Afgelopen week was ik op de nieuwe trainingslocatie in Skjold, noord-Noorwegen, waar ik onze mannen tijdens de Joint Arctic Training (JAT) bezocht. Ver boven de poolcirkel trainen deze mariniers in overleven, bewegen en tactisch opereren onder arctische omstandigheden. Doorgaan waar anderen stoppen; dit is daar een mooi voorbeeld van. Respect!

Zoals je begrijpt, trainen we hier niet voor niets. Gezien de klimaatverandering en het smelten van de ijskappen bij de Noordelijke IJszee, komen er in de toekomst naast nieuwe vaarroutes aanzienlijke gas- en oliereserves beschikbaar. Een fossiele levensader van immens economisch belang.

Rusland is één van de kuststaten in het Arctisch gebied. De andere 4 zijn echter NAVO-lidstaten, waardoor de economische en veiligheidsontwikkelingen in het Noordpoolgebied ook direct ons raken. De Noordflank blijft de gemoederen bezighouden. En we kunnen maar beter klaar zijn voor het onverwachte. 

Iets zuidelijker, in de Noorse fjorden, ondersteunen Zr. Ms. Evertsen, Van Speijk, en Zierikzee met enkele Noorse eenheden de Submarine Command Course. Die vindt plaats aan boord van Zr. Ms. Zeeleeuw. Gelijk een prachtkans om ons verder te bekwamen in onderzeebootbestrijding in de nachtelijke uurtjes. Terwijl ik dit opschrijf, vraag ik mij af hoelang het zal duren voordat we de eerste Nederlandse vrouwelijke onderzeebootcommandant kunnen verwelkomen. We maken mooie stappen!

Vorige week sloot Zr. Ms. Willemstad zich voor 4 maanden aan bij de Standing NATO Mine Countermeasures Group 1 (SNMCMG1). Een belangrijke bijdrage aan dit permanente NAVO-vlootverband; met het ruimen van explosieven maken wij de zee veiliger. Dat is hard nodig, omdat er nog steeds veel explosieven in (onder andere) de Nederlandse, Belgische- en Noorse wateren liggen.

‘We kunnen maar beter klaar zijn voor het onverwachte’

En dit gebeurt allemaal terwijl Zr. Ms. de Ruyter zich richting de Perzische Golf begeeft, voor een missie van circa 5 maanden. Samen met een Frans fregat en een patrouillevliegtuig, brengen zij in de Golfregio de maritieme veiligheidssituatie in kaart. 

Afgelopen zondag ben ik nog even een (hele) frisse neus gaan halen op de dijk. Uitkijkend over een kolkende zee, bij windkracht 10 à 11, moest ik toch even denken aan de bemanning van Zr. Ms. Rotterdam die zich op dat moment in het Kanaal bevond, met golven tot 12 meter hoog. 

Met een gevoel van trots liep ik weer naar huis. Bedenkende dat het onze mannen en vrouwen zijn die het verschil maken. Die er voor blijven gaan, door weer en wind, in voor- en tegenspoed. 

Vice-admiraal Rob Kramer  
Commandant Zeestrijdkrachten