plaats van Marinebasis Parera, de palmbomen en het strand van Curaçao, kijkt de nieuwe Chef der Equipage van het Commando Zeestrijdkrachten vanaf 6-hoog uit over de grijze ‘Nieuwe Haven’. “Ik ben sinds jaren weer boordplaatser”, zegt adjudant ODOPS Hans Hijman, “want dagelijks heen-en-weer rijden naar het Drentse Geesbrug is geen optie. Het voordeel is wel dat ik zonder enig schuldgevoel ’s avonds kan doorwerken.”

‘Ik kan zonder schuldgevoel ’s avonds doorwerken’

De verandering van omgeving en klimaat maakt hem geen minder gelukkig mens. Voor de vierde keer bezet Hijman de functie van chef d’equipe. Eerst in 2011 op Hr.Ms. Friesland (‘Dan sta je heel dicht op de bemanning’), 3 jaar later bij Sea Training Command (STC) (‘Je stapt op op alle schepen’), om in 2017 met zijn gezin naar de West te vertrekken als Chef der Equipage bij de Commandant Zeemacht in het Caribisch Gebied (CZMCARIB) (‘4 bijzondere jaren’). En nu dus Den Helder. Niet gek voor iemand die in 1988 zijn loopbaan begon als marinier-algemeen (‘Daar ben ik nog steeds trots op’), overstapte naar de OD (‘Een weloverwogen keuze’) en het daar schopte tot air controller en fighter controller (‘Heerlijk; stoeien met helikopters, Orions en F-16’s’).

"Je hebt een voorbeeldfunctie. Ik ben ook maar gewoon Hans Hijman, maar iedereen ziet mij nu als de Chef der Equipage van CZSK."

‘Ik ben mij 24 uur per dag bewust van mijn voorbeeldfunctie’

Boordplaatser

Maar wat maakt nu iemand tot een Chef der Equipage? De omschrijving geeft wat handvatten: ‘De KM-Chef der Equipage dient representatief te zijn. Aan de houding, gedrag, vakbekwaamheid en sociale vaardigheden worden hoge eisen gesteld’. “Dat je representatief moet zijn, realiseer ik me al sinds mijn eerste functie aan boord van de Friesland. Je hebt een voorbeeldfunctie en daarvan moet je je 24 uur per dag bewust zijn. Ik ben ook maar gewoon Hans Hijman, maar iedereen ziet mij nu als de Chef der Equipage van CZSK. Zoals gezegd, ik ben nu boordplaatser hier in Den Helder. Ik kan niet ’s avonds dronken over het terrein lopen. Zelfs het overschrijden van de snelheidslimiet of rijden door rood kan al een dingetje zijn. Daarvan móét ik me 24 uur per dag, 7 dagen per week bewust zijn. Met en zonder uniform.”

“Ik ben 10 jaar ouder en door de ervaring hopelijk ook wijzer in de functie van Chef der Equipage.”

'Ik was telkens net beschikbaar voor een mooie baan’

“Blijkbaar paste ik in het plaatje voor deze functie.”

Andere karakters

Wat is dan verschil met die eerste functie, aan boord van een schip, en nu? “Dat is groot”, zegt de adjudant stellig. “Op een schip heb je een beperkte omgeving, ben je direct betrokken bij de uitvoering en ben je dé onderofficier voor de commandant en de eerste officier. Bij de STC ben je betrokken bij het opwerken van de schepen tot de operationele status; prachtig werk. Het veld werd ruimer bij CZMCARIB. Nu heb ik de hele marine als speelveld. Het is beleidsmatiger. Ik zit aan bij de Admiraliteitsraad, vertegenwoordig alle onderofficieren en manschappen. Dat is een grote verantwoordelijkheid. Je moet jezelf kunnen blijven, maar tegelijk ook samen met de baas kunnen optreden. Ik heb als Chef der Equipage 7 commandanten gehad. Allemaal andere karakters; omgaan daarmee daarin moet je je weg vinden.”

De Chef der Equipage heeft net die zevende nieuwe ‘baas’, Commandant Zeestrijdkrachten vice-admiraal René Tas, begeleid naar Zr.Ms. Evertsen in Mumbai (India). Zegt oprecht: “Met hem heb ik nog nooit te maken gehad. Of ik dit keer moest solliciteren? Ik heb mijn belangstelling kenbaar gemaakt en de ambitie getoond via bureau Management Development. Blijkbaar paste ik in het plaatje. De sollicitatieprocedure is nog gedaan door Tas’ voorganger, vice-admiraal Rob Kramer. “Het was dus best spannend voor ons beiden.”

Hijman voelt zich best bevoorrecht. “Ik heb eigenlijk alleen maar fantastische dingen gedaan bij de marine. Dat houd ik jongeren ook voor: je moet plezier hebben in je werk. Het streven naar een bevordering, dat er een kras bij móét, speelt vaak een te grote rol.” Om meteen daaraan toe te voegen: “Het is voor mij ook wel gemakkelijk praten: ik heb altijd kunnen doen wat ik wilde. Daarbij speelt een factor geluk mee. Ik was telkens beschikbaar als er een mooie baan vrijkwam. Dat geldt van de opleiding tot air controller tot nu.”

“Altijd het eerlijke verhaal vertellen, anders verlies je draagkracht.”

Groeien

Het werk is veranderd, maar hoe zit dat met de mens Hans Hijman sinds hij op de Friesland aan boord ging voor zijn eerste functie als Chef der Equipage? “Ik ben 10 jaar ouder en door de ervaring hopelijk ook wijzer”, zegt hij lachend. “In het begin was ik te star, hield te veel aan regeltjes vast. Nu zijn regels eerder richtlijnen voor me. Ik moest in de functie groeien. In de jaren als Chef der Equipage heb ik meer begrip gekregen voor wat iemand drijft. Mensen ontmoeten en spreken, daar krijg ik energie van.”

Dan moet je altijd, vindt adjudant Hijman, het eerlijke verhaal vertellen. “Doe je dat niet, dan verlies je je draagvlak. Natuurlijk zie ik dat er dingen fout gaan bij de marine. Niemand wordt er vrolijk van als er schepen aan de kant moeten. Het salaris, daarover mag je best klagen. Mijn motto is dat er 1.000 redenen kunnen zijn waarom iets niet kan, maar je op zoek moet naar die ene waardoor het wél mogelijk is. Er gaat bij de marine ook heel veel goed.”

‘Er gaat bij de marine ook heel veel goed’

“Admiraal Tas en ik kenden elkaar niet. Dat was best spannend voor ons beiden.”

Inslingeren

Of onderofficieren en manschappen de weg naar zijn kamer op de zesde etage van gebouw Albatros hebben gevonden? “Iedereen is welkom, maar ik geloof niet dat de mensen voor wie ik dit werk doe hier naar boven komen. Daarom wil ik het gebouw zoveel mogelijk verlaten voor werkbezoeken; mét en zonder de admiraal. Mensen zien en spreken. Dat lukt nog mondjesmaat, want ik ben nu echt aan het inslingeren op de functie. Het begint te wennen. Nu werk ik weliswaar al 33 jaar voor de baas, maar hier hoor ik afkortingen waarvan ik nog nooit heb gehoord.”

Afspraak

Tijd om vooruit te kijken, al zit daar wel een duidelijk horizon aan. “We hebben 4 jaar geleden ons huis in het westen verkocht en verruild voor een woonboerderijtje in Drenthe. Mijn vrouw heeft me alle ruimte gegeven om deze baan te accepteren en goed in te vullen. Maar wel met een afspraak: begin 2024 word ik 55 en dan ga ik écht met Functioneel Leeftijd Ontslag.”

Daarop vooruitlopen wil hij zeker niet. “De functie in de West was weliswaar de mooiste tot nu toe, maar ik verwacht dat deze minstens net zo mooi is.”