Tekst LTZ 2OC (SD) Joost Margés
Foto collectie familie Van As

Marineofficier put uit familiegeschiedenis bij herdenking

Mei is de herdenkingsmaand bij uitstek. Naast de Nationale Dodenherdenking op de Dam staan mensen op 4 mei ook op andere bijzondere locaties stil bij oorlogsslachtoffers. Zo ook in Utrecht bij Fort Lunet 1, een onderdeel van de aloude Nieuwe Hollandse Waterlinie. Aan luitenant ter zee 1 (LD) Katja van As de eer om hier te spreken als derde generatie marineofficier uit een familie die het tijdens de oorlog flink voor de kiezen kreeg. In deze Alle Hens haar bewerkte voordracht.

LTZ 1 (LD) Katja van As: “Kunnen wij ons, anno 2021, indenken waar ze doorheen gingen?”. (Foto: Menno Bausch)

Van As studeerde Fiscaal Recht, maar gooide na haar studie het roer radicaal om. Zij kwam bij de KM op als Aspirant Officier van Administratie, samen met een lichting dienstplichtigen. Zij had vervolgens meerdere LD-plaatsingen in Den Haag, Den Helder en aan boord van de schepen. Spreken tijdens de 4 mei-herdenking bood Van As de kans om met haar familieverhaal beide zijden van de oorlog, zowel in Nederland, als Nederlands Indië, zowel militair als burger, te belichten. “Gewone mensen die onder ongewone omstandigheden standhielden.”

ELNTMARNS (SD) Johann Velkers ontsteekt 76 fakkels bij Fort Lunet 1. (Foto: Menno Bausch)
Grootvader Hendrik Riemers.

Grootvader Hendrik Riemers.

“Thuis werd er nauwelijks over de marine en evenmin over de oorlog gepraat. De generatie van mijn ouders en zeker die van mijn grootouders waren daarover weinig spraakzaam. Hoe moet het geweest zijn? Kunnen wij ons, anno 2021, indenken waar ze doorheen gingen? Hoe het dagelijkse leven beheerst werd door angst en onzekerheid? In Nederland, in Nederlands-Indië.”

“Er was nóg een marineofficier in de familie. De oudste broer van mijn vader: Jan van As. In 1916 geboren in Batavia (het huidige Jakarta) waar opa Van As hoofdonderwijzer op school was. De oorlog brak in Europa uit en de oorlogsdreiging verplaatste zich naar Nederlands-Indië, waar Japan zich als vijand meldde met een militaire overmacht.”

Oom Jan van As.

‘Jan voer die noodlottige 27e februari de haven van Soerabaja uit; zijn verloofde zou hem nooit weerzien’

“Met de Combined Striking Force, onder leiding van schout-bij-nacht Karel Doorman, moest de aanval worden afgeslagen. Als officier Marine Stoomvaartdienst der 2e klasse voer Jan die noodlottige 27e februari 1942 aan boord van kruiser Hr.Ms. De Ruyter, van waaraf het bevel over de geallieerde vloot werd gevoerd, de haven van Soerabaja uit. Zijn verloofde zou hem nooit weerzien…”

Vader Jörgen van As.

“De Slag in de Javazee werd verloren. 900 Nederlandse opvarenden en in totaal ruim 2.000 militairen vonden een zeemansgraf. Met de bezetting van Java door de Japanners begonnen de verschrikkingen van de Jappenkampen. Mannen werden van vrouwen gescheiden, gezinnen uit elkaar gerukt, ook het gezin Van As. Mijn vader, toen 18 jaar oud, hield een dagboek bij dat verhaalde over de voortdurende overleving, het tekort aan voedsel en de niet aflatende vernederingen door de Jappen.”

“Na de bevrijding van Nederlands-Indië is mijn vader naar de marine gegaan. Vastbesloten om in de voetsporen van zijn broer Jan het vaderland te dienen. Het versleten fruitmesje in de keukenla van mijn ouderlijk huis was de stille oorlogsgetuige uit het Jappenkamp. Dit mesje had mijn vader, op het gevaar van een lijfstraf (of erger), als het zou worden ontdekt, verborgen gehouden in zijn schoen. Zijn daad van verzet. Tegen de Japanse onderdrukking.”

“Mijn vader Jörgen van As diende bij de Technische Dienst. Hij deed de Verkorte Adelborstenopleiding – zijn lichting heette ‘Rampjaar 1672’ – op het Koninklijk Instituut voor de Marine. Hij werd eind ‘49 in Nederlands-Indië geplaatst voor 4 jaar. Hij is ook drager van het Nieuw-Guinea Kruis en heeft op het vliegkampschip Hr.Ms. Karel Doorman gevaren. Hij ging de dienst uit als KLTZ (TD). Vanwege zijn tropenjaren was dat in 1974, met 50 jaar.”

‘De tyrannie verdrijven, die mij mijn hert doorwondt’

“We gaan terug naar 1940, in Europa. Opa Hendrik Riemers was krijgsgevangen genomen door de Duitsers. Hij is in krijgsgevangenschap ziek geworden, thuis hersteld en nog teruggekeerd in krijgsgevangenschap. Na de oorlog heeft hij nog bij de marine gediend tot begin 1949. Hij diende eveneens bij de Marinestoomvaartdienst en is als KLTZ (TD) de dienst uitgegaan, met de onderscheiding van Officier in de Orde van Oranje Nassau met de Zwaarden.”

“Oma Dina Riemers en haar 2 zoons, Dirk en Dolf en dochter Henny (mijn moeder) werden in 1940 teruggeworpen op zichzelf in het bezette Nederland, waar de beklemmingen van de oorlog zich manifesteerden. Zij sloten zich aan bij het verzet. Niet voor een kleintje vervaard, had mijn oma het lef om op de kamer van de bij hen ingekwartierde Duitse officier in een afgesloten kast verzetsspullen op te slaan. ‘Bij een huiszoeking ligt het daar tenminste veilig’, aldus mijn oma.”

‘Mijn oma had het lef om op de kamer van de ingekwartierde Duitse officier verzetsspullen op te slaan’

“Mijn moeder Henny, een tiener in die tijd, was koerierster voor het verzet. Wat zij op de fiets vervoerde, mocht onder geen beding in handen van de bezetter vallen. Vele jaren later is zij hiervoor onderscheiden met het Verzetsherdenkingskruis, dat zij opdroeg aan haar moeder.”

Henny Riemers krijgt het Verzetsherdenkingskruis opgespeld door Prins Bernhard.

“Sinds 1945 hebben wij in Nederland het grote voorrecht in vrijheid te leven. Nu reeds 76 jaren. De wereld kent echter nog steeds vele gebieden waar oorlogsgeweld en onderdrukking aan de orde van de dag zijn. Militaire missies zijn nog steeds broodnodig om steun te verlenen en waar mogelijk de vrede te bevorderen. Tot op heden wagen jonge mannen en vrouwen hun leven om te dienen.”

“Wij herdenken op 4 mei, met het diepste respect, hen die vielen. Zij die vastberaden op weg gingen, ‘het vaderland getrouw tot in de dood’, om ‘de tyrannie te verdrijven’, waar ook ter wereld. Opdat wij niet vergeten.”

‘Militaire missies zijn nog steeds broodnodig om steun te verlenen en de vrede te bevorderen’

Ongewoon verhaal

Zowel LTZ 1 (LD) Katja van As als ELNTMARNS (SD) Johann Velkers droegen bij aan de Dodenherdenking bij Fort Lunet 1 vanuit hun nevenfunctie binnen Defensie Storytelling. Dit is een groep van ruim 100 defensiecollega’s die opereren onder de hoede van het ExpertiseCentrum Leiderschap Defensie (ECLD). Vanuit het ECLD vertellen zij hun vaak ongewone verhaal, midden in de samenleving en met passie.

Foto: Menno Bausch