Tekst André Twigt
Foto John van Helvert en KPLBDAV Gregory Freni

Op Maritiem Vliegkamp De Kooy herleven oude tijden. Onderzeebootbestrijding is een opkomende trend en om hierin mee te gaan, haalden 7 en 860 Squadron onlangs de aanvalstrein van stal. In de strijd tegen vijandelijke subs is dit een gevreesd wapen. Helemaal wanneer de NH90 maritieme helikopter met state of the art Helras sonar in het spel wordt gebracht.   

Een torpedo wordt aangevoerd. De motoren van de heli blijven draaien.

Oefenleider luitenant-ter-zee 1 Martin weet heel goed waarom een aanvalstrein een onderzeebootbemanning de stuipen op het lijf kan jagen. Sowieso is een helikopter één van de meest effectieve onderzeebootjagers. Dippend met zijn sonar kan 'ie langdurig in een jachtgebied blijven hangen en laat ‘ie een opgespoorde sub niet meer los. Een aanvalstrein is heel goed in staat het lot van een sub te bezegelen. "Door elkaar af te lossen kun je hem met 2 of 3 eenheden blijven binden, beletten dat 'ie in een afvuurpositie komt en als het moet vernietigen.” Volgens hoofd Tactics Training and Evaluation Martin valt en staat de aanvalstrein met hoe snel heli’s elkaar kunnen aflossen. Herbewapenen en bijtanken gebeurt daarom onder tijdsdruk. 

Afmontage.

Richttijd 

Het trainen van deze procedures vormt de basis voor een effectieve, doorgewinterde aanvalstrein. Keer op keer trainen de drie deelnemende Boord Vliegtuig Ploegen (BVP) op het dummy dek van De Kooy. Twee platforms verbeelden het helidek van een M-fregat en een Landing Platform Dock. Voor de maritieme helikopters zijn dit de gebruikelijke thuisbases tijdens de onderzeebootjacht op volle zee. Met behulp van een cradle hangen drie man de twee 200 kilo zware Mark 46 dummy torpedo’s onder het toestel en twee man tanken het toestel bij. Tijdens die werkzaamheden blijven de motoren aan en de propellers draaien; opstarten kost tijd. Het laden en tanken neemt ongeveer twintig minuten in beslag, wat volgens hoofd Operaties bij 860 luitenant-ter-zee 1 Johan tevens de richttijd is. 

En weg! Een NH90 vliegt even ‘om de hoek’ om zijn bewapening af te werpen.

Keer op keer oefenen werpt zijn vruchten af. Na verloop zie je dat de ground crews telkens een stukje van de ‘pitstop’ weten af te snoepen. Er waren aan het begin wat schoonheidsfoutjes, maar gaandeweg de oefening verloopt de in vaktermen Running Rotor Refuel en Re-armament, of Four Times Romeo, steedsbeter. “Daar ben ik blij mee”, roept Johan. “Dit is een belangrijk onderdeel van de operationele gereedstelling. Oefenen in de simulator is toch anders dan in het echt. Dit is een veelbelovend begin.” 

‘Onderzeebootbestrijding blijft gewoon mensenwerk’

Met oefenen komt routine. Na keer op keer de procedures te trainen, slagen de crewleden erin minuten van de pitstop af te snoepen.

Zelfverzekerder

Johan vertelt dat onderzeebootbestrijding niet voor niets hot is. Er zijn ook steeds meer kleine landen die beschikken over onderzeeboten. Bij 860 Squadron nemen ze deze opkomende dreiging uit de diepte heel serieus. Tijdens de basistraining ligt de focus op het trainen van de BVP’s. Maar ook de vliegers en tactical coördinators die de inzet van de heli bepalen, maken dankbaar van de gelegenheid gebruik met torpedo’s te werken. “Munitie live afwerpen, is een next level experience. Je wordt er zelfverzekerder van.” 

Een geoliede aanvalstrein is een dodelijke remedie tegen vijandelijke subs.

Te pakken

De zogenoemde MK46 is binnen de NAVO de meest gebruikte aerial torpedo, speciaal ontworpen om door een schip of heli gelanceerd te worden. Geladen met bijna 44 kilo springstof is deze lichtgewicht de schrik van de zee. Maar voordat je tot lancering overgaat, moet je eerst weten waar precies de sub zich bevindt. “In het echt een 'boot' opsporen, is veel moeilijker dan in de simulator”, begint Martin. “Een sub is heel beweeglijk, verandert vaak van koers en gaat langzamer, sneller of dieper varen”, aldus de tactiekenspecialist bij 7 Squadron. Dat levert een variëteit aan echo’s op. “Daarentegen heb je er in de simulator maar 1: of je hebt de onderzeeboot te pakken of niet.” 

‘Het is een veelbelovend begin’

Een parachuutje zorgt ervoor dat een Mk 46 altijd onder dezelfde hoek in het water belandt.

Hoge golven

Op zee worden de afgeworpen torpedo’s opgepikt door de bemanning van het duikvaartuig Cerberus. Dat klusje valt tegen, want het weer werkt niet mee. En dan is 200 kilo staal opeens heel lastig aan dek te hijsen. Het hoge zeetje zorgt er uiteindelijk voor dat slechts twee van de geplande zes torpedo’s worden afgeworpen. Bijkomende tegenvaller is dat het afwerpmechanisme van de torpedo’s bij de deelnemende heli niet goed werkt. Na een half uur ploeteren met de tweede opgepikte torpedo is sergeant-majoor Danny het zat. Door de hoge golven is het drijvende gevaarte zo dichtbij het duikvaartuig nauwelijks onder controle te krijgen. De schipper besluit dat de assisterende Zodiac de torpedo naar de Nieuwe Haven moet slepen, waar ‘ie in alle rust wordt opgetakeld. 

Aan dek wordt de torpedo meteen uitgelezen.

Eenmaal aan dek beginnen chef uitzendploeg adjudant Eric van Velzen en zijn mannen van de Torpedowerkplaats meteen met het uitlezen. De torpedokop bevat een elektronisch geheugen, dat ingebrachte parameters kan omzetten in stuurcommando’s. Die bepalen onder meer het zoekbereik, het -patroon en de maximale zoekdiepte. Ook slaat ‘ie informatie op over het afwerpen. Deze en vele andere gegevens zijn van groot belang voor alle instanties die zich binnen de marine bezighouden met onderzeebootbestrijding. Johan: “Het is van belang dat alle ingebrachte instellingen worden omgezet in commando’s. We weten dan dat het systeem werkt, wat het vertrouwen sterkt. Ondanks alle technische snufjes blijft onderzeebootbestrijding mensenwerk.”