Tekst RITM Saminna van den Bulk
Foto SM Hille Hillinga
Ridder in de Orde van Oranje-Nassau met de Zwaarden | AOOODOPS Jeroen Lemmen
Medailles. Onlosmakelijk verbonden met de militair. Een officiële blijk van waardering. Ze vertegenwoordigen trots. Ze zijn een erkenning voor de onvoorwaardelijke inzet van de militair. Soms met gevaar voor eigen leven. Elke medaille heeft een verhaal. In deze rubriek vertelt een militair over zijn of haar waardevolste onderscheiding. De andere kant van de medaille…
De cijfers spreken voor zich. 300 keer voer hij bij nacht en ontij met spoed uit, 600 mensen schoot hij te hulp. Adjudant ODOPS Jeroen Lemmen (50) zet zich al 11 jaar in als vrijwilliger van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM). Eén van de redenen dat de redder zich sinds in 2017 ook ridder mag noemen.
‘Incidenten en rampen voorkomen is ons werk’
Gouden keuze
Terug naar het begin. “Eigenlijk wilde ik boswachter worden”, zegt Lemmen, die tijdens zijn jeugd veel tijd voorbracht in de Biesbosch. “Het varen, de natuur; dat was voor mij dé combi. Omdat er toch dienstplicht was, wilde ik per se bij de marine. Achteraf een gouden keuze. De sfeer aan boord, de bezoeken aan bijzondere steden: ik heb het leven bij de marine altijd geweldig gevonden.”
Lemmen werkt sinds 2012 als chef van de Verkeersdienst bij Verkeerscentrale Den Helder. De taak: zorgen dat elk vaartuig, van marineschip tot binnenvaartschip veilig kan passeren in de drukke wateren rond de Kop van Noord-Holland. “Incidenten en rampen voorkomen is ons werk.”
Search and rescue
Zijn liefde voor het nautische combineert hij dus nu met zijn passie voor veiligheid. Niet alleen op de wal, maar ook op het water. Sinds 2007 is Lemmen actief als schipper en bemanningslid bij de KNRM; de reddingmaatschappij voor calamiteiten op zee en op de ruime binnenwateren, gerund door onbetaalde vrijwilligers.
Lemmens werkgebied is bij Den Helder, soms tot wel 90 mijl uit de kust. Schepen in nood melden zich via de marifoon in bij het Kustwachtcentrum. Onder de reddingseenheden is de KNRM één van de grootste spelers en de vaste Search and Rescue-partner voor de Kustwacht. “Ik las ooit in Alle Hens een verhaal over de Joke Dijkstra, de grootste RHIB ter wereld, in bezit van de KNRM. Onder andere met marinelui aan boord. Ik had net een walplaatsing en dacht meteen: waarom zit ik daar niet bij?”
Vrijwillige enkelband
Het alarm van de redders in Den Helder gaat zo’n 50 keer per jaar. 24/7 staan ze paraat. “Ik heb de pieper altijd bij me”, zegt Lemmen. “Gaat-ie af, dan moet je met minimaal 6 man binnen 15 minuten op de RHIB zitten. Dat is heel snel, helemaal als je thuis 's nachts uit bed moet komen.” Een glimlach volgt: “Ik zeg altijd dat we vrijwillig een enkelband om hebben. Het werk vraagt veel tijd, soms kom je pas in de ochtend weer terug van zee en kun je gelijk door naar je werk. Maar het is ook heel bijzonder. Het is juist het onverwachte; je weet nooit wanneer en waarvoor je moet uitrukken. Dat houdt het leven spannend.”
Varen tussen leven en dood
Van motorstoring tot zinkende schepen. Van de zoektocht naar vermisten tot medevacs. Verhalen te over. “Na een saaie dag ging ’s avonds de pieper. Het bleek te gaan om een man met een hoofdwond op een Engels zeiljacht. Hij moest naar het ziekenhuis, maar iemand moest het zeiljacht naar de haven sturen. Dan zit je dus het ene moment duf voor de TV, het andere moment zeil je over de Noordzee met een groot jacht onder een schitterende sterrenhemel.” Wat ook regelmatig voorkomt is dat een zwangere dame van Texel naar het vasteland moet. “Als de veerdienst eruit ligt, komen wij in actie. Een leuke klus, helemaal als je naderhand hoort dat de baby gezond ter wereld is gekomen en de moeder het goed maakt. Dan draag je echt iets bij.”
Aangevreten door vogels
Het is een verhaal dat met een glimlach afloopt, vertelt Lemmen. Maar het werk kent ook een keerzijde, zoals het opsporen van mensen die niet meer leven. “We bergen ook lichamen. Eigenlijk is het een politietaak, maar die heeft niet altijd de capaciteit om dit op te pakken. Soms zijn mensen al weken vermist. Je kunt je voorstellen dat de lichamen na weken op zee opgeblazen zijn of aangevreten door vogels. Dat je dan toch uitvaart, doe je voor de familie voor die persoon.” Lemmen blijft er ondanks alles nuchter onder. “Het blijft je echt wel bij, maar iemand moet het doen; je kunt iemand moeilijk laten wegrotten.”
Oeuvre-award
Voor zijn inzet werd Lemmen benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Met een smoes werd hij in 2017 naar Den Haag gelokt. “Toen ik al mijn familie op de eerste rij zag zitten, dacht ik: wat is dit? En al die tijd dat ik er zat, dacht ik dat het een grap was. Of een administratieve fout. Ik dacht altijd dat lintjes voor hoogbejaarde mannen waren. Tot ik echt tot ridder benoemd werd. Pas toen ik de speech hoorde, drong tot mij door dat de onderscheiding echt voor mij was en wat mijn vrijwilligerswerk betekende. Daar word ik nog steeds stil van.”
De onderscheiding is bedoeld voor iemand die zich inspant voor de samenleving of anderen stimuleert. Lemmen noemt het vooral een ‘oeuvre-award’. “Voor zowel wat je voor je werk doet, als je werk als vrijwilliger; dat maakt deze onderscheiding extra speciaal.”