Zr.Ms. Evertsen in groots eskader op weg naar Azië

Zr.Ms. Evertsen is onderweg naar het Verre Oosten. Het schip doet mee aan de vaartocht van de Britse Carrier Strike Group (CSG). Met 9 schepen en 1 onderzeeboot is het het grootste Europese vlootverband in 20 jaar. Taak van de Nederlanders is luchtverdediging en secundair onderzeebootbestrijding. De reis voert via de Middellandse Zee en de Indische Oceaan naar Oost-Azië. Onderweg doet het vlootverband 40 landen aan. Niet voor niets dus, dat marinecollega’s met lichte jaloezie naar de trip kijken. 

2.5 week geleden werd de bemanning uitgezwaaid door Commandant Zeestrijdkrachten vice-admiraal Rob Kramer en tal van collega's en familieleden. Zr.Ms. Evertsen is op reis, en wát voor reis! Het schip legt in 6,5 maand maar liefst 26.000 zeemijl af en doet 40 havens aan. 

Sfeerbeeld uit de eerste week. Na een havenbezoek aan Portsmouth maakt Zr.Ms. Evertsen een nogal hobbelige tocht door de Golf van Biskaje. “Daar schrikken we niet van, ons schip kan dat prima aan”, vertelt commandant kapitein-luitenant ter zee George Pastoor. Voor de bemanning een prima gelegenheid om ‘in te slingeren’ en weer even te wennen aan het varen. 

Het centrale punt in de reis is het -voor Europese begrippen- gigantische vliegkampschip HMS Queen Elizabeth. Daarop staan 18 Britse en Amerikaanse F35’s en 14 Wildcat- en Merlin-helikopters die de komende maanden voor tal van oefeningen worden ingezet. 

De bemanning van Zr.Ms. Evertsen zet zich schrap. Een harde klap volgt… het schip is geraakt. Al snel komen de meldingen over de schade binnen: 4 gewonden, 3 branden en meerdere lekkages. Iedereen kent zijn of haar rol en bestrijdt de brand, geeft hulp aan de gewonden of gaat reparaties uitvoeren. De brandwerende, witte pakken dragen de bemanningsleden als het schip in een gevechtssituatie is om zich te beschermen.

Tijdens een gevechtswachtoefening wordt een aanval op het schip gesimuleerd. Dat kan vanuit de lucht of vanuit zee zijn. “Het trainen van de gevechtswacht is essentieel om ingezet te worden in het hoogste geweldsspectrum”, vertelt het hoofd Operationele Dienst van Zr.Ms. Evertsen.

Vanuit de commandocentrale wordt alles rondom het schip in de gaten gehouden, ook de schepen van partnerlanden. De eerste weken van de reis staan in het teken van het verbeteren van de samenwerking. Commandant Pastoor: “Ik vergelijk het met een voetbalelftal. We spelen individueel op het hoogste niveau mee, maar dat maakt ons nog geen goede ploeg.”

De hoofdtaak voor Zr.Ms. Evertsen is luchtverdediging en secundair onderzeebootbestrijding. “En dus integratie in het verband”, vertelt commandant Pastoor. “Daarmee laten we zien dat we een betrouwbare en strategische bondgenoot van de VS en het VK zijn.” Daarnaast is een belangrijk doel om langdurig te oefenen in het hoogste geweldsspectrum om de operationele gereedheid te verhogen. 

Zonder een gesmeerd lopende Technische Dienst geen varend schip. In de machinekamer is het zweten geblazen als collega’s een pakking van een oliefilter moeten vervangen. 

De afgelopen 20 jaar duurden de vaarperiodes over het algemeen tot maximaal 4 maanden. Boeien en binden van het personeel zijn de redenen die commandant Pastoor noemt om aan te haken bij de CSG21. “Hiervoor ga je toch varen? Join the Navy, see the world.”