Tekst LTZ 2OC (SD) André Eilander
Foto John van Helvert
125 jaar Koninklijke Marine Reserve
“Als de mensen achterin nog iets naar voren komen, heb ik jullie allemaal in beeld”. De defensiefotograaf geeft aanwijzingen aan een kleine 300 marinemensen. Behalve hun uniform hebben ze nog iets gemeen; het zijn allemaal reservisten van de Koninklijke Marine. Het Marine Etablissement Amsterdam (MEA) werd weer eens ouderwets overspoeld met daags blauw en was het decor van de officiële viering van het 125 jarig bestaan van de Koninklijke Marine Reserve (KMR).
In 1894 begon het met 13 officieren, 3 matrozen en 3 machinisten. Het doel was 600 man te kunnen leveren in oorlogstijd. Anno 2019 zou je kunnen zeggen dat dit oorspronkelijke doel is gehaald. Het reservistenkorps bestaat momenteel uit zo’n 800 mannen en vrouwen, vlootpersoneel en mariniers. In een tijd waarin de arbeidsmarkt krap is, wil de Koninklijke Marine misschien wel doorgroeien naar 1.500 flexibel inzetbare parttime militairen.
In 1894 begon het met 13 officieren, 3 matrozen en 3 machinisten; het doel was 600 man te kunnen leveren in oorlogstijd
Legpenning Prins Hendrik
Plaatsvervangend Commandant Zeestrijdkrachten generaal-majoor der mariniers Frank van Sprang benadrukt in zijn toespraak de relevantie van de reservist voor de marine, nu en in de toekomst. Namens Commandant Zeestrijdkrachten vice-admiraal Rob Kramer reikt Van Sprang de legpenning Prins Hendrik uit aan de Koninklijke Marine Reserve. “Wegens de waardevolle bijdrage die de reservisten al 125 jaar leveren binnen de gelederen van de Koninklijke Marine. Door hun militaire ervaring en civiele expertise, in combinatie met hun flexibele inzetbaarheid, zijn ze van een onmisbare meerwaarde voor onze taakuitvoering.” De commandant KMR, kapitein-luitenant ter zee (SD) Riekus Hatzmann, neemt de penning trots in ontvangst.
Parttime militair
Van Sprang memoreert dat hij gedurende heel zijn carrière al te maken heeft gehad met reservisten. “Het is geen andere doelgroep, jullie zijn allemaal defensiepersoneel. Wat we dan ook niet moeten doen, is reservisten in een hokje plaatsen of zien als een aparte bloedgroep.” Staatssecretaris van Defensie Barbara Visser voegt daar in haar felicitatiespeech aan toe dat er, wat haar betreft, in de toekomst zelfs geen sprake meer is van reservisten, maar van fulltime of parttime militairen.
‘Reservisten zijn ‘twice a citizen’; die moet je op een schild dragen’
Twice a citizen
Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht (IGK), tevens Inspecteur der Reservisten, luitenant-generaal (KL) Hans van Griensven, haalt op zijn beurt het belang van goed contact met het bedrijfsleven aan. “Sommige reservisten maken aan hun werkgever niet bekend dat ze reservist zijn en nemen vrije dagen op om inzet te doen. We moeten dan ook meer in contact komen met deze werkgevers, want reservisten zijn twice a citizen; die moet je op een schild dragen”.
Koninklijke reservist
De meest in het oog springende reservist is deze dag ongetwijfeld Zijne Hoogheid Prins Maurits van Oranje-Nassau van Vollenhoven. Hij reikt aan 9 collega-reservisten de zilveren medaille uit voor langdurige, eerlijke en trouwe dienst voor schepelingen. De prins wordt daarop zelf verrast met een ‘Jeneverkruis’, voor 30 jaar langdurige trouwe dienst als officier. Als reserveofficier bij de Koninklijke Marine in de rang van kapitein ter zee is de prins adjudant in buitengewone dienst van Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander.
Tevreden
De defensiefotograaf ruimt ten slotte tevreden zijn apparatuur op. Hij heeft alle aanwezige reservisten in 1 shot gekregen. Tijd om naast het MEA, in het aangrenzende Scheepvaartmuseum, de feestelijkheden in een meer informele setting voort te zetten.
