05

Dit artikel hoort bij: Alle Hens 07

‘Negatief denken helpt ons niet verder’

Tekst Vanessa Strijbosch
Foto SM Hille Hillinga

1.500 onderofficieren bijeen voor betere krijgsmacht

“Positiviteit uitstralen, dat is het allerbelangrijkste.” Chef d’Equipage CZSK adjudant TD Jack Gouda zegt het overtuigend tijdens de Nationale Onderofficiers Conferentie, die vorige week plaatsvond in het Beatrix Theater in Utrecht. Zijn ferme uitspraak sluit naadloos aan bij het thema van de conferentie: ‘Samen sterker voor een betere krijgsmacht’. 

De timing kon haast niet beter. Het onderhandelingsresultaat over de arbeidsvoorwaarden, dat een dag eerder werd bezegeld, was een mooie actuele kapstok voor de conferentie, die jaarlijks wordt gehouden. Dit jaar groter dan ooit. De bijeenkomst kon rekenen op flinke belangstelling: liefst 1.500 onderofficieren reisden af naar de Domstad om bijgepraat te worden over de laatste ontwikkelingen op het gebied van personeel, materieel en andere middelen. Korpsadjudant van de mariniers Rob van Haastrecht trad op als dagvoorzitter. 

De kracht van de onderofficieren: de schakel tussen het denkvermogen en het uitvoerende vermogen. (Foto: SM Gerben van Es)

Reünie

Adjudant LDA Glen Steins en adjudant ODOPS Thimo Kamperman beleven een bijzondere reünie tijdens de onderofficiersconferentie. Zij voeren ooit samen op Hr. Ms. Philips van Almonde en ontmoeten elkaar nu weer sinds tijden. Ze praten na over de verrassende voordracht van kapitein Annemarie Beukers die een inspirerend betoog hield over commitment. Ze liet de zaal live reageren op de vraag: ‘Waarom werk je hier nog?’. 

‘Niet meer alleen ‘uitvoeren mars’, maar ook meedenken’

Kameraadschap

Steins en Kamperman werkten zich op vanaf de rang van matroos. Op de vraag wat hun commitment inhoudt, valt het woord ‘kameraadschap’ vrijwel direct. Steins: “Er zijn best veel bloedgroepen binnen het onderofficierskorps. Het mooie vind ik dat we samen de klus klaren.” Ze zagen in de loop der jaren de marine veranderen; soms met lede ogen. “Ik begrijp de leegloop wel”, stelt Kamperman. “Als je teveel teleurstellingen krijgt, ben je meer geneigd om op te stappen. Voor ons zit het er bijna op. Ik hoop dat we meer personeel kunnen aantrekken, zodat we echt gezond worden.” Volgens Steins ligt de oplossing in de adaptieve krijgsmacht: “We moeten meer naar buiten kijken. Maak het voor specialisten nog aantrekkelijker om naar de marine te komen.” 

“Ook in slechte tijden moet je elkaar bijstaan en helpen”, vindt AOOTD Jack Gouda.

Betere tijd

Dit jaar had de conferentie sinds tijden weer een positieve insteek: ‘Meer geld voor Defensie’. Gouda was aanwezig bij alle onderofficiersconferenties van de afgelopen jaren. Vanaf 2016 in de functie van Chef d’Equipage CZSK. “Er komt nu eindelijk een betere tijd aan. Maar we moeten uitkijken dat de verwachtingen niet te hoog zijn. Ik vergelijk het met een treintje: de locomotief rijdt al weer de berg op, maar de wagons rijden nog door het dal en moeten de weg naar boven nog aanvangen.”

Naast bijgepraat worden, is ook je mening geven belangrijk, zoals ten overstaan van Commandant der Strijdkrachten LTADM Rob Bauer (met microfoon).

Verbondenheid

Het roept de vraag op hoe het onderofficierskorps er dan nu voorstaat. “Tijdens de afgelopen jaren is er een gevoel van negativisme doorgedrongen binnen onze organisatie”, constateert Gouda. “Er wordt steeds meer gedacht in termen als ‘what’s in it for me’. Het is wel voor te stellen na 25 jaar bezuinigen, maar het helpt je niet verder. Kijk naar onze korpswaarden: verbondenheid, kracht en toewijding. Die verbondenheid houdt ook in dat je elkaar in slechte tijden blijft bijstaan en elkaar helpt. Dat doe je niet door elkaar de put in te praten.”

Schakel

Toch gelooft Gouda sterk in de kracht van de onderofficieren. Hij trekt een vergelijking met het menselijk lichaam. “De officieren zijn het hoofd. Zij doen het meeste denkwerk en geven de opdracht om het beleid uit te voeren. Wij zijn de romp, de ruggengraat. We ontvangen de informatie en zetten dit door naar de ledematen, de manschappen. Ik zie ons als de schakel tussen het denkvermogen en het uitvoerend vermogen.”

‘Er komt eindelijk een betere tijd aan’

Mede als gevolg van de leegloop wordt de aanwas steeds jonger en onervaren. Gouda: “Het gat tussen ervaren en onervaren wordt te groot.” (Foto: SGTBDAV Jasper Verolme)

Groot gat

Maar die ruggengraat is niet altijd even stabiel, volgens de Chef d’Equipage. “We moeten oppassen dat we geen hernia oplopen”, waarschuwt hij. “Er is steeds minder verbinding tussen de senior- en junior-onderofficieren. We zien nu, mede als gevolg van de leegloop, dat de aanwas steeds jonger en onervarener wordt. Het gat tussen ervaren en onervaren wordt te groot. Mensen krijgen teveel op hun bordje.” 

“Die verbondenheid houdt ook in dat je elkaar in slechte tijden blijft bijstaan.”

Positieve kant

Er is de laatste jaren een aantal ontwikkelingen geweest die het onderofficierskorps moet versterken. Onder meer door de domeinbeschrijving (de daarin de verplichte managementvorming), crew resource management (werken aan teamspirit) en het begeleidend coachen binnen de opleidingen. Er wordt meer van de onderofficier verwacht. Gouda verwoordt dat treffend: “Niet meer alleen ‘uitvoeren mars’, maar ook meedenken.” Hij heeft nog wel een paar tips voor de onderofficier: “Ga nooit op de stoel van de beleidsmaker zitten, blijf de adviseur en zorg voor de verbinding. Maar vooral: bekijk het allemaal eens van de positieve kant. Wees tevreden.”