Column Commandant Zeestrijdkrachten
Het mooie van mijn functie is dat je met alle facetten van de Koninklijke Marine in aanraking komt. Zo was ik enkele weken geleden bij de mannen en vrouwen van Zr.Ms. Evertsen in Mumbai (India). Als onderdeel van de Britse Carrier Strike Group zijn schip en bemanning, tot de thuiskomst volgende maand, bijna 7 maanden weg. Ondanks de weinige havenbezoeken is het al met al toch een geweldige reis geworden. De sfeer die ik aan boord proefde was uitstekend en met de reis draagt de Evertsen direct bij aan waar we voor staan: beschermen wat ons dierbaar is. Ik heb veel respect voor de wijze waarop de opvarenden hun werk uitvoeren.
Dit gevoel van trots bekroop mij ook bij mijn bezoeken aan de Defensie Duikgroep en de Defensie Duikschool, de mariniers in Doorn en de begeleiders van de leerlingen Veiligheid en Vakmanschap bij het ROC in Den Helder. Ook zag ik hoe Zr.Ms. Rotterdam op indrukwekkende wijze het staatsbezoek ondersteunde van onze Koning en Koningin aan Noorwegen. Daarnaast heb ik de mannen en vrouwen van de Defensie Vaarschool ontmoet en veel mensen die met innovatie bezig zijn. Eigenlijk overal waar ik marinemannen- en vrouwen tegenkom, militair en burger, voel ik bewondering.
‘Willen we er ook in de toekomst toe blijven doen, dan moeten we er vandaag voor gaan’
Een goede sfeer lijkt kenmerkend voor alle eenheden en afdelingen die ik tot nu toe heb bezocht. Ik bemerk veel passie voor het werk, een positieve benadering, maar – zeer terecht – ook een kritische houding. De riemen waarmee we moeten roeien zijn soms erg kort en vormen reden voor bezorgdheid. Dat kan variëren van zorgen over arbeidsvoorwaarden, reserveonderdelen, personele vulling en verouderd materieel. Het is dan soms moeilijk om oog te houden voor de dingen die wel goed gaan of te blijven geloven in beloftes uit het verleden, waarvan de uitkomst al zó lang op zich laat wachten.
Dat het uiteindelijk goed gaat komen, daar heb ik vertrouwen in. Maar daar zullen we samen hard voor moeten knokken. ‘Uiteindelijk’ mag namelijk niet te lang duren. We moeten vooruitgang gaan merken, voelen en zien. Ik ga u daarom zeker niet vragen om geduldig te zijn; dat ben ik zelf ook niet.
Wat ik wel aan u wil vragen: hou die goede sfeer vast. Een gezonde dosis humor helpt hierbij. Het helpt ons te relativeren. Af en toe klagen is verklaarbaar en het helpt soms om even stoom af te blazen, maar het lost uiteindelijk niets op. Stel uzelf altijd de vraag: kan ik de situatie zelf verbeteren, kan ik hulp inroepen van anderen en wat zijn mogelijke oplossingen? Met de antwoorden op die vragen, komen we in beweging.
Want één ding is zeker: we zitten met z’n allen in hetzelfde schuitje, we hebben allemaal dezelfde bestemming voor ogen en we willen die bestemming zo snel mogelijk bereiken. Een Koninklijke Marine die is toegerust voor de vele taken, een happy crew en steun van ons thuisfront!
Er wordt hard aan de weg getimmerd; dat werd mij ook de afgelopen weken weer heel duidelijk. Ten slotte nog een oproep aan u allen: willen we er ook in de toekomst toe blijven doen, dan moeten we er vandaag voor gaan.
Vice-admiraal René Tas,
Commandant Zeestrijdkrachten