Tekst RITM Charlotte Snel
Foto SGTBDAV Sjoerd Hilckmann
Herinneringsmedaille Humanitaire Hulpverlening bij Rampen | AOOMARNALG Rob Poesiat
Medailles. Onlosmakelijk verbonden met de militair. Een officiële blijk van waardering. Ze vertegenwoordigen trots. Ze zijn een erkenning voor de onvoorwaardelijke inzet van de militair, soms met gevaar voor eigen leven. Elke medaille heeft een verhaal. In deze rubriek vertelt een militair over zijn of haar waardevolste onderscheiding. De andere kant van de medaille…
Nee, een langgekoesterde jongensdroom was het niet. Maar wanneer Rob Poesiat op zijn 16e eenmaal ruikt aan het wereldje van het Korps Mariniers raakt hij voor het leven verslingerd. De indrukwekkende rits medailles op het uniformjasje van de nu 44-jarige adjudant van de mariniers verraadt een bewogen loopbaan. En hoewel hij iedere onderscheiding met trots draagt, heeft er voor Poesiat eentje een extra speciale plek. “Deze is in alle opzichten uniek.”
Foute boel
Terug naar 2017: het is een doodnormale dinsdagavond in Den Helder wanneer Poesiat, die op dat moment een handje helpt bij de Maritieme Introductie Periode, een appje ontvangt. ‘Foute boel in Sint-Maarten. We vertrekken morgen. Als je om 08.00 uur klaarstaat, kun je mee.’
In zijn hoofd heeft de energieke (toen nog) sergeant-majoor van de mariniers zijn koffer al gepakt. Hij racet in het holst van de nacht naar huis en meldt zich woensdagmorgen in alle vroegte op de Van Braam Houckgeestkazerne in Doorn. Vanaf dan gaat het snel.
Een grote chaos
Amper 24 uur na het bewuste appje landen de mariniers op Curaçao. Met een C-130 Hercules wordt de club naar het getroffen eiland gebracht. Op het vliegveld, of wat daar van over is, slaat de realiteit in. Orkaan Irma heeft een ravage achtergelaten.
“Het was een grote chaos. Er lagen zeecontainers op de weg, omgeslagen schepen. Ik heb zelf 3 jaar in de West gewoond en kende Sint-Maarten vooral als groen. Nu was er geen blaadje te bekennen. Iemand typeerde het treffend: ‘Het lijkt wel alsof ze met een grote bosmaaier over het eiland zijn gegaan’. En dat klopte echt.”
‘Alsof ze met een grote bosmaaier over het eiland zijn gegaan’
Van niets iets maken
De militairen worden door de lokale bevolking als helden ontvangen. Al snel is duidelijk dat er gewerkt moet worden. En hárd ook. Hoewel de mariniers er niet vies van zijn om hun handen flink uit de mouwen te steken, is het volgens de adjudant op het moment suprême zelfs voor zijn club even schakelen.
“De prioriteiten lagen absoluut op de veiligheid. Er moesten continu patrouilles worden gereden, maar daarnaast ging ook het opzetten van checkpoints en grenscontroles en de distributie van levensmiddelen gewoon door. Er gebeurde véél.”
Pittige uitdaging
De hulptroepen werken zich 24 uur per dag in het zweet om de eilanders zo goed en zo kwaad als het gaat te ondersteunen. ’s Nachts wordt er jacht gemaakt op plunderaars, overdag worden er liters water en kilo’s voeding uitgedeeld. Een pittige uitdaging, erkent Poesiat. En niet alleen fysiek.
“We hebben absoluut schrijnende dingen gezien en gehoord. Je kunt je niet voorstellen wat voor impact het had, en nog altijd heeft, op de mensen daar. Velen van hen zijn álles kwijtgeraakt en hebben tijdens die orkaan doodsangsten uitgestaan. Dat besef je pas als je daar midden in de puinhoop staat. Dat komt dan wel even binnen, ja...”
‘Midden in die puinhoop komt het wel even binnen’
Gemengde gevoelens
Na 3 weken bikkelen keert de eenheid van Poesiat huiswaarts. In eerste instantie met een voldaan gevoel. “Het was mijn eerste noodhulpmissie en ook eerlijk gezegd een van de weinige missies waar je echt concreet ziet wat je bijdraagt. Die mensen zijn zo blij met dat flesje water dat je uitdeelt. Het maakt niet uit hoe lang de dagen dan zijn. Je maakt letterlijk het verschil.”
Van het voldane gevoel is 1,5 jaar na dato helaas weinig over. Een gevoel van frustratie overheerst bij de marinier en zijn collega’s. “Op het moment is er nog bar weinig terecht gekomen van verdere hulp, hoewel wij als Nederland 550 miljoen euro ter beschikking hebben gesteld voor de wederopbouw van het eiland. Dat is voor de ‘normale’ burger al moeilijk te begrijpen, maar voor mariniers die zich daar wekenlang een slag in de rondte hebben gewerkt, is dit extra frustrerend. Ik kan voor de lokale bevolking alleen maar hopen op een stijgende lijn die nu ook daadwerkelijk wordt voorgezet.”