Tekst LTZ 2OC (SD) Joost Margés
Foto SGTBDAV Jasper Verolme
MAJMARNS Kasper
‘Gaat het goed thuis, dan gaat het goed met de militair.’ Maar hoe is het om langere tijd van huis te zijn? En hoe gaan de gezinsleden daarmee om? In deze aflevering van ‘Militair en thuisfront’ vertellen majoor der mariniers Kasper (42) en zijn thuisfront hoe zij ‘uit’ en ‘thuis’ combineren.
“Mijn vader was beroepsmilitair bij de landmacht, dus het militaire zat er wel in”, steekt Kasper van wal. Thuis in Gouda, op de bank, wordt hij geflankeerd door echtgenote Linda (40) en hun kinderen Scott (9) en Jill (5). De majoor vertelt hoe hij zich in eerste instantie vooral voor de combinatie van varen en techniek interesseerde. Vandaar dat hij in 1997 aan het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM) begon aan de opleiding tot zeeofficier. Maar niet voor lang. “Het werd al snel te technisch, naar mijn zin, en ik miste het werken met mensen. Dus stapte ik over naar de opleiding tot officier der mariniers.”
‘Er wordt minder vaak en ook niet zo lang geoefend; hierdoor kun je de balans tussen werk en thuis beter bewaken’
Behoorlijk hightech
Dit beviel prima, Kasper rondde de opleiding af en kreeg een eerste plaatsing van een jaar als pelotonscommandant op Aruba. Terug in Nederland kwam hij bij de 120 millimeter-mortieren terecht. Aansluitend kreeg hij een staffunctie, inmiddels als kapitein der mariniers, bij het toenmalige Mariniers Training Commando. Via functies van P&O-adviseur en stafofficier opleiden bij de DAOG, kwam hij uit bij zijn huidige functie, die van commandant van 14 Combat Support Squadron van 1 Marine Combat Group. “Ik vind het een eer om squadroncommandant te zijn. En wat mij aanstaat van deze gevechtssteun-compagnie, is dat het voor ons doen, als mariniers, behoorlijk hightech is. Dat vanwege de anti-armour eenheid, de assault engineers en de Viking-rupsvoertuigen.”
‘Natuurlijk dacht ik vaak ‘als dat maar goed gaat’’
Niet bij stilstaan
Kasper vertelt enthousiast over zijn werk. Zit duidelijk goed in zijn vel. Ook omdat hij bewust kiest voor een goede balans tussen ‘uit’ en ‘thuis’. “Vandaar ook dat ik graag naar het Combat Support Squadron ging. “Het Operationeel Jaarplan voor mij als compagniescommandant is minder intensief dan dat van andere raiding squadrons. Er wordt minder vaak en ook niet zo lang geoefend. Hierdoor kun je de balans tussen werk en thuis beter bewaken.”
Dit uiteraard tot genoegen van basisschoolleerkracht Linda, met wie Kasper sinds 2006 een relatie heeft. Grappig genoeg kenden ze elkaar toen al een jaar of 10 van de sportvereniging en het uitgaan in Gouda. Linda vroeg zich, toen de vonk oversloeg, niet eens af ‘hoe het leven met een marinier zou zijn’. “Wel een goede vraag, eigenlijk; stond ik niet zo bij stil. Ik wist dat hij af en toe een paar weken op oefening zou zijn . Maar dat vind ik niet zo erg hoor, hahaha. Een half jaar weg op een schip zou ik minder leuk vinden.”
Apetrots was hij toen mariniers een demo gaven met een Viking op het schoolplein
Ander dreigingsniveau
Kaspers uitzending van vierenhalve maand naar Afghanistan in 2009 en 2010 was voordat de kinderen geboren waren. Qua organisatie thuis wel overzichtelijk. Vond Linda die tijd spannend? “Natuurlijk dacht ik vaak ‘als dat maar goed gaat’. De agenda plande ik dan ook maar lekker vol met gezellige dingen met vriendinnen. Natuurlijk hadden Kasper en ik contact over de telefoon. Was wel vaak heel frustrerend als je door de vertraging op de lijn geen normaal gesprek kon voeren.”
Als lid van de bataljonsstaf van 13 Infanterie Bataljon van 11 Luchtmobiele Brigade, op Kamp Holland in Tarin Kowt, waren voor Kasper de risico’s wel te overzien, zo wil hij benadrukken. “Ik ging niet zoals veel anderen op patrouille; dus dan heb je te maken met een ander dreigingsniveau.”
Mooi, mensen helpen
Waar Kasper in Afghanistan naar eigen zeggen ‘een heel indirect belang diende’, voelde hij zich bijzonder betrokken tijdens zijn 6 weken durende noodhulp-missie naar Sint-Maarten, in 2017. Orkaan Irma was gepasseerd en het eiland lag in puin. “Mooi, mensen helpen. Normaalgesproken weet je wanneer je van een missie terugkomt, maar dat was nu niet het geval.”
Kasper en Linda hadden op dat moment al hun 2 kinderen. Scott (destijds 6) maakte het bewust mee en vroeg zich vaak wel af ‘wanneer papa dan terug zou komen’. De toen tweeënhalf jaar oude Jill begreep later pas goed waarvoor haar vader plotseling werd weggeroepen. Haar kernachtige commentaar: “Ik vind het een stomme storm!”.
Scott vindt het desgevraagd ‘leuk’ dat zijn vader marinier is, met de avonturen die daarbij horen. Apetrots was hij vooral toen mariniers een demo kwamen geven met een Viking op het schoolplein. Zelf wil hij later misschien ook wel marinier worden. Hoewel, voorlopig toch liever profvoetballer. Hoewel dames inmiddels ook marinier kunnen worden, is dat voor Jill helemaal geen optie. Zij wil zangeres worden van K3.
Niet van deze tijd
Wanneer Kasper op oefening is, beschikken Linda en hij over een sociaal vangnet om het gezin draaiend te houden. “Hooguit schiet het sporten er voor mij dan bij in op woensdagavond”, zegt Linda. Waarop Jill aanvult: “Of opa en oma komen.” Met pretoogjes: “En toen kwam jij een keer thuis en was ik nog steeds wakker!”
Oppassende opa’s en oma’s. Ze zijn even niet ‘van deze tijd’, met dank aan Corona. Ook op de Van Braam Houckgeestkazerne in Doorn ondervindt Kasper de gevolgen van het virus. “In het begin hebben we maximaal thuisgewerkt. Zat ik hier met mijn laptop aan een bureau op zolder, terwijl Linda aan de keukentafel online lesgaf.” Linda: “Niet ideaal als Kasper dan hard pratend aan de telefoon zat. En dat de hele klas een luid en duidelijk ‘Zeg het eens, kerel!’ meekreeg, toen hij een telefoontje van een collega opnam, hahaha.”
Gelukkig gezond
Inmiddels zijn Kasper en zijn second om beurten aanwezig in Doorn. “De opleidingen zijn de afgelopen maanden mondjesmaat doorgegaan. Of via inter- en intranet, zoals modules van de Militaire Basisvaardigheden en Open Defensie Academie. Ook boden we toetsen aan via Kahoot. Onze genisten gaven we bijvoorbeeld de opdracht om een object in de buurt van hun huis te verkennen en uitgebreid te beschrijven. Dan maar zo, toch? De Vikinggroep kon wel gewoon trainen, volgens de RIVM-normen. We hebben als eenheid verder een Taak Risico Analyse uitgevoerd en aan de hand daarvan bepaald hoe we in kleine groepen toch door konden werken. Ik ben heel tevreden over hoe onze luitenants, sergeanten en korporaals het hebben opgepakt. Je wilt als eenheid toch gereed zijn? En gelukkig is iedereen nog steeds gezond. Het streven is om 8 juni weer iedereen in huis te hebben.”