04

Dit artikel hoort bij: Alle Hens 02

Van onschatbare waarde

Tekst KAP Maarten Grendel
Foto Taskforce 631

KCT- en NLMARSOF-medics redden honderden levens tijdens Moeder aller Veldslagen

De details van het ongelooflijke wat militairen van Taskforce 631 in 2016 in Irak presteerden, zijn pas onlangs vrijgegeven. Aan het front bij Mosul werd de eenheid destijds niet ingezet om te vechten, maar om levensreddende eerste hulp te verlenen. 4 militairen van de Netherlands Maritime Special Operations Forces (NLMARSOF) en 8 van het Korps Commandotroepen (KCT) en) zijn hier onlangs voor onderscheiden met het Ereteken voor Verdienste in Brons. 

Nederlandse militairen dragen in 2016 al bijna 2 jaar bij aan de strijd tegen IS. Dat gebeurt met F-16's, maar ook met troepen op de grond. Hier trainen zij Irakese en Peshmerga-militairen als onderdeel van de Capacity Building Mission Iraq (CBMI). Het KCT en NLMARSOF trainen Irakese commando’s, die daarna direct aan het front worden ingezet om te vechten tegen IS. De trainingen voor de special forces zijn in die dagen afgerond en de door de Amerikanen geleide coalitie werkt samen met de Irakese strijdkrachten aan de laatste voorbereidingen voor een enorm offensief om de miljoenenstad Mosul te bevrijden.

Tientallen Irakese ambulances rijden continu heen en weer tussen het front en de CCP.

Opmars begint

De operatie om Mosul te bevrijden in oktober 2016 wordt op dat moment in Irak 'de moeder aller veldslagen' genoemd. Meer dan 100.000 troepen, waaronder 40.000 Peshmerga's (inclusief 200 vrouwelijke strijders), nemen er aan deel. Ze nemen het op tegen duizenden IS-strijders, die jaren de tijd hebben gehad om een enorm netwerk van tunnels, fortificaties en verdedigingslinies in en rond Mosul in te richten. Onderdeel van deze verdedigingswerken vormen ook duizenden mijnen, boobytraps en geïmproviseerde explosieven. Vanaf 16 oktober 2016 worden IS-doelen met artillerie bestookt en in de vroege ochtend van 17 oktober begint de opmars om allereerst diverse kleine dorpjes in de omgeving van Mosul te bevrijden. 

De Nederlanders doen hun uiterste best om gewonden met schotwonden en blastletsel zo goed mogelijk te behandelen

Speelruimte beperkt

Kort daarvoor is bij de Nederlandse special forces van Taskforce 631 het verzoek binnengekomen of zij ondersteuning kunnen leveren bij het inrichten van een Casualty Collection Point (CCP), dichtbij het front in Aski Kalak, op 40 kilometer van Mosul. Een CCP is het beste te vergelijken met een spoedeisende hulppost, waar gewonden direct vanaf het front naartoe geëvacueerd worden, om gestabiliseerd te worden voor verder vervoer naar een ziekenhuis. 
Omdat de Nederlanders formeel alleen zijn uitgezonden om trainingen te geven en onder geen beding zelf deel mogen nemen aan gevechtsacties, is de speelruimte echter beperkt. Toch krijgen ze de benodigde toestemming van hogerhand en staat binnen enkele uren een groepje special forces medics paraat op de aangewezen locatie. Binnen een dag wordt met tenten en veldbedjes een CCP ingericht. De faciliteiten zijn wel Spartaans. Eén van de tenten doet dienst als geïmproviseerd mortuarium en als eigen onderkomen gunnen de medics zichzelf niet meer dan een zeiltje naast de auto.

Het Spartaanse Casualty Collection Point, dichtbij het front in Aski Kalak, op 40 kilometer van Mosul.

Er is een continue dreiging van zelfmoordterroristen, die desnoods ambulances gebruiken als rijdende bom

Schotwonden en blastletsel

Eigenlijk nog voordat de CCP goed en wel af is, komen de eerste gewonden al binnen. Samen met de Irakese medics en onder leiding van een Irakese arts doen de Nederlanders hun uiterste best om de vaak ernstig gewonden met schotwonden en blastletsel zo goed mogelijk te behandelen. Naast Irakese militairen worden ook burgerslachtoffers, inclusief vrouwen en kinderen, afgeleverd op de CCP door tientallen Irakese ambulances, die continu heen en weer rijden tussen het front en de CCP. Er is daarbij een continue dreiging van zelfmoordterroristen, die desnoods ambulances gebruiken als rijdende bom.

Voorraden snel op

De Nederlandse medics krijgen 24/7 meerdere ernstig gewonden tegelijk binnen. Hoewel ze goed opgeleid zijn, mogen ze niet altijd alle noodzakelijke medische handelingen uitvoeren, die bijvoorbeeld een arts wel mag doen. Ook beschikken ze niet over uitgebreide medische uitrusting en apparatuur. Doordat daarnaast voorraden medisch materiaal snel opraken, moet al snel een beroep gedaan worden op verschillende coalitiepartners. Voor medische handelingen die niet door de Nederlanders uitgevoerd mogen worden en niet door de Irakezen gedaan kunnen worden, roepen ze de hulp in van Amerikaanse Navy Seals, die meer bevoegdheden hebben. 

Nog voordat de CCP goed en wel af is, komen de eerste gewonden al binnen.

Nieuwe goedkeuring

Als het front op 29 oktober 2016 verschuift naar de rand van Mosul, krijgen de Nederlanders de vraag of ze mee kunnen verplaatsen. Dit om ervoor te zorgen dat de evacuatie van gewonden van het front naar de CCP niet te lang duurt en de overlevingskansen zo groot mogelijk zijn. Een nieuwe locatie wordt ingericht in Bartella, op 20 kilometer van Mosul. Voor deze verplaatsing dient echter een nieuwe goedkeuring vanuit Den Haag te komen, omdat de kans dat de CCP bij gevechtshandelingen betrokken raakt nu nog groter wordt. Pas na een brief van de Amerikaanse commandant van de overkoepelende Joint Special Operations Taskforce, waarin hij aangeeft dat de Nederlandse special operations medicsvan onschatbare waarde zijn bij de bevrijding van Mosul, geeft Nederland toestemming voor het verplaatsen van de CCP. 

Hoogstaande capaciteit

Op de nieuwe locatie wordt het team ondersteund door Amerikaanse en Australische special operations medics. Ook wordt op bepaalde momenten een Fins special operations surgical team ingezet, waarmee de CCP over hoogstaande vooruitgeschoven chirurgische capaciteit beschikt. Bijkomend pluspunt: in plaats van in tenten werkt het nieuwe CCP in Bartella vanuit vaste infra, wat de omstandigheden een stuk beter maakt. Elektriciteit, verwarming en voorraden zijn overigens nog steeds beperkt beschikbaar en de temperatuur in Irak is aan het eind van het jaar zeker ‘s nacht laag. 
Ook in de nieuwe CCP bewijzen de Nederlandse medics dag in, dag uit hun waarde. Wat opvalt is dat de aard van de verwondingen, waar ze mee te maken krijgen, verandert. Waar in de eerste CCP vooral veel slachtoffers met schotwonden binnenkwamen, hebben zij in Bartella met name blastletsel. Een direct resultaat van de enorme hoeveelheid boobytraps en geïmproviseerde explosieven die IS heeft achtergelaten in Mosul.

De meeste zwaargewonden hadden het zonder Nederlandse medische hulp niet overleefd.

De inzet in beide CCP’s is bovenal een toonbeeld van snelheid, flexibiliteit en professionaliteit

Maximaal initiatief

Als de stad in januari 2017 volledig heroverd is, hebben Nederlandse medics vele honderden gewonde Irakezen behandeld, waarvan de meesten het zonder Nederlandse medische hulp niet overleefd zouden hebben. Lichtgewonde militairen, die na behandeling in de CCP terugkeren naar het front, spraken steevast vol lof over de Nederlandse medische steun. De Nederlandse special forces medics zijn door hun acties, zonder zelf een schot te lossen, essentieel geweest bij het verslaan van IS. De inzet in beide CCP’s is bovenal een toonbeeld van snelheid, flexibiliteit en professionaliteit gebleken van de Nederlandse special forces, die binnen het strikte mandaat maximaal initiatief namen om een bijdrage te leveren aan één van de belangrijkste veldslagen in de strijd tegen IS. Zeer terecht dan ook dat de mannen voor deze inzet door Commandant Landstrijdkrachten generaal Martin Wijnen zijn onderscheiden met het Ereteken voor Verdienste, in het bijzijn van Commandant Zeestrijdkrachten vice-admiraal Rob Kramer.

Foto: SGT Aaron Zwaal