Tekst RITM Charlotte Snel
Foto Jarno Kraayvanger

Herinneringsmedaille VN Vredesoperatie Cambodja (UNTAC) | KAPTMARNS John Veerkamp

‘Van marinier 3 tot majoor; het is nogal wat’

Medailles. Onlosmakelijk verbonden met de militair. Een officiële blijk van waardering. Ze vertegenwoordigen trots. Ze zijn een erkenning voor de onvoorwaardelijke inzet van de militair, soms met gevaar voor eigen leven. Elke medaille heeft een verhaal. In deze rubriek vertelt een militair over zijn of haar waardevolste onderscheiding. De andere kant van de medaille…

Als 17-jarig broekie waagt John Veerkamp zijn eerste poging om bij het Korps Mariniers te komen, maar hij keert met lege handen huiswaarts. “Met mijn 64 kilo was ik te licht.” Het jaar daarop traint Veerkamp zich een slag in de rondte en op 4 juli 1983 komt hij officieel op als marinier 3 algemeen.

Uitdaging

Een bijtertje is de Hagenaar altijd gebleven. Binnen het Korps pakt Veerkamp zo’n beetje iedere uitdaging aan die voorbij komt. Hij voltooit een opleiding tot ziekenverpleger, kikvorsman, parachutist, BBE-er, Patrol Medic, Platoon Weapons Instructor, loopt de Vierdaagse en rondt 3 jaar geleden als klap op de vuurpijl nog ‘even’ een HBO-opleiding af. Binnenkort wordt de kapitein der mariniers bevorderd tot majoor. “Natuurlijk ben ik stiekem wel trots op mezelf. Van marinier 3 tot majoor; het is nogal wat. Zeker als je bedenkt waar ik vandaan kom…”

VN-medaille Vredesoperatie Cambodja (UNTAC)

Terug in de tijd

Het is juni 1993 wanneer Veerkamp als 25-jarige korporaal-ziekenverpleger naar Cambodja wordt gestuurd. De uitzending van het Derde Mariniersbataljon staat vooral in het teken van de afronding van VN-missie UNTAC, maar het is ter plaatse allesbehalve rustig. De mariniers zijn koud 6 weken in het land, wanneer het na 1 van de patrouilles gruwelijk mis gaat. 

Hulp mocht niet baten

“Kort samengevat: tijdens die patrouille ontstond een gewapend conflict. We kwamen er zonder kleerscheuren vanaf, maar de schrik zat er goed in. Door alle spanning is er niet goed op de wapenhandelingen gelet tijdens het ontladen bij binnenkomst op het kamp.”

De volgende dag wordt de club opgeschrikt door een luid schot. Een marinier haalt per abuis de trekker van zijn, nog doorgeladen, Browning over en schiet een collega in de naastgelegen tent door het hoofd. Veerkamp wordt in allerijl opgeroepen en rent met zijn medische uitrusting het kamp over. “Toen ik in de tent aankwam leefde die jongen nog. Ik verleende eerste hulp en begon met reanimeren. Ook al voelde ik op de brancard in de helikopter het leven uit hem vloeien, ik ging onverstoorbaar door. Na een vlucht van 30 minuten kon ik hem overdragen aan het medische team, maar alle hulp mocht niet meer baten; 10 minuten later is hij dood verklaard.”

'Op het werk hield ik een masker op, maar thuis escaleerde het’

Geen adaptatie

Op het kamp wordt de draad daags na het ongeluk ‘gewoon’ weer opgepakt. Dat Veerkamp de rest van de missie met zijn ziel onder de arm rondloopt valt niemand op. “Dat was een hele vreemde situatie. Het werk ging door, er werd niet over gepraat. Ik kon mijn verhaal niet kwijt. Een adaptieprogramma achteraf was er overigens ook niet. Toentertijd gingen we een middagje glijden in Tropicana en bier drinken, dat was het.”

Pas thuis gaat het echt mis. Veerkamp is zichzelf niet meer. Het, onterechte, schuldgevoel dat hij overhoudt aan de dood van zijn collega blijft hem achtervolgen. “Ik kon er niet mee overweg. Voor mijn gevoel had ik niet hard genoeg mijn best gedaan. Ik schaamde me diep. Op het werk hield ik een masker op, maar thuis escaleerde het. Zo erg dat ik op een dag met een broodmes in mijn hand stond, klaar om mijn vrouw wat aan te doen.”

Luisterend oor

Veerkamp belandt bij de hulpdiensten en niet lang daarna wordt door een klinisch psycholoog posttraumatische stressstoornis (PTTS) vastgesteld. Tal van behandelingen volgen. “Eindelijk luisterde er iemand naar me. Dat heeft me echt geholpen.” 

Het prille huwelijk overleeft de ziekte van Veerkamp niet, maar hij vecht zich op eigen kracht terug. “Ik ben zo’n beetje alle wapenopleidingen gaan volgen die er bestaan en als wapeninstructeur aan de slag gegaan. Inmiddels zit ik al ruim 20 jaar in de opleidingen. Ik wil die matte kant van deze Cambodja-medaille omturnen in iets moois. Eraan bijdragen dat een dergelijk ongeluk niet meer zal gebeuren.”

‘Ik wil die matte kant van deze Cambodja-medaille omturnen in iets moois’

Oude stempel

Als een soort goeroe met wijze adviezen slingeren, dat is niks voor de innemende marinier. “Het enige wat ik wil meegeven is: práát met elkaar. Toon interesse. Mijn ouders waren ook nog van de oude stempel: mond houden en werken. Dat was toen gewoon zo. Ik ben blij dat het tij inmiddels gekeerd is en je ook als man kunt zeggen dat je pijn of verdriet hebt. Het had heel wat gescheeld als iemand toen oprecht aan mij had gevraagd: ‘Hé, hoe is het nou?’.”