Tekst RITM Arthur van Beveren

Maritiem Drone Team onderzoekt mogelijkheden voor KM

In de verste uithoek van Marinebasis Den Helder, achter de collimatietoren, staan in cirkelvorm een aantal witte containers. Enthousiaste TD’ers en burgers van de Directie Maritieme Instandhouding (DMI) onderzoeken hier als Maritiem Drone Team Nieuwe Haven dagelijks wat de drone kan betekenen voor de Koninklijke Marine.

Of er mensen waren die in hun privétijd met drones bezig waren? Dat was 3 jaar geleden de vraag aan collega’s in Den Helder. “Die zomer begonnen we met brainstormen”, vertelt Peter Blom (32), hard- en softwareontwikkelaar bij DMI. “We kregen budget waarna we onze eerste drones bouwden, om echt te leren hoe zo’n apparaat werkt. Ook keken we wat er op de markt beschikbaar was en waar we heen wilden met drones.”

SMJRTD Ramon Enzendorfer en Peter Blom (1e en 2e van rechts) met hun Maritiem Drone Team Nieuwe Haven. (Foto: John van Helvert)

‘Fixed wing drones kunnen patrouillegebied uitbreiden’

Drugsbootjes

Een kleine drone kan op veel vlakken het werk van een helikopter aanvullen. “Denk aan het achtervolgen van drugsbootjes”, legt sergeant-majoor (TD) Ramon Enzendorfer (51), chef van de groep technici, uit. “Een helikopter heeft een beperkte vliegduur. Met fixed wing drones kan het patrouillegebied aanmerkelijk worden uitgebreid. Stap voor stap zullen de vliegduur en snelheid van deze drones worden vergroot. En een extra voordeel is dat je ze amper hoort en ziet.”

Test met een minihelikopter op het terrein van het Maritiem Drone Team Nieuwe Haven. (Foto: Jim van der Mee)

Inspecties

Niet alleen de operationele kant is interessant. Ook voor technische aspecten zijn drones inzetbaar, weet Enzendorfer. “De lampen aan dek die de helikopter gebruikt om op een schip aan te vliegen moeten uitgelijnd worden. Dat kun je door een drone laten doen. Denk ook aan inspecties van ballasttanks of de mast op een schip. Nu moeten monteurs met persoonlijke beschermingsmiddelen via een opgebouwde stelling de mast in, op zoek naar haarscheurtjes in de behuizing. Als je daar een drone langs laat zakken die haarscherpe beelden maakt, vanaf een meter afstand, dan scheelt dat heel veel tijd en mankracht.”

Lang en ver

Elk type opdracht vraagt om een specialistische drone. “Veel wind, een zoute omgeving, opstijgen en landen vanaf een bewegend dek, maar ook de magnetische invloeden van het schip. Een drone is een op afstand bestuurbaar apparaat, maar je signalen worden verstoord door een groot metalen oppervlak, wat een schip natuurlijk is”, aldus Enzendorfer. “Onze systemen moeten daar tegen kunnen. Vaak moeten ze lang en ver vliegen. Voor die taken is een multicopter niet het juiste apparaat.” Blom voegt toe: “Waar multicopters brute kracht gebruiken om in de lucht te komen, zorgen de vleugels bij fixed wing vliegtuigen voor de lift. Dat is heel efficiënt, als een vogel die op de wind meevliegt."

Samen met de TU Delft ontwikkelt het team een ‘Vertical Take-Off and Landing’ (VTOL)-drone die op waterstof vliegt. Deze VTOL stijgt als een multicopter op, maar gebruikt de draagkracht van de vleugels tijdens de horizontale vlucht. (Foto: Jim van der Mee)

‘Onze drones moeten tegen wind en een zoute omgeving kunnen’

Brandstofcellen

Totdat drones met brandstofcellen worden uitgerust blijft de vliegtijd van multicopters steken op ongeveer een half uur. “Dat schaalt lineair op”, verduidelijkt Blom. “Met een grotere drone neem je meer accu’s mee, waardoor je zwaarder bent en meer energie nodig hebt. Winst is te behalen in een grotere dichtheid van accu’s. Dat zien we in de nabije toekomst niet gebeuren. De telefoon is nu de grootste drijfveer achter kleinere accu’s met meer vermogen, maar dat gaat om zulke kleine batterijen. Daar schiet je met drones niets mee op. Daarom zijn we samen met de TU Delft een drone aan het ontwikkelen die op waterstof vliegt. Dat wordt echt een technische doorbraak. Mooi dat we daaraan mogen meewerken.”

Op Terschelling oefende het team dit jaar met de KNRM en de Kustwacht een scenario waarbij een drone snel de locatie van een drenkeling kan vaststellen. (Foto: Jim van der Mee)

Samenwerking

De drone-eenheid ontwikkelt niet alleen voor de marine. Met het pas opgerichte Maritime Drone Initiative Noord-Holland is een civiel-militaire samenwerking aangegaan. 4 weken geleden oefende de club op Terschelling met de KNRM en de Kustwacht. “We hebben het voor elkaar gekregen om een video-livestream over 2,5 kilometer afstand naar het Kustwachtcentrum te sturen, waar iedereen op groot scherm mee kon kijken. De drone is meestal sneller op de plek van een drenkeling dan de reddingsboot. Met de beelden kan de boot naar de drenkeling toe worden ‘gepraat’.” Blom: “We leren er veel van. Vorig jaar was de boot sneller. Dit jaar zijn we speciale search grids gaan vliegen, zodat we ook goed achter de golven kunnen observeren.”

De marine hanteert speciale eisen waar het gaat om bestendigheid tegen harde wind en zout water. Hoewel dronefabrikanten veel beweren, komt het team er in de praktijk achter dat bepaalde onderdelen vaak niet voldoen. (Foto: Jim van der Mee)

‘Drone moet externe sensor van schip worden’

Verder over de horizon

“We zijn nu druk bezig om de informatie die de drone verzamelt, in het schip te krijgen; om van de drone een externe sensor te maken”, vertelt Blom als het over de toekomst gaat. “Alle informatie uit de drone moet direct op een scherm in de commandocentrale zichtbaar zijn. Je kunt de drone ook heel hoog boven het schip laten, vliegen zodat je veel verder kunt kijken.”

Aan ideeën en enthousiasme in ieder geval geen tekort. Dat lijkt ook niet gek. Blom, Enzendorfer en hun collega’s hebben allemaal toch een beetje van hun hobby hun werk gemaakt.